ACLVB, ACV en ABVV zijn de aanslepende discussies over zware beroepen beu en stelden vandaag in het Nationaal Pensioencomité (NPC) een uniek instrument voor dat toelaat om zware beroepen te definiëren. Het resultaat – wetenschappelijk ondersteund – is een belangrijke stap richting een eerlijke definitie van belastend werk. Mensen met belastend werk moeten tijdig kunnen uitstappen en daarvoor niet worden afgestraft met een lagere uitkering of pensioen. ABVV, ACLVB en ACV verwachten van het NPC en de regering dat zij rekening houdt met de expertise, gestoeld op terreinkennis, die de vakbonden aanvoeren.
In 2014 besliste de regering om de wettelijke pensioenleeftijd te verhogen naar 67 jaar. De vakbonden verwierpen dit en verzochten om in elk geval rekening te houden met de zwaarte van het werk. De regering engageerde zich en stelde dat een oplossing gezocht moest worden binnen het NPC. De regering zou deze oplossing respecteren en middelen vrijmaken.
Sinds jaren worden de werknemers geconfronteerd met een afbouw van de stelsels landingsbanen/tijdskrediet, brugpensioen en gelijkgestelde periodes. Een hervorming waarbij geen rekening werd gehouden met de realiteit op het terrein en al zeker niet met de zwaarte van het beroep. Het hele debat werd dan ook nog eens ondermijnd door het beperkte budget dat beslist werd, wat vragen deed rijzen bij de reële manoeuvreerruimte voor de leden van het NPC. De vakbonden bleven aandringen om de kwestie m.b.t. belastend werk uit te diepen en werden hierin gesteund door het rapport van de pensioenexpertencommissie.
ABVV, ACV en ACLVB stellen nu een vernieuwende, methodologische inbreng voor met een repertorium van beroepsrisicofactoren die een impact hebben op de gezondheid. Het houdt rekening met alle objectiveerbare factoren in de arbeidssituatie van de werknemer. Deze risicofactoren zijn onderverdeeld in 4 categorieën met duidelijke, registreerbare, meetbare en objectiveerbare criteria, zoals was overeengekomen in een eerste rapport van het Nationaal Pensioencomité in de zomer vorig jaar.
Deze 4 categorieën zijn de fysieke belasting, de arbeidsorganisatie, het veiligheidsrisico en de mentale gezondheid/emotionele belasting. De vakbonden hebben zich voor hun voorstel gebaseerd op de huidige regelgeving en praktijken i.v.m. welzijn en op het werk (o.a. van bestaande praktijken en bestanden van externe diensten). Deze benadering maakt het mogelijk om de blootstelling van de individuele werknemer aan collectieve risicofactoren in kaart te brengen en op te volgen.