Volgens recente cijfers van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) zijn wereldwijd 50 miljoen mensen gevangen in hedendaagse slavernij.
Het gaat bijvoorbeeld over mensen die jaren voor iemand moeten werken om een schuld – van henzelf of een familielid – af te betalen, vrouwen, kinderen of mannen in gedwongen prostitutie, migranten die gevangen worden gehouden door een werkgever die hun paspoort heeft afgenomen, vrouwen en meisjes (vooral) die in gedwongen huwelijken arbeid leveren voor hun echtgenoot of schoonfamilie, mensen tewerkgesteld in strafkampen, … Een kwart van die 50 miljoen mensen zijn nog kinderen.
Deze afschuwelijke praktijken zijn verboden in verschillende fundamentele Conventies [*] van de IAO, maar komen overal ter wereld voor, zowel in rijke als in arme landen. In de recente crisisjaren is het aantal snel gestegen van 40 naar 50 miljoen. In Europa en Centraal-Azië zijn er nu zo’n 6,5 miljoen “moderne slaven”. De wantoestanden die afgelopen zomer op enkele Antwerpse werven aan het licht kwamen, zijn dus maar het topje van de ijsberg!
Het aandeel mensen in hedendaagse slavernij is nergens hoger dan in de Arabische wereld (1,7 miljoen mensen, maar dat is meer dan één procent van de totale bevolking)! Toen het WK voetbal in 2010 aan Qatar werd toegewezen, stonden de schijnwerpers plots gericht op deze wantoestanden. Maar goed ook, want behalve de hoge aantallen mensen in slavernij, werken hier vooral migranten in arbeidsregimes die er erg op lijken. In Qatar alleen al gaat het om 1,2 miljoen werknemers (94% van de actieve bevolking), die tot voor kort omzeggens geen rechten hadden.
Alarmbel
De internationale arbeidersbeweging heeft hierover meteen aan de alarmbel getrokken, en het “kafala”-systeem aangekaart bij de IAO [**]. In dit systeem kwamen arbeidsmigranten (vooral bouwnijverheid en huispersoneel) via een soort uitzendkantoren naar Qatar; zonder toelating van deze werkgevers konden zij Qatar niet terug verlaten of zelfs maar van werkgever veranderen. Deze werkgevers namen ‘vanzelfsprekend’ het paspoort af van deze migranten, zodat die (ook) aan het einde van hun contract geen kant meer op konden en in hedendaagse slavernij verzeilden.
Onder druk van de IAO en het Internationaal Vakverbond (IVV), en om het imago op te poetsen voor het WK, heeft Qatar dit systeem tussen 2016 en 2020 geleidelijk afgebouwd. Er is ook een minimumloon en een minimumleeftijd voor alle werknemers ingevoerd, en een voorzichtige opening gemaakt voor werknemersvertegenwoordiging op de werkvloer. Dat zijn belangrijke stappen in de goede richting, maar er blijven enorme problemen met de uitbetaling van loon, en het respecteren van werk- en rusttijden. Terwijl we met zijn allen opgaan in een voetbalfeest, moet en zal de internationale arbeidersbeweging blijven toezien op de toepassing van internationale arbeidsnormen in Qatar.
Meer actie vereist
Om komaf te maken met de wereldwijde schande van hedendaagse slavernij en gedwongen arbeid is meer actie nodig. Het is voor ons van groot belang dat overheden, ook in België en Europa, de sociale inspectiediensten versterken om sociale wetgeving beter af te dwingen. Wereldwijd moeten de sociale dialoog en de syndicale vrijheden verder gepromoot worden (ACLVB draagt hier actief aan bij), en moeten kwetsbare werknemers ondersteund worden met systemen van sociale bescherming. Ten slotte moeten bedrijven er, met een zorgplichtwet, toe gebracht worden om nauwer toe te zien op het gedrag van hun wereldwijde onderaannemers, die nog al te vaak hun toevlucht nemen tot gedwongen arbeid om aan dumpingprijzen te kunnen werken.
[*] Fundamentele Conventies zijn internationale overeenkomsten, gesloten door de internationale werkgevers-, en werknemersorganisaties (het Internationaal Vakverbond, waarbij ACLVB is aangesloten) en de lidstaten van de Internationale Arbeidsorganisatie.
Sommige Conventies moeten door lidstaten bekrachtigd worden vooraleer ze in dat land geldig worden, andere zijn zo “Fundamenteel” dat ze hoe dan ook, overal ter wereld, net zoals andere mensenrechten, van kracht zijn. Het gaat met name om de Conventies (C29 en C105) die gedwongen arbeid (en dus slavernij) verbieden, de Conventies (C138 en C182) die kinderarbeid verbieden.
De andere fundamentele conventies behandelen het recht op vrijheid van vereniging (C87) en collectief onderhandelen (C98) – vakbondsvrijheid dus –, recht op gelijk loon (C100) en gelijke behandeling (non-discriminatie, C111). In 2022 – pas in 2022! – zijn aan die fundamentele Conventies het recht op veiligheid en gezondheid op het werk toegevoegd (C155 & C187); dat recht is nu ook overal ter wereld afdwingbaar.
[**] De IAO is een ‘gespecialiseerd agentschap’ bij de VN; het is de oudste internationale organisatie, en de enige waar behalve alle landen ter wereld, ook de werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn. De IAO stelt internationale regelgeving over “de wereld van het werk” op (zie vorige noot), houdt de toepassing van deze regels in de gaten, en kaart problemen aan bij landen die de regels schenden.