Nauwelijks marge tot loonsverhoging voor de komende 2 jaren
De nieuwe bepalingen omtrent de berekening van de loonkostenhandicap en de maximaal beschikbare marge zullen ervoor zorgen dat er opnieuw nauwelijks marge overblijft voor een loonsverhoging de komende 2 jaren. Wel worden de automatische loonindexering en de baremieke verhogingen behouden. Een schrale troost. Om competitiever te worden, bekomen werkgevers lastenverlagingen zonder dat hier de creatie van extra kwaliteitsvolle jobs tegenover staat en bovendien worden de lastenverlagingen van de taks shift niet meegeteld in de berekening van de beschikbare marge!. Werknemers zullen opnieuw bijdragen en wanneer volgt de beloning?
Voor de ACLVB is het duidelijk: geen cadeaus meer aan werkgevers zonder garanties op extra kwaliteitsvolle jobs! De ACLVB is en blijft overtuigd: om een duurzame economische groei te realiseren, zijn loonsverhogingen en extra koopkracht nodig. Iedereen heeft recht op zijn deel van de koek.
Nog minder pensioen of zelf betalen
In de budgettaire maatregelen 2017 die de regering genomen heeft is voorzien dat de regels voor de berekening van het pensioen gewijzigd worden, meer bepaald m.b.t. de gelijkgestelde periodes. De jaren van werkloosheid en SWT- behalve de eerste 312 dagen - zullen niet meer gelijkgesteld worden op basis van het laatste loon voorafgaand aan de betrokken periode maar op basis van een minimumbedrag.
De SWT-stelsels in het kader van ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering of voor zware beroepen blijven buiten schot. Deze nieuwe berekeningsmethode zal aanzienlijke gevolgen hebben voor het pensioen van heel wat mensen.
Vanaf 1 januari 2018 zou een werknemer aan zijn werkgever kunnen vragen om een deel van zijn loon in te houden voor zijn aanvullend pensioen. Regering Michel noemt dit een VRIJ aanvullend pensioen. Het voorstel doet zelfs de experten in de Academische Raad voor de pensioenen steigeren. De Liberale Vakbond verdedigt sinds lang het principe van de veralgemening van de tweede pensioenpijler, ter aanvulling van een solide wettelijk pensioen (eerste pijler). Een onderhandeling op niveau van de sector of onderneming is belangrijk om de solidariteit tussen werknemers te garanderen.
Minder sociale uitkeringen
Om de 2 jaar wordt er een budget voorzien om de sociale uitkeringen aan te passen aan de welvaart. De parameters om het budget te bepalen worden in de wet vastgelegd. De enveloppe mag besteed worden om inkomensvervangende uitkeringen aan te passen aan de welvaart. De regering heeft nu beslist om in 2017 en in 2018 het budget te verminderen met € 161,1 miljoen. Op een enveloppe van € 331 miljoen voor de 3 stelsels (werknemers, zelfstandigen en bijstand) wordt 161,1 miljoen euro bespaard in 2017, dit is een halvering van de enveloppe 2017. In 2018 wordt er opnieuw 161,1 miljoen euro bespaard op een enveloppe van 667,9 miljoen euro, dit is ongeveer 25%.
Meer wendbaar dan werkbaar werk
Langer werken is één zaak, het werk ‘werkbaar’ houden, is iets anders. Net daarom zette de ACLVB sterk in op een hervorming van het arbeidsrecht waardoor ons werk werkbaarder zou worden. De balans oogt echter zeer mager.
Wat positief is, is het feit dat het gemotiveerd tijdskrediet voor zorg wordt opgetrokken met 15 maanden. Er komt ook een wettelijk kader voor occasioneel telewerk. Voor de rest is er geen sprake meer van een algemene en automatische ‘annualisering’ van de arbeidstijd zoals aanvankelijk wel te vrezen was en blijft de wettelijke verwittigingstermijn voor variabele deeltijdse werknemers op 5 dagen staan.
Langs de andere kant zijn er ook negatieve zaken te melden. De interne grens wordt opgetrokken, wat betekent dat je vanaf 2017 meer overuren kan presteren tijdens een bepaalde referteperiode vooraleer je deze overuren moet recupereren. Ook is het vanaf 2017 mogelijk om op individuele basis 100 extra overuren te presteren. Alle paritaire comités zullen vanaf 2017 de mogelijkheid hebben om te onderhandelen over de invoering van het plusminusconto. Dit is een nog uitgebreidere vorm van flexibiliteit!
Er komt tot slot een nieuwe interprofessionele doelstelling van gemiddeld 5 dagen opleidingen, per jaar, per voltijds equivalent. Hiermee mist de regering de boot om een individueel recht op opleiding te voorzien. Er worden ook geen sancties voorzien indien de doelstelling niet behaald wordt. De ACLVB vindt het zeer jammer dat het luik rond de opleidingen – nota bene essentieel in een veranderende economie – zo mager is uitgevallen.