Het loonakkoord tussen sociale partners: wat en hoe?

03/04/2019 - 13u

Wat hebben we bereikt?

De lonen mogen dit en volgend jaar maximaal 1,1 procent stijgen bovenop de index. Dat heeft de regering beslist, waarmee ze de maximale loonnorm die was voorgesteld in het ontwerp-IPA heeft bevestigd. Op die manier hebben we - weliswaar niet in de vorm van een klassiek interprofessioneel akkoord - toch een duidelijk en gegarandeerd loonkader voor het sectoraal en bedrijfsoverleg. En dat is ook niet onbelangrijk voor werknemers in syndicaal of economisch zwakkere sectoren of in kmo's.

Wat met de rest van het ontwerp van interprofessioneel akkoord? Ook dat zal uitgevoerd worden. Enkel een beslissing over de stijging van de minimumlonen wordt uitgesteld tot na de verkiezingen.
In elk geval is voorzien dat vanaf 1 juli 2019 het minimumloon zal worden verhoogd met 1,1%.

Laat ons duidelijk wezen: die verhoging is voor de ACLVB ook nog niet voldoende, maar ze betekent alvast een eerste concrete verbetering voor een grote groep werknemers. Om tot dit resultaat te komen hebben we met de andere vakbonden jarenlang op dezelfde nagel geklopt. En we zullen dat blijven doen.

De overige afspraken van het ontwerp-IPA blijven overeind.

  • Wat de besteding van de welvaartsenveloppe betreft, werd na moeizame discussie gekozen voor de optie die het voordeligst is voor de werklozen, gepensioneerden, zieken en invaliden.
  • Inzake SWT en landingsbanen zijn we er - ondanks verzet vanuit bepaalde politieke hoek - in geslaagd voorwaarden die bedreigd waren, uit de brand te slepen.
  • Verder wordt onder meer de werkgeverstussenkomst in het treinabonnement voor woon-werkverkeer verhoogd en vanaf midden volgend jaar gaan ook werknemers die woon-werkverkeer doen van minder dan 5 km (met ander openbaar vervoer dan trein) erop vooruit.

Hoe wordt het akkoord uitgevoerd?

Het ontwerp van interprofessioneel akkoord, dat verworpen was door één vakbond, zal uiteindelijk worden uitgevoerd alsof het was aangenomen. Vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers kwamen tot een akkoord in de Nationale Arbeidsraad.

  1. De maximale beschikbare loonmarge wordt via een koninklijk besluit vastgelegd op 1,1%
  2. De elementen in verband met de welvaartsenveloppe zullen het voorwerp uitmaken van verschillende koninklijke besluiten
  3. De andere elementen zullen uitgevoerd worden door de Nationale Arbeidsraad, voornamelijk tijdens de zitting van 23 april eerstkomend.
     

Verhoging van het minimumloon

Uiteindelijk is overeengekomen om de werkzaamheden van de werkgroep die voorstellen moest uitwerken te vervroegen. Deze voorstellen moeten zoals overeengekomen leiden tot een aanzienlijke verhoging van het minimumloon, rekening houdend met de legale en parafiscale elementen zoals voorzien in het ontwerp-IPA. Vanaf juni 2019 zal dan officieel beslist worden om de cao rond de verhoging van het minimumloon (GGMMI) wordt te verhogen1,1% vanaf 1 juli 2019. De sociale partners hebben zich geëngageerd om voorstellen uit te werken die een aanzienlijke verhoging van het minimumloon teweeg moeten brengen, rekening houdend met de legale en parafiscale elementen zoals voorzien in het ontwerp-IPA.
 

Welvaartsenveloppe

De meest voordelige optie, met een bedrag van 724 miljoen euro voor 2020 (80 miljoen euro meer) werd weerhouden. De sociale partners hebben gekozen hoe de verdeling onder de laagste uitkeringen moet gebeuren.
 

SWT en landingsbanen

Er waren nog twee openstaande knelpunten, waar we een positief resultaat hebben kunnen boeken: de drie afwijkende regimes (33 jaar zware beroepen, 20 jaar nacht, PC 124 + 35 jaar zware beroepen + 40 jaar lange loopbaan) zullen allemaal tot en met 30 juni 2021 op de leeftijd van 59 jaar blijven. Daarna gaat de leeftijd naar 60 jaar. Ook zal de huidige vrijstelling voor de aangepaste beschikbaarheid behouden blijven (62 jaar oud OF 42 jaar loopbaan). Tevens wordt uitvoering gegeven aan het SWT voor bedrijven in herstructurering (58 jaar tot 30.12.2019, 59 jaar tot 30.12.2020 en 60 jaar nadien). Voor de landingsbanen zal de instapleeftijd kunnen voorzien worden op 55 jaar voor het stelsel 4/5 en vanaf 57 jaar voor het stelsel halftijds.
 

Mobiliteit

De werkgeverstussenkomst in het treinabonnement (gecombineerd vervoer) zal aangepast worden in twee stappen:

  • verhoging tot 70% vanaf 1 juli 2019
  • vanaf 1 juli 2020: nieuwe cao ook van toepassing op woon-werkverkeer van minder dan 5 km voor tram-bus- en metro.

De sociale partners bevelen aan om gebruik te maken van het mobiliteitsbudget (omzetting van de kost van de bedrijfswagen in een geldsom om een meer duurzame vorm van mobiliteit te kiezen) en om de werknemers aan te zetten de fietsvergoeding te gebruiken.
 

Overuren

Het quotum van vrijwillige overuren wordt opgetrokken van 100 naar maximum 120 uren per kalenderjaar.
 

Verlengingen

Tot slot voorziet ieder interprofessioneel akkoord traditioneel enkele verlengingen:

  • werkgeversbijdrage voor risicogroepen
  • innovatiepremie
  • vrijstelling startbaanverplichting

De onderhandelingen kunnen nu aangevat worden op het niveau van de sectoren en vervolgens op bedrijfsvlak. De sociale partners vragen aan hun mandatarissen te respecteren wat werd afgesproken rond volgende 4 punten:

  1. loonmarge: akteneming van het koninklijk besluit betreffende de loonnorm en een herneming van de bewoording van het ontwerp-IPA om de aanbeveling in te vullen.
  2. aanvullende pensioenen (toenadering arbeiders/bedienden)
  3. mobiliteit: mobiliteitsbudget en fietsvergoeding
  4. sociale vrede: formulering om akkoorden te eerbiedigen en wat volgt uit de toepassing van de loonnorm.
Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart