In juni 2014 dienden ABVV, ACV en ACLVB een vordering in bij het Grondwettelijk Hof tegen de aanhoudende discriminatie bij ontslag van bouwvakkers op mobiele werkplaatsen. Ter herinnering: in het arrest van 8 juli 2011 stelde het Grondwettelijk Hof dat de verschillen tussen arbeiders en bedienden discriminatie waren. De regering keurde hierop de wet van 26 december 2013 goed.
Deze wet voorzag evenwel een uitzondering voor de opzeg in de bouwsector. Bouwvakkers kregen een veel kortere opzegtermijn dan andere werknemers. Deze discriminatie zit bovendien voor onbepaalde duur ingebakken in de wet. De vakbonden vroegen aan het Grondwettelijk Hof om deze structurele discriminatie te vernietigen.
Tegelijk werd aangeklaagd dat voor de enkele sectoren waar nog tijdelijk een verkorte opzeg bleef bestaan (zoals de meubelsector) geen recht was voorzien op een compensatie voor die tijdelijke discriminatie in de vorm van een ontslagcompensatievergoeding (OCV). Het Grondwettelijk hof deed vandaag uitspraak. En het volgde de vakbonden in hun argumentatie: de kortere opzegtermijn voor bouwvakkers is discriminatie.
Het Grondwettelijk volgde ook de vakbondsredenering dat de uitsluiting van OCV ongrondwettig is. Vanaf 1 januari 2018 krijgen alle arbeiders gelijke rechten bij ontslag. Gezien de vroegere houding van het Grondwettelijk Hof was deze uitspraak voorspelbaar. Daarom is het ook zo beschamend dat regering en werkgevers toch hardnekkig zijn blijven vasthouden aan deze discriminatie. De bonden zijn daarom bijzonder tevreden dat deze bladzijde nu kan worden omgedraaid en alle arbeiders nu op weg worden gezet naar gelijke rechten.
Al even voorspelbaar is dat dat de betrokken werkgevers schermen met job verlies door een betere ontslagbescherming, alleen maar om een bijkomende vracht financiële compensaties te krijgen of om andere onderdelen van het eenheidsstatuut opnieuw in vraag te stellen. We kunnen echter alleen maar vaststellen dat:
De betrokken sectoren intussen mee hebben genoten van alle reeds voorziene compensaties.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat het verhaaltje van een sterke band tussen ontslagbescherming en werkgelegenheid totaal niet klopt.
Dat nagenoeg alle andere sectoren die een tijdelijke uitzondering hadden deze uitzondering inmiddels al via goed overleg hebben weggewerkt.
We aanvaarden niet dat werkgevers schermen met de moeilijke situatie in de bouwsector om een structurele discriminatie goed te praten. Orders lopen nog steeds goed binnen in de bouw. Het kernprobleem voor de bouw is niet de ontslagbescherming, maar de sociale dumping en de aarzeling om daarop een passend antwoord te bieden, Europees én federaal.