PC 217 : loon- en arbeidsvoorwaarden

Wat verdien ik  ?

In ieder casino gelden andere barema’s, dat zal je dus bij je werkgever moeten checken.

Tenzij anders bepaald, krijgen de mensen van de klassieke spelen een gedeelte vast loon en 60% van de speelpot. Er is echter ook een gewaarborgd inkomen, dat, wanneer genoemde formule niet volstaat om aan dit gewaarborgd inkomen te komen (voornamelijk door een te lage speelpot), door het casino wordt bijgepast.

De slotbedienden krijgen een vast loon.

Zijn er premies in deze sector ?

De sector kent ook op dit vlak variaties tussen de casino’s.

a) Speelpot: Zoals reeds gezegd wordt 60% van de speelpot gebruikt als loon voor het personeel van de klassieke spelen; dit kan dus betekenen dat dit zorgt voor een loon dat hoger is dan het gegarandeerde, hoewel in de sector de traditie van de fooien de laatste jaren afneemt.

b)  Heb ik recht op extra vergoedingen voor later werken?
Gezien de aard van het werk, zit de feitelijke nachtpremie in de sector vervat in het loon, hoewel deze wel uitgesplitst wordt op de loonbrief.

c) Heb ik recht op maaltijdcheques?
In de sector zijn maaltijdcheques; de modaliteiten liggen vast in het casino

d) Bestaat de 6%-regel nog? Ja en nee. Indertijd was overeengekomen dat voor het verlies in werk en loon (gezien de variabele verloning), zes procent van de slotsopbrengsten voor het personeel klassieke spelen ging dienen als compensatie. Nu zijn deze potten alsmaar gegroeid en hebben de werkgevers deze cao opgezegd. Echter, via onderhandeling hebben we bekomen dat er in ieder casino een gelijkwaardig nettovoordeel is gekomen, dat overal anders is inzake invulling of rechthebbenden; hiervoor moet je je dus bevragen in jouw casino bij je aclvb-mandataris, of via je aclvb-secretariaat.

Kledij: ieder jaar wordt aan de vaste (en halfvaste) personeelsleden een bedrag uitgekeerd om te voorzien in hun kledij. Ook kan het zijn dat de werkgever deze kledij zelf ter beschikking stelt.

Hoe worden mijn vervoerskosten terugbetaald ?

De tussenkomsten voor de trein liggen minimum op 75% van de abonnementsprijs.

Bij ander openbaar vervoer, vanaf 5 km, is de prijs gelijk aan de tussenkomst van de bijdrage voor een abonnement, evenwel zonder 75% van de werkelijke prijs te overschrijden.

Indien de prijs een eenheidsprijd is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage forfaitair vastgesteld op 71,8% van de prijs.

Bij gecombineerd vervoer (trein+andere): slechts één vervoerbewijs wordt afgeleverd, meer bepaald dit van de trein.

In elk ander geval worden de verschillende vervoersmiddelen bij elkaar geteld in verhouding tot hun gebruik.

Wie met andere vervoersmiddelen komt (auto etc.) krijgt een tussenkomst vanaf 5 km. Deze is gelijk aan 50% van een treinkaart.

Heb ik recht op tijdskrediet ?

Naast hetgene waarop men automatisch recht heeft (tijdskrediet met motief), geldt er in de sector ook een tijdskrediet van 1/5de loopbaanvermindering in het stelsel landingsbanden voor wie een lange loopbaan van 28 jaar kan aantonen.