Indexsprong regering Michel
Bij haar aantreden heeft de regering Michel beslist om een indexsprong door te voeren, ten belope van 2 %, onder het mom van het concurrentievermogen. De indexsprong werd op geen enkel moment gecompenseerd, wat impliceert dat alle werknemers en sociaal verzekerden 2 % van hun loon, uitkering of pensioen verliezen. Dit is geen éénmalig verlies, maar zo’n maatregel blijf je je ganse loopbaan meedragen!
Op 1 april 2015 is de indexsprong in werking getreden. Concreet betekende dit dat er vanaf dantijdelijk een ‘referentie-index’ gevolgd wordt. Deze referentie-index wordt berekend door de afgevlakte gezondheidsindex op het niveau van 1 april 2015 te vermenigvuldigen met 0,98 (100,66 x 0,98 = 98,65). De blokkering van het indexeringsmechanisme blijft in werking, totdat het cijfer van 98,65 het cijfer van 100,66 heeft overschreden. Vanaf dan kunnen er opnieuw indexeringen plaatsvinden, al is het tijdstip waarop dit gebeurt afhankelijk van sector tot sector.
Actuele inflatie: buitenbeentje in Europa
In maart 2016 zijn de prijzen vergeleken met maart 2015 met 2,24 % toegenomen. De verklaring voor de hoge inflatie in België kan voornamelijk gevonden worden bij de maatregelen van de federale en regionale regeringen. Vooral de extra heffingen op elektriciteit, zoals de btw-verhoging van 6 % naar 21 % en de Turteltaks die de elektriciteitsprijs met 36,7 % hebben doen stijgen, hebben een grote impact gehad. Daarnaast hebben ook andere regeringsmaatregelen zoals het hogere inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs in Vlaanderen, de hogere accijnzen op tabak en alcohol en verschillende andere besparingsmaatregelen een belangrijke invloed.
Veel van de maatregelen die vandaag de inflatie doen opkrikken werden genomen in het kader van de tax shift. Als vakbond hebben wij niet alleen gewaarschuwd voor de negatieve effecten op de koopkracht en dus ook op de economische groei, maar ook voor een forse verhoging van de inflatie. Dat er nochtans voldoende alternatieven zijn die nauwelijks een impact hebben op de economische groei en de inflatie, hebben wij in onze alternatief voorstel voor de tax shift duidelijk naar voor gebracht: winsten op vermogens en kapitaal moeten meer bijdragen!
Goed nieuws: opnieuw indexering van de lonen en uitkeringen
Ten gevolge van de sterk toegenomen inflatie zal de indexsprong een stuk sneller afgelopen zijn dan hetgeen de regering voorop gesteld had. Daar waar men hoopte nog enkele maanden zonder indexeringen te kunnen doorbrengen in 2017, zal de indexsprong nu in deze maand april al voorbij zijn. Dit betekent evenwel niet dat alle lonen direct zullen geïndexeerd worden, dit is immers afhankelijk van de sectorale afspraken in dit kader. In sommige sectoren wordt er periodiek geïndexeerd, bijvoorbeeld tweemaandelijks of jaarlijks, terwijl andere sectoren en de publieke sector aan de hand van een bepaalde spilindex werken.
De referentie-index zal volgens de laatste voorspellingen van het Planbureau het niveau van 100,84 bereiken in april, wat impliceert dat men in de sectoren waar er maandelijks geïndexeerd wordt op 1 mei reeds een beperkte indexering van 0,18 % zal toegekend krijgen. Sectoren die driemaandelijks of halfjaarlijks indexeren zouden op 1 juli 0,53 % krijgen.
Volgens diezelfde voorspellingen zou de spilindex (101,02) in mei overschreden worden. Dit impliceert dat alle sociaal verzekerden vanaf juni hun uitkering met 2 % zouden zien toenemen, de ambtenaren zouden zoals dat bij wet voorzien is nog een maand langer moeten wachten.
De 400.000 bedienden uit het paritair comité 200 zullen nog moeten wachten tot 1 januari 2017 op de volgende loonindexering. Volgens de voorspellingen van het Planbureau zou dit kunnen gaan om een percentage van 0,77 %.
Impact op het concurrentievermogen?
Het einde van de indexsprong is goed nieuws voor de koopkracht, de belangrijkste motor van economische groei. Maar de werkgevers zijn minder tevreden, aangezien ze nu loonsverhogingen zullen moeten toekennen. Ze vrezen naar eigen zeggen voor een verslechtering van het concurrentievermogen.
Twee belangrijke nuances in dit kader. Ten eerste is het zo dat de loonkloof door de jarenlange loonmatiging, de indexsprong en de lastenverlagingen in het kader van de tax shift tegen eind 2016 volledig zal weggewerkt zijn, en volgens voorspellingen van de OESO zelfs sterk negatief zal worden (-1,4 %). Ten tweede is het zo dat de niet aan kosten gerelateerde aspecten van het concurrentievermogen op termijn veel belangrijker zijn voor onze economie. Daarom moet de focus dringen verlegd worden naar investeringen in infrastructuur, productiviteit, innovatie, duurzame energie, onderwijs en opleiding. Enkel zo kan het groeipotentieel van de economie versterkt worden.