Op initiatief van de regering krijgen de sociale partners tot 30 september de tijd om de proefperiode te evalueren. Of zoals de regering het verbloemd noemt, ‘voorstellen ter bevordering van de werkgelegenheid’ te formuleren. Indien de sociale partners geen compromis bereiken, wordt de proefperiode heringevoerd.
De ACLVB is diep ontgoocheld over deze manier van werken. Door nu al volmondig de uitkomst bij een eventueel niet-slagen van het compromis te voorspellen, doet de regering een voorafname op het sociaal overleg. Ook lijkt het geheugen van de regering bijzonder kort te zijn. De afschaffing van de proefperiode kwam tot stand naar aanleiding van het delicate compromis rond het eenheidsstatuut (juli 2013).
Een compromis bevat goede en minder goede zaken voor zowel werknemers als werkgevers. De afschaffing van de proefperiode was nu net één van de zaken die het compromis voor de ACLVB aanvaardbaar maakte. Hier tegenover stond dan ook de afschaffing van het willekeurig ontslag, de verlaging van de opzeggingstermijnen voor bedienden en het feit dat de werknemer nu zelf instaat voor de kosten van zijn outplacementbegeleiding bij een verbrekingsvergoeding.
Over een ‘evaluatie’ van deze zaken, blijft het echter muisstil. De ACLVB vindt het dan ook totaal onterecht en wraakroepend dat de regering opnieuw de punten van de werkgeversorganisaties bovenaan de agenda plaatst.