PC 111 : loon- en arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina:

    Loon- en arbeidsvoorwaarden

    Hieronder vindt u de belangrijkste loon- en arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders tewerkgesteld in het paritair subcomité 111, voor de metaal). Het is binnen dit Paritair Comité dat de minimale loon- en arbeidsvoorwaarden, per collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO), worden vastgelegd.

    De bepalingen hieronder zijn een overzicht van de minima die van toepassing zijn in de sector.

    Voor meer inlichtingen kan u contact opnemen met uw ACLVB-afgevaardigde, bestendig secretaris of het dichtstbijzijnde ACLVB-kantoor.

    Opgelet! Er kunnen bedrijfscao’s afgesloten worden die gunstigere loon- en arbeidsvoorwaarden voorzien dan de sectorale minima. In dat geval zijn de meest gunstige voorwaarden dan ook van toepassing.

     

    Plan voor eerlijke concurrentie

    Plan voor eerlijke concurrentie in de metaal- en technologiesector

     

    Lonen

    Het minimumuurloon en de effectieve lonen van de werknemers uit de metaal sector worden jaarlijks op 1 juli geïndexeerd. De uurlonen in uw bedrijf moeten altijd hoger liggen dan het sectorale minimumloon. Het  sectoraal minimumloon kan u bij ons opvragen, via uw afgevaardigde, uw bestendig secretaris of aan één van onze kantoren.

    Hier vindt u de sectorale minimumuurlonen op 01/07/2024.

    Op provinciaal vlak bestaan afzonderlijke minimumlonen, die echter enkel van toepassing zijn voor werknemers tewerkgesteld bij bedrijven die aangesloten zijn bij de werkgeversfederatie Agoria.

     

    Premies

    Ploegenpremie

    Er bestaan geen minimum ploegenpremies op sectorvlak.

    Er bestaan ploegenpremies in enkele provincies. Deze zijn echter enkel van toepassing voor de werknemers tewerkgesteld bij bedrijven die aangesloten zijn bij de werkgeversfederatie Agoria.
    Er kunnen ook ploegenpremies afgesproken zijn op bedrijfsvlak.

    Eindejaarspremie

    De collectieve arbeidsovereenkomsten rond de eindejaarspremies worden op provinciaal vlak afgesloten.
    Het betreft een bedrag van ongeveer een maandloon, de toepassingsmodaliteiten verschillen een beetje per provincie.
    Voor meer inlichtingen kan u contact opnemen met uw ACLVB-afgevaardigde, bestendig secretaris of het dichtstbijzijnde ACLVB-kantoor.

    Syndicale premie   

    De volledige premie wordt jaarlijks gestort vanaf 1 november. Het maximum bedrag bedraagt 125 euro.

     

    Voordelen te verkrijgen via het fonds voor bestaanszekerheid

    Jaarlijkse premie voor kinderopvang voor kinderen tot en met 3 jaar

    Bedrag :

    Een premie van 1,75 euro per dag, met een maximum van 210 euro per jaar per kind. Deze premie geldt voor kinderen tot en met 3 jaar, die verblijven in een erkende kinderopvang (te bewijzen via het jaarlijks afgeleverd fiscaal attest).

    Aanvraagprocedure :

    • Invullen aanvraagformulier (FM3 van fonds voor Bestaanszekerheid Metaal)

    • Bijvoegen fiscaal attest voorgaand jaar per kind van de erkende kinderopvang (te ontvangen tussen feb en mei).

      Je kan het aanvraagformulier bekomen bij je ACLVB-secretariaat, en dan daar ook indienen samen met het fiscaal attest om de uitbetaling te bekomen. (Kan eventueel via je ACLVB-afgevaardigde). Je kan ook rechtstreeks terecht bij het fonds voor Bestaanszekerheid Metaal (www.fondsmet.be)

      Deze premie wordt uitbetaald op 15 juni of op 15 november. (De premie voor  wordt betaald op basis van het fiscaal attest van voorgaand jaar)

      Opgelet : indien beide ouders in PC 111, metaal arbeiders, tewerkgesteld zijn kan je de premie 2x aanvragen !

    Reeds bestaande vergoedingen van het Fonds voor Bestaanszekerheid metaal:
    (Je kan voor meer uitleg steeds terecht bij jouw ACLVB secretariaat of op www.fondsmet.be .)

    • Tijdelijke werkloosheid 

    • Volledige werkloosheid 

    • Werkloosheid met bedrijfstoeslag 

    • Ziekte 

    • Oudere zieken 

    • Werkbaar werk en loopbaanwijziging :

    • Nieuwe vergoeding: Landingsbanen: 30 per maand bij 1/5-vermindering over uitkering bij halftijdse vermindering wordt nog onderhandeld.

    Al deze vergoedingen kunnen uitbetaald worden via uw ACLVB-secretariaat.

    Hier vindt u onze pamflet

     

    Arbeidsduur

    De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 u/week (gemiddeld).
    Op bedrijfsvlak kan hiervan afgeweken worden lagere arbeidsduur). In flexibele arbeidssystemen kan er een hoger aantal uren/week gepresteerd worden, maar dan dienen inhaalrustdagen toegekend te worden om het gemiddelde van 38 u/week te bereiken.

     

    Loopbaanverlof

    - 2 dagen vanaf de leeftijd van 50 jaar.

    - 3de dag loopbaanverlof vanaf de leeftijd van 60 jaar vanaf 1 januari 2024 (cao van 21 februari 2022 inzake loopbaanverlof)

    Hier vindt u onze info pamflet i.v.m. het loopbaanverlof in de metaalsector.

     

    Verplaatsingskosten

    De werkgeversbijdrage in het woon-werkverkeer is gebaseerd op CAO 19 van de Nationale Arbeidsraad.

    Voordeliger regelingen op bedrijfsvlak blijven van toepassing !

    Trein :

    Vanaf 1 januari 2022: aanbeveling derderbetalersregeling.

    Andere vervoersmiddelen :

    De tussenkomst van de werkgever bedraagt in dit geval 71,8% van de effectief betaalde prijs, maar met als maximum de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 7 km.

    Gecombineerd openbaar vervoer:

    Als er 1 vervoerbewijs wordt afgeleverd, is de tussenkomst gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van een treinkaart.
    In de andere gevallen wordt de werkgeversbijdrage voor elk vervoermiddel apart berekend. De totale werkgeversbijdrage is de som van de afzonderlijke bedragen.


    FIETS :

    Onder woon-werkverplaatsing met de fiets wordt verstaan: elke werkelijk gedane verplaatsing van de werknemer tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling met een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met dien verstande dat de gemotoriseerde rijwielen en de speed pedelecs enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven. Zowel fietsen in eigendom van de werknemer, in gebruik door een deel- of huurformule of ter beschikking gesteld op enige andere wijze komen in aanmerking voor een vergoeding.

    Indien de fiets ter beschikking gesteld wordt door en volledig ten laste is van de werkgever, kan de werkgever de cumulatie met deze fietsvergoeding uitsluiten. Indien de werkgever een wagen ter beschikking stelt van de werknemer en deze volledig ten laste neemt, kan de werkgever de cumulatie met deze fietsvergoeding uitsluiten. Voor het gedeelte van het woon-werk traject waarvoor de werknemer reeds een vergoeding krijgt voor het openbaar vervoer, heeft de werknemer geen recht op een fietsvergoeding.

    Via deze tabel kan je de bedragen per arbeidsdag raadplegen.

     

    ANDER VERVOERMIDDEL (PRIVE) : 

    Via deze tabel kan je de bedragen per arbeidsdag raadplegen (Op bedrijfsvlak kunnen gunstiger regelingen bestaan.)

     

    Klein verlet

    Bij bepaalde gelegenheden hebt u recht verlof te nemen. Om correct van dit recht gebruik te maken moet uw werkgever indien mogelijk vooraf verwittigd worden. Uiteraard moet men dit verlof gebruiken voor een geldige reden:

    Het normaal loon, berekend op dezelfde wijze als voor de feestdagen, wordt uitbetaald voor de dagen waarop het werk verzuimd wordt om één van de volgende redenen, en wel ten belope van:

    1. Drie dagen voor het huwelijk van de arbeider(ster) of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en dit overeenkomstig de artikelen 1475 – 1476 van het Burgerlijk Wetboek of het officieel neerleggen van een samenlevingscontract, door de arbeider(ster) te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daaropvolgende week;
    2. Eén dag, deze van het huwelijk van:
      • de vader of de moeder, een grootvader of een grootmoeder, de schoonvader of de schoonmoeder, de stiefvader of de stiefmoeder van de arbeider(ster);
      • een kind van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(noot);
      • een kleinkind van de arbeider(ster);
      • een broer of zuster, een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster);
      • gelijk welk ander familielid van de arbeider(ster) tot en met de bloedverwanten in de derde graad.

    In het geval van het huwelijk van een kind van de arbeid(st)er of van zijn (haar) echtgenote(noot), kan deze dag eveneens opgenomen worden op de activiteitsdag voorafgaand aan het huwelijk indien dit huwelijk op een inactiviteitsdag van de arbeid(st)er valt.

    1. Tien dagen voor de arbeider te kiezen binnen vier maanden te rekenen vanaf de bevalling, waarvan de eerste drie dagen met behoud van zijn normaal loon en de volgende zeven dagen met een uitkering in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat;

    Hetzelfde recht komt, onder de voorwaarden en modaliteiten die op art.30 §2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn vastgesteld, toe aan de arbeider van wie de afstamming die in de vorige alinea wordt beoogd, niet kan worden vastgesteld maar die, op het moment van de geboorte :

    a)  gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat;

    b)  wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen;

    c)  sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen. Het bewijs van samenwoning en hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister.

    1. Drie dagen te kiezen door de arbeider(ster) van de dag die het overlijden voorafgaat tot en met de dag die op de begrafenis volgt, bij het overlijden van:
      • de echtgenote(noot) van de arbeider(ster)
      • de ouders van de arbeider(ster) (vader, moeder, tweede echtgenoot(note) van moeder of vader);
      • een kind van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(noot);
      • de vader of de moeder van de echt­genote(noot) van de arbeider(ster);
    2. Twee dagen, te kiezen door de arbeider(ster) vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag der begrafenis bij het overlijden der volgende bij de arbeider(ster) inwonende bloed­verwanten:
      • een broer of een zus van de arbeider(ster);
      • een schoonzoon of schoondochter van de arbeider(ster);
      • een schoonbroer of schoonzus van de arbeider(ster);
      • een grootvader of grootmoeder van de arbeider(ster);
      • een grootvader of grootmoeder van de echtgenote(noot) van de arbeider(ster);
      • een kleinkind van de arbeider(ster);
      • een overgrootvader of overgrootmoeder van de arbeider(ster);
      • een overgrootvader of overgrootmoeder van de echtgenote(noot) van de arbeider(ster);
      • een achterkleinkind van de arbeider(ster);
    3. Eén dag, deze van de begrafenis, bij het overlijden der volgende niet bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwanten:
      • een broer of zus van de arbeider(ster);
      • een schoonzoon of schoondochter van de arbeider(ster);
      • een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster);
      • een grootvader of grootmoeder van de arbeider(ster);
      • een grootvader of grootmoeder van de echtgenote(noot) van de arbeider(ster);
      • een kleinkind van de arbeider(ster);
      • een overgrootvader of overgrootmoeder van de arbeider(ster);
      • een overgrootvader of overgrootmoeder van de echtgenote(noot) van de arbeider(ster);
      • een achterkleinkind van de arbeider(ster).
    4. Eén dag, deze van de begrafenis, bij het overlijden van gelijk welk ander familielid van de arbeider(ster) tot en met de bloedverwanten in de derde graad, evenals bij het overlijden van de echtgenote(noot) van dit familielid, tijdens de duur van het huwelijk of de overeenkomstig artikel 4 a) gelijkgestelde samenwoning.
    5. Eén dag, deze van de begrafenis, bij het overlijden van de voogd(es) van de minderjarige arbeider(ster), of van het minderjarige pleegkind waarvoor de arbeider(ster) als voogd(es) optreedt.
    6. Eén dag, deze der plechtigheid, bij de priesterwijding of bij de kloostergelofte van een kind van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(noot), van een kleinkind, broer, zuster, schoonbroer en schoonzuster van de arbeider(ster), alsmede om het even welke bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwant.
    7. Eén dag voor de Plechtige Communie van een kind van de arbeider(ster) of zijn (haar) echt­genote(noot). Wanneer de plechtigheid plaats heeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, zal de verletdag genomen worden op de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt.
    8. Eén dag voor het feest der vrijzinnige jeugd waaraan een kind van de arbeider(ster) of zijn/haar echtgenote(noot) deelneemt, daar waar dit feest wordt gevierd.  Wanneer die plechtig­heid plaats heeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, zal de verletdag genomen worden op de arbeidsdag die het feest onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt.
    9. De nodige tijd, met een maximum van één dag, om persoonlijk deel te nemen aan een officieel bijeengeroepen familieraad.
    10. De nodige tijd, met een maximum van drie dagen, voor het verblijf van de dienstplichtige arbeider in een recrutering- of selectiecentrum, of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recrutering- of selectiecentrum.
    11. De nodige tijd, met een maximum van vijf dagen:
    • om deel te nemen aan een jury;
    • bij oproeping als getuige voor een recht­bank;
    • voor persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank;
    • om deel te nemen, in hoedanigheid van bijzitter bij een hoofdbureau voor stemopneming ter gelegenheid van wetgevende, provinciale, gemeenteverkie­zingen en Europese parlementsverkiezingen;
    • voor het uitoefenen van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincie­raads- en gemeente­raadsverkie­zingen.

    Het onthaal van een kind in het gezin van de werkman in het kader van een adoptie: tijdens de eerste drie dagen van het adoptieverlof, zoals bepaald in artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten heeft de werknemer recht op het behoud van zijn normale loon ten laste van de werkgever.

     

    Verlof om dwingende redenen

    U hebt een beperkt recht op onbetaald verlof om een dringende en noodzakelijke tussenkomst bij een sociaal of familiaal probleem. Die gebeurtenis mag niet voorzien zijn en moet los staan van het werk. Op vraag van uw werkgever dient u de dwingende reden te bewijzen. De duur van uw afwezigheid mag in elk geval niet meer dan 10 kalenderdagen per jaar zijn. Voor deeltijdse arbeiders is deze maximumduur in verhouding met hun deeltijdse prestaties.

     

    Jaarlijkse vakantie

    De duur van uw vakantie wordt bepaald door het aantal dagen dat u effectief werkte in het voorbije kalenderjaar. Als u het hele voorafgaande jaar gewerkt hebt heeft u recht op vier volle weken vakantie, 20 dagen in een vijfdagenweekstelsel. Als u geen volledig kalenderjaar hebt gewerkt, zal uw recht op een aantal vakantiedagen in verhouding minder zijn.

    U hebt recht op 10 betaalde feestdagen: 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartdag, Pinkstermaandag, 21 juli, OLV Hemelvaart, Allerheiligen, 11 november, Kerstmis. Als een feestdag op een zondag of een gewone inactiviteitdag valt, wordt deze door een gewone activiteitsdag vervangen. De vervangingsdag krijgt dan het karakter van een feestdag.

     

    Tijdskrediet

    Sinds 1 januari 2015 is het systeem van tijdskrediet grondig gewijzigd. Voor meer algemene informatie in verband met tijdskrediet, verwijzen wij u door naar de algemene ACLVB-publicaties over dit thema.

    Wij kunnen op deze website niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op alle individuele vragen. Veel hangt af van uw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen over tijdskrediet kan u steeds terecht bij één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.

     

    Opzegtermijnen

    Sinds 1 januari 2014 zijn de opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden geharmoniseerd.  Hierdoor is de berekening van de opzegtermijnen complex geworden. Indien u vragen hebt over uw persoonlijke situatie, gelieve dan contact op te nemen met uw afgevaardigde of uw ACLVB-secretariaat. Zij beschikken over de nodige tools om u verder te helpen.

    OPGELET! U hebt pas recht op werkloosheidsuitkeringen wanneer u geen schuld treft aan uw ontslag. Laat u nooit onder druk zetten door uw werkgever om zelf een einde te stellen aan uw contract of om dit te beëindigen in onderlinge overeenkomst indien u daar eigenlijk niet mee akkoord kan gaan. U riskeert uw recht op werkloosheidsuitkeringen te verliezen. Als u wordt ontslagen of als u zelf ontslag wil nemen, neem dan best eerst contact op met uw ACLVB-bedrijfscoördinator, uw vakbondsafgevaardigde of uw plaatselijke ACLVB-secretariaat.

     

    Werkloosheid met bedrijfstoeslag – SWT (het vroegere brugpensioen)

    Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.

    Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan u elders op onze website terecht.

    Wij kunnen op deze website niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op alle individuele vragen. Veel hangt af van uw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan u steeds terecht bij één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.

    Hieronder geven wij een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die actueel van toepassing zijn voor uw sector:

    SWT REGIME

    PC 111.03

    TOEGANGSLEEFTIJD

    MAN

       VROUW  

    BEGIN

    EINDE

    ALGEMEEN STELSEL

    62

    40

    40 - 2024

    1/01/2015

    /

    SWT LANGE LOOPBAAN

    60

    40

    1/01/2024

    30/06/2025

    MEDISCHE SWT

    58

    35

    1/07/2023

    30/06/2025

    SWT ZWARE BEROEPEN

    60

    35  01/01/2024 30/06/2025
    SWT NACHTARBEID BOUW EN ZWARE BEROEPEN

    60

    33 01/01/2024 30/06/2025

     

    Nuttige links

    Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid

    Mtech+ - Loopbaanfondsen Vlaanderen en Brussel

     

     

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart