Geluidshinder op het werk
Op deze pagina:
Heel wat werknemers worden op de arbeidsvloer blootgesteld aan (te veel) lawaai. Beroepsziekten door lawaai vormen vaak het onderwerp van aanvragen tot schadeloosstelling bij FEDRIS (Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s).
Laat je geen oor aannaaien! Als werknemer ben je wettelijk beschermd.
In het kader van de risicoanalyse en de op basis daarvan te nemen preventiemaatregelen onderzoekt de werkgever of de werknemers tijdens hun werk worden of kunnen worden blootgesteld aan risico’s verbonden aan lawaai.
Als blijkt uit de risicoanalyse dat de werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan risico’s verbonden aan lawaai, meet de werkgever, indien nodig, het niveau van de blootstelling van de werknemers aan dat lawaai. Voor een beoordeling en meting die deskundig worden gepland en die met passende tussenpozen worden uitgevoerd, doet de werkgever beroep op zijn, naargelang het geval, interne of externe dienst ter preventie en bescherming op het werk. Indien de nodige deskundigheid dan nog ontbreekt, kan een beroep gedaan worden op een erkend laboratorium.
De voor de beoordeling en meting gebruikte methoden en apparaten zijn afgestemd op de heersende omstandigheden, in het bijzonder in het licht van de kenmerken van het te meten lawaai, de duur van de blootstelling, omgevingsfactoren en de kenmerken van de meetapparatuur.
De risico-evaluatie moet naar behoren gedocumenteerd zijn (de gegevens die door middel van de beoordeling en/of meting van het niveau van blootstelling aan lawaai zijn verkregen, worden in een passende vorm bewaard, om latere raadpleging mogelijk te maken). Bovendien moet de risico-evaluatie regelmatig worden bijgewerkt, met name indien ingrijpende veranderingen hebben plaatsgevonden waardoor ze verouderd kan zijn, of wanneer uit de resultaten van het gezondheidstoezicht blijkt dat bijwerking nodig is.
In het kader van de risicobeoordeling en de op basis daarvan te nemen preventiemaatregelen besteedt de werkgever met name aandacht aan:
Maatregelen ter voorkoming of vermindering van de blootstelling:
- het niveau, de aard en de duur van de blootstelling;
- de vastgelegde grens- en actiewaarden voor de blootstelling;
- de mogelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers;
- de mogelijke gevolgen van de wisselwerking tussen lawaai en werkgerelateerde ototoxische stoffen en tussen lawaai en trillingen;
- de mogelijke indirecte gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers van de wisselwerking tussen lawaai en waarschuwingssignalen of andere geluiden;
- de informatie over de lawaai-emissie die door fabrikanten van arbeidsmiddelen is verstrekt;
- het bestaan van alternatieve arbeidsmiddelen die ontworpen zijn om de lawaai-emissie te verminderen;
- de voortzetting van de blootstelling aan lawaai buiten normale werktijd onder verantwoordelijkheid van de werkgever;
- uit gezondheidstoezicht verkregen relevante informatie;
- de beschikbaarheid van gehoorbeschermers met voldoende dempende werking.
- alternatieve werkmethoden;
- de keuze van de juiste arbeidsmiddelen;
- het ontwerp en de indeling van de werkpost en de arbeidsplaats;
- een adequate voorlichting en opleiding om de werknemers te leren hoe arbeidsmiddelen juist te gebruiken;
-
technische maatregelen ter beperking van lawaai:
- ingevolge luchtgeluid, in het bijzonder door afscherming, omkasting of afdekking met geluidsabsorberend materiaal;
- ingevolge constructiegeluid, in het bijzonder door demping of isolatie;
- passende onderhoudsprogramma’s voor de arbeidsmiddelen, de arbeidsplaatsen en de systemen op de arbeidsplaats;
-
de organisatie van de werkzaamheden, met het oog op een beperking van het lawaai:
- beperking van de duur en intensiteit van de blootstelling;
- aangepaste werkschema’s en voldoende rustpauzes.
Waardenschaal decibel (dB)
- 0 dB: niet meetbaar
- 20 dB: heel stil (leeszaal bibliotheek)
- 40 dB: stil (zacht gesprek, rustige straat, zachte muziek)
- 60 dB: normaal gesprek
- 80 dB: veiligheidsgrens (drukke snelweg)
- 90 dB: heel luid (live muziek)
- 120 dB: pijngrens
Grens- en actiewaarden
Ppiek: bij kortstondige blootstelling aan geluid
-
Grenswaarde: 8h = 87 dB(A) – Ppiek = 140 dB(C)
→ Rekening houdend met demping van gehoorbeschermingsmiddelen (bij meting) -
Bovenste actiewaarde: 8h = 85 dB(A) – Ppiek = 137 dB(C)
→ Geen rekening houdend met demping van gehoorbeschermingsmiddelen
→ De individuele gehoorbeschermers dienen gebruikt te worden -
Onderste actiewaarde: 8h = 80 dB(A) – Ppiek = 135 dB(C)
→ Geen rekening houdend met demping van gehoorbeschermingsmiddelen
→ De werkgever stelt individuele gehoorbeschermers ter beschikking
De werkgever draagt er zorg voor dat de werknemers die op de arbeidsplaats worden blootgesteld aan lawaai dat gelijk aan of hoger is dan de onderste actiewaarden voor blootstelling, en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) voorlichting en opleiding ontvangen inzake de risico’s die voortvloeien uit blootstelling aan lawaai.
Maximale blootstellingsduur
- 80 decibel: 8 uur per dag
- 83 decibel: 4 uur per dag
- 86 decibel: 2 uur per dag
- 89 decibel: 1 uur per dag
- 92 decibel: ½ uur per dag
- 95 decibel: ¼ uur per dag
Met iedere 3 dB erbij verdubbelt de hoeveelheid geluidsenergie, zodat de veilige blootstellingsduur halveert.
Gezondheidstoezicht
- jaarlijks voor werknemers die worden blootgesteld aan een gemiddelde dagelijkse blootstelling gelijk aan of groter dan 87 dB(A) of een piekgeluid van 140 dB;
- om de 3 jaar voor werknemers die worden blootgesteld aan een gemiddelde dagelijkse blootstelling gelijk aan of groter dan 85 dB(A) of een piekgeluid van 137 dB;
- om de 5 jaar voor werknemers die worden blootgesteld aan een gemiddelde dagelijkse blootstelling gelijk aan of groter dan 80 dB(A) of een piekgeluid van 135 dB.
Het CPBW wordt geraadpleegd over en neemt deel aan:
- de beoordeling van de risico’s en vaststelling van genomen maatregelen;
- de maatregelen ter voorkoming of vermindering van de risico’s van blootstelling;
- de keuze van individuele gehoorbeschermers.
Download
Download de folder Geluidshinder op het werk