PC 318.02 : Loon- en arbeidsvoorwaarden
Op deze pagina:
Arbeidsduur
De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur voor voltijdse werknemers bedraagt 38 uur.
Gezinszorg veronderstelt continuïteit in de dienstverlening. Daardoor kan er ook, met uitsluiting van onderbroken diensten, buiten de normale arbeidsuren gewerkt worden.
Wat wordt verstaan onder normale arbeidsuren? Dit zijn alle prestaties tussen 7 uur en 20 uur van maandag tot en met zaterdag.
Werknemers kunnen dus ook worden tewerkgesteld op zondag, feestdag, 's avonds tussen 20 uur en 22 uur en 's nachts na 22 uur. Uiteraard moet hier rekening worden gehouden met de wettelijke rusttijden.
De werkperiode op zaterdag, zondag of feestdag mag niet korter zijn dan twee opeenvolgende uren.Indien de werkperiode toch korter zou zijn dan twee uren, heeft de werknemer recht op een vergoeding alsof hij twee uren prestaties geleverd heeft op die betreffende dag. De nachtprestaties zijn prestaties tussen 22 uur 's avonds en 7 uur 's morgens. Voor elke prestatie tussen 22 uur en 7 uur wordt minstens voor 8 uur arbeid betaald.
De opdrachten die op zaterdag, zondag, feestdag en 's avonds tussen 20 uur en 22 uur worden uitgevoerd omhelzen de ADL-functies (Activiteit Dagelijks Leven, zoals bijvoorbeeld warme maaltijden bereiden, ontbijt maken, wassen, kleden, verplaatsen, toiletbezoek, continentie, eten), waarbij de klemtoon ligt op verzorgende activiteiten. De opdrachten voor nachtwerk na 22 uur beperken zich tot de ADL-verzorging van cliënten die zich volgens de behandelende arts in een levensbedreigende situatie bevinden.
De werknemer heeft bovenop het basisloon, recht op volgende vergoedingen voor buitengewone prestaties:
-
Voor werk op zaterdag: 30 %.
-
Voor werk op zondag 100 %.
-
Voor werk op feestdag: 100 %.
-
Werk 's avonds tussen 20u en 22u of werk 's nachts : 30%.
-
Werk 's avonds tussen 18u en 20u : 15%.
Voormelde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd. Hiervan kan in de onderneming wel worden afgeweken via een bedrijfsCAO voor zover de vergoeding minstens evenwaardig is.
De toeslag wordt uitbetaald in geld, maar de werknemer kan er ook voor kiezen de toeslag via inhaalrust te compenseren. Procedures hiervoor worden op bedrijfsniveau uitgewerkt.
De werknemer zal zijn inhaalrust dan in blokken van minimum 4 uren opnemen, voor zover hij er vragende partij voor is. De inhaalrust wordt genomen op verzoek van de verzorgenden, zonder dat hierdoor de goede werking van de dienst wordt verstoord.
De werkgevers verbinden zich ertoe dat de dienst bereikbaar zal zijn gedurende alle uren tijdens dewelke prestaties worden verricht door de werknemers.
De onregelmatige prestaties worden beperkt tot het percentage zoals bepaald in de Vlaamse Intersectorale Akkoorden. De organisatie van de prestaties buiten de normale arbeidsuren wordt besproken en geëvalueerd in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, met de syndicale afgevaardigden.
Het opvolgen van de continuïteit van het hulpverlenen is de taak van de verantwoordelijke. Hij overlegt met de werknemer over de praktische organisatie en doet hiervoor in eerste instantie beroep op vrijwilligers. Indien nodig worden ook andere werknemers ingeschakeld.
Lonen
Deze barema's gelden vanaf 1 juni 2024:
Premiestelsels
Eindejaarspremie
Eindejaarspremie gezinszorg en logistieke hulp
Alle medewerkers krijgen een volwaardige 13de maand. Die is gelijk aan het geïndexeerd brutomaandloon voor de maand oktober van het lopende jaar (incl haard- of standplaatstoelage).
Eindejaarspremie dienstenchequemedewerkers/omkaderingspersoneel dienstencheques
Voor 2023 bedraagt de eindejaarspremie € 416,40 (berekening obv index oktober 2023) plus 55,08 euro (vast bedrag) en 2,5% van het jaarloon.
De dagen, die voor de reglementering inzake jaarlijkse vakantie worden gelijkgesteld (bv. ziekte, ongeval, zwangerschapsverlof), worden voor de berekening van de eindejaarspremie eveneens gelijkgesteld.
De bedragen worden pro rata vastgesteld :
- bij in- of uitdiensttreding in de loop van de referentieperiode
- bij deeltijdse tewerkstelling
De eindejaarspremie wordt in eenmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar.
Er is geen eindejaarstoelage verschuldigd:
-bij ontslag om dringende reden;
-bij beëindiging van de overeenkomst tijdens de proefperiode;
-bij vervangingscontracten waarbij de vervangen werknemer de eindejaarspremie geheel of gedeeltelijk ontvangt;
-bij een studentencontract;
-voor de werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de eindejaarspremie.
Opgelet! Op bedrijfsniveau kunnen betere voorwaarden vastgelegd worden inzake de eindejaarspremie.
Toeslagen voor onregelmatige prestaties
Zoals we in het hoofdstuk mbt de arbeidsduur stelden, veronderstelt de thuiszorg een bepaalde vorm van continuïteit in de dienstverlening. Daartoe kan, onder de hierna vermelde voorwaarden, gewerkt worden buiten de normale arbeidsuren, met uitsluiting van iedere vorm van onderbroken dienst.
Hieronder herhalen we de toeslagen voor onregelmatige prestaties:
De werknemer heeft bovenop het basisloon, recht op volgende vergoedingen voor buitengewone prestaties:
-Voor werk op zaterdag: 30 %.
-Voor werk op zondag 100 %.
-Voor werk op feestdag: 100 %.
-Werk 's avonds tussen 20u en 22u of werk 's nachts : 30%.
-Werk 's avonds tussen 18u en 20u : 15%.
Toeslagen voor uurroosterverstoring
Een uurroosterverstoring is een verstoring van je uurrooster met meer dan 1 uur op vraag van de werkgever, minder dan 5 dagen voor het uitoefenen van de prestatie.
- 8 euro als de wijziging zich voordoet op de 4de, 3de of 2de werkdag voor de prestatie.
- 15 euro als de wijziging zich voordoet op de werkdag voor de dag van de prestatie.
- 19 euro als de wijziging zich voordoet op de dag van de prestatie zelf.
Toeslag voor bereikbaarheid omkaderingspersoneel
Als dergelijk systeem ingevoerd wordt, moet minstens de volgende compensatieregeling voorzien zijn:
- Een forfaitaire brutovergoeding van 76 euro voor een wachtperiode van 24 uur. Indien de wachtperiode korter is, wordt de vergoeding pro rata aangepast.
- De vergoedingen voor weekends, feestdagen en avond/nachtwerk worden toegepast op dit bedrag.
- Een telefonische oproep en eventueel bijkomende prestaties tellen als werktijd van minstens een kwartier.
Hier vind je meer informatie over wat een dergelijk systeem inhoudt, alsook meer informatie rond het organiseren van wachtdiensten voor verzorgenden.
Nachtarbeid
Zoals we in het hoofdstuk mbt de arbeidsduur stelden, veronderstelt de thuiszorg een bepaalde vorm van continuïteit in de dienstverlening. Daartoe kan, onder de hierna vermelde voorwaarden, gewerkt worden buiten de normale arbeidsuren, met uitsluiting van iedere vorm van onderbroken dienst.
Onder nachtarbeid wordt verstaan de arbeid die wordt verricht tussen 20 uur en 7 uur.
De opdrachten beperken zich tot 1 locatie per nacht per werknemer en mogen enkel ADL-gerelateerd zijn, met nadruk op verzorging.
Voor elke prestatie tussen 22 uur en 7 uur, ook die van minder dan 8 uur, wordt 8 uur loon uitbetaald.
De werknemers hebben voor de werkelijk gepresteerde uren tussen 20 uur en 7 uur bovenop het basisloon recht op een toeslag van 30 procent van dit basisloon.
Voor de werknemers die nachtarbeid verrichten wordt specifieke bijscholing voorzien, onder meer met aandacht voor de veiligheid en weerbaarheid.
De organisaties waarvan de werknemers nachtprestaties leveren besteden extra aandacht aan de mobiliteit van deze werknemers.
De werkgevers verbinden zich er toe dat de dienst bereikbaar zal zijn gedurende alle uren tijdens dewelke prestaties worden verricht door de werknemers; bovendien dienen de werknemers zelf ook bereikbaar te zijn door de dienst.
Vervoerskosten
Woon-werkverkeer
De werknemers hebben voor hun woon-werkverkeer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel, met uitzondering van de fiets, motor- of bromfiets en zonder voorwaarde betreffende de minimumafstand ten laste van de werkgever recht op een bijdrage van 80 % in de prijs van een treinkaart 2e klasse van de NMBS voor het aantal kilometers afgelegd tussen de woonplaats van de werknemer en zijn/haar werkplaats.
De werkgevers zijn ertoe gehouden om voor de werknemers die voor hun woon-werkverkeer elke werkdag met een vast traject gebruik maken van de trein of gemengd vervoer NMBS/MIVB/De Lijn/TEC voor dit treinvervoer of het gemengd vervoer NMBS/MIVB/De Lijn/TEC, een overeenkomst, genaamd derdebetalersregeling, af te sluiten met de NMBS, waardoor het treinvervoer onder deze derdebetalersregeling kosteloos is voor de werknemers.
Indien de werknemer gebruik maakt van een fiets, motor- of bromfiets als privévervoermiddel tussen de verblijfplaats en de werkplaats en terug, draagt de werkgever bij in de vervoeronkosten van de werknemer met een financiële bijdrage van 0.24 EUR per afgelegde kilometer.
Indien in het kader van een bedrijfsregeling de werkgever kosteloos een fiets, motor- of bromfiets ter beschikking stelt, onderhoudt, herstelt en vervangt dan vervalt de financiële bijdrage. En gunstigere regelingen op ondernemingsniveau blijven wat de financiële bijdrage woon-werkverkeer betreft uiteraard mogelijk.
Bij een gecombineerd gebruik van openbare vervoermiddelen en privévervoermiddelen, wordt de financiële bijdrage van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemer samengeteld.
Voor de verzorgenden en logistieke hulpen wordt voor de verplaatsing van hun verblijfplaats naar de eerste cliënt en voor de verplaatsing van de laatste cliënt naar de verblijfplaats een zelfde vergoeding betaald zoals voor verplaatsingen in opdracht.
Verplaatsingen in opdracht
Verzorgenden, logistieke hulpen en basis(doelgroep)werknemers
Voor verzorgenden en logistieke hulpen is de minimumkilometervergoeding (sinds 1 januari 2024): 0,3880 EUR/km.
Voor dienstencheque werknemers is dit sinds 1 januari 2018 0,28 EUR per kilometer.
Deze minimumkilometervergoeding geldt exclusief de eventuele door de werkgever ter beschikking gestelde omniumverzekering.
De kilometervergoeding, inclusief de door de werkgever ter beschikking gestelde omniumverzekering, kan nooit hoger liggen dan de forfaitaire kilometervergoeding die de overheid hanteert voor de ambtenaren van de federale overheid.
In afwijking worden voor verplaatsingen in opdracht met de wagen die het gevolg zijn van afspraken tussen de cliënt en de dienst dezelfde kilometervergoeding betaald als deze die de overheid betaalt voor dienstreizen van ambtenaren. Sinds 1 juli 2024 bedraagt deze vergoeding € 0,4415 per km inclusief de door de werkgever ter beschikking gestelde omniumverzekering.
Wanneer de onderneming voor deze verplaatsingen in opdracht met de wagen het gevolg zijn van afspraken tussen de cliënt en de dienst en er een omniumverzekering is afgesloten, wordt de werkelijke kostprijs van deze omniumverzekering (met een maximum van 0,0381 EUR/km - bedrag sinds 1 juli 2023) van de kilometervergoeding in mindering gebracht. Afwijkende regelingen worden onderhandeld op bedrijfsniveau.
Indien in het kader van een bedrijfsregeling, de werkgever een wagen ter beschikking stelt, dan vervalt de vernoemde vergoedingen.
De bepalingen hier zijn van toepassing voor verzorgenden en logistieke hulpen, inbegrepen diegenen die tewerkgesteld worden in een gesco-statuut en diegenen die betaald worden uit de middelen Sociale Maribel.
Omkaderingspersoneel en administratief personeel
Aan het omkaderingspersoneel en administratief personeel (bedienden) dat voor hun verplaatsingen in opdracht van de werkgever gebruik maakt van de wagen, betaalt de werkgever voor de afgelegde kilometers dezelfde kilometervergoeding als deze die de overheid betaalt voor dienstreizen van zonder dat ooit sprake kan zijn van een dubbele vergoeding voor dezelfde kilometers. Sinds 1 juli 2024 bedraagt deze vergoeding € 0,4415 /km inclusief de door de werkgever ter beschikking gestelde omniumverzekering.
Wanneer de onderneming voor deze verplaatsingen in opdracht met de wagen een omniumverzekering heeft afgesloten, wordt de werkelijke kostprijs van deze omniumverzekering (met een maximum van 0,0381 EUR/km – bedrag sinds 1 juli 2023) van de kilometervergoeding in mindering gebracht. Afwijkende regelingen worden onderhandeld op bedrijfsniveau.
Aan de werknemers die voor hun verplaatsingen in opdracht gebruik maken van een fiets, motor- of bromfiets, betaalt de werkgever een vergoeding van 0,24 EUR per kilometer voor alle afgelegde kilometers.
Indien in het kader van een bedrijfsregeling, de werkgever een wagen, een fiets, motor- of bromfiets, ter beschikking stelt, dan vervalt de vernoemde vergoeding.
Aan de werknemers die voor hun verplaatsingen in opdracht gebruik maken van het openbaar vervoer, betaalt de werkgever de reële kostprijs volgens de goedkoopste formule.
Terugbetaling
De uitbetaling van de vergoedingen door de werkgever gebeurt ten laatste tijdens de loonafrekening van de maand volgend op de maand waarin de vervoerkosten werden gemaakt.
Verlofstelsels
Anciënniteitsverlof
Aan de werknemers (ook voor dienstenchequewerknemers) met 5 jaar of meer dienstanciënniteit wordt een dag anciënniteitsverlofdag toegekend:
- de anciënniteitsverlofdag wordt pro rata toegekend aan deeltijds personeel
- het recht op anciënniteitsverlof gaat in op 1 januari, volgend op het jaar waarin de 5 jaar dienstanciënniteit wordt bereikt;
- het loon voor de anciënniteitsverlofdag wordt berekend zoals het loon voor de feestdagen.
Aan de werknemers met 10 jaar of meer dienstanciënniteit (niet voor dienstenchequewerknemers) wordt een 2de dag anciënniteitsverlof toegekend.
Conventionele verlofdagen
Aan de werknemers worden 5 aanvullende verlofdagen toegekend vanaf de leeftijd van 35 jaar tot en met de leeftijd van 44 jaar. Deze aanvullende verlofdagen worden toegekend met ingang van het kalenderjaar waarin de werknemer de leeftijd van 35 jaar bereikt.
Vrijstelling van arbeidsprestaties
De algemene regeling met betrekking tot de vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon vanaf de leeftijd van 45 jaar is voor een voltijdse werknemer als volgt:
- 12 dagen per kalenderjaar vanaf de leeftijd van 45 jaar
- 24 dagen per kalenderjaar vanaf de leeftijd van 50 jaar
- 36 dagen per kalenderjaar vanaf de leeftijd van 55 jaar
Gewettigde afwezigheid om dwingende familiale redenen
De werknemer heeft het recht op een niet-bezoldigde afwezigheid van maximum 10 dagen per jaar in de volgende gevallen:
- ongeval, ziekte of overlijden van een afstammeling, van de echtgenoot of van een andere persoon die tot het gezin behoort;
- ongeval, ziekte of overlijden van een alleen levende vader, moeder of afstammeling;
- noodzakelijkheid van bewaking van de kinderen van de werknemer;
- aanzienlijke materiële schade aan de woning van de werknemer.
Deze dagen zijn, wat de sociale zekerheid betreft, gelijkgesteld met arbeidsdagen.
De werknemer moet de werkgever hiervan vooraf op de hoogte brengen of, indien onmogelijk, hem onmiddellijk verwittigen.
De reden van de afwezigheid moet door gepaste documenten worden bewezen of, bij gebreke hieraan, door om het even welk ander rechtsmiddel.
De afwezigheid mag nooit minder bedragen dan één dag, tenzij de werknemer om één van hoger vermelde redenen zijn werk dringend moet verlaten.
In dat laatste geval wordt elke afwezigheid van meer dan 4 uren gelijkgesteld met een afwezigheid van een dag en elke afwezigheid van minder dan 4 uren, met deze van een halve dag.
Nochtans moeten de op die dag reeds gepresteerde uren arbeid vergoed worden.
Tijdskrediet
Tijdskrediet geeft de werknemer het recht om hetzij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst volledig te onderbreken, hetzij zijn arbeidsprestaties te verminderen tot 4/5-tijds of tot halftijds.
De regering Michel 1 heeft zwaar ingegrepen in de uitkeringen die de RVA betaalt voor tijdskrediet. Zo moet je steeds het onderscheid maken tussen de vraag : heb ik recht op tijdskrediet, en onder welke voorwaarden ? En de vraag : heb ik ook recht op een RVA vergoeding voor de compensatie van het loonverlies ? Dat laatste is niet meer altijd het geval.
De Vivaldi-regering besliste bij de begrotingsopmaak 2023-2024 om te besparen op de uitkeringen bij tijdskrediet en thematische verloven. De nieuwe maatregelen gaan in op 1 februari 2023. Opnieuw loopt het recht op tijdskrediet en het verkrijgen van een uitkering niet meer gelijk.
We geven hieronder een beknopt overzicht van de verschillende mogelijkheden om tijdskrediet op te nemen. Voor meer inlichtingen kan je terecht op de themapagina’s van tijdskrediet van de ACLVB: https://www.aclvb.be/nl/tijdskrediet of neem contact op met jouw ACLVB-secretariaat.
Voor elk van de hieronder beschreven stelsels bestaan er eveneens organisatorische regels die moeten vermijden dat de normale werking van de ondernemingen wordt verstoord. Je kan hierover meer informatie bekomen in jouw ACLVB-secretariaat.
Niet-gemotiveerd tijdskrediet :
Om diverse redenen is het tijdskrediet zonder motief sinds 1 april 2017 afgeschaft. Dat wil zeggen dat verlengingsaanvragen voor dit tijdskrediet dan ook niet meer mogelijk zullen zijn. Wanneer een werknemer nog in tijdskrediet zonder motief zit, zal hij hiervoor geen aanvraag tot verlenging meer kunnen indienen. Hij kan zijn oorspronkelijk aangevraagde periode wel nog vervolledigen.
Gemotiveerd tijdskrediet : Recht ja – Vergoeding RVA : ja (gedeeltelijk)
Wat het openen van de rechten qua tijd betreft : het gemotiveerd tijdskrediet geeft de werknemer met 24 maanden anciënniteit de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties voltijds, halftijds of met 1/5e te onderbreken gedurende 36 maanden voor het motief ‘opleiding’ , of gedurende 51 maanden voor de motieven : ‘zorg voor het kind jonger dan 8 jaar’ , ‘palliatieve verzorging’, ‘zwaar ziek kind of familielid’ of ‘gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar’. Opgelet: het recht op uitkeringen verschilt van deze bepalingen!
De werknemer moet zijn gemotiveerde aanvraag kunnen bewijzen.
Wijziging in het stelsel tijdskrediet met motief “zorg voor een kind jonger dan 8 jaar” :
Vanaf 1 februari 2023 is de leeftijd, duurtijd en anciënniteitsvoorwaarde voor tijdskrediet met ‘motief zorg voor het kind’ gewijzigd. Opgelet! Het betreft enkel een wijziging voor het toekennen van de uitkeringen voor de voltijdse onderbreking :
- De leeftijd voor het toekennen van uitkeringen voor deze voltijdse onderbrekingen verlaagt van 8 naar 5 jaar.
- De duurtijd van de uitkeringen is teruggebracht van 51 tot 48 maanden, ongeacht de vorm (1/5e, halftijds of voltijds). De beperking van de maximumduur tot 48 maanden geldt ook voor tijdskrediet voor andere zorgdoeleinden die vóór 01/02/2023 zijn ingegaan voor werknemers die op 1/02/2023 minder dan 30 maanden tijdskrediet voor zorgdoeleinden hebben opgenomen. Voor degenen die op die datum meer dan 30 maanden tijdskrediet hebben opgenomen: zij blijven profiteren van 51 maanden van dit tijdskrediet met betaling van uitkeringen.
Een andere verstrenging die vooral ten nadele van deeltijdse werknemers geldt, is de verstrenging van de tewerkstellingsvoorwaarde (tewerkstellingsbreuk), en dit voor het verkrijgen van uitkeringen voor alle vormen van tijdskrediet met motief :
- Wie deeltijds tijdskrediet met motief wil opnemen met uitkering moet voortaan 12 maanden voorafgaand aan de schriftelijke aanvraag voltijds tewerkgesteld zijn geweest.
-
Wie voltijds tijdskrediet met motief wil opnemen met uitkering moet voortaan :
- 12 maanden voltijds gewerkt hebben voorafgaand aan de aanvraag of
- 24 maanden deeltijds gewerkt hebben voorafgaand aan de aanvraag.
Voor het gemotiveerd tijdskrediet betaalt de RVA wel een vergoeding om het inkomensverlies te compenseren. De uitkeringen van de RVA zijn sinds 1 februari 2023 eveneens gewijzigd. Zo werden alle anciënniteitstoeslagen en leeftijdstoeslagen in de uitkeringsstelsels geschrapt, en dit voor alle vormen van tijdskrediet met motief aangevraagd na 31 januari 2023. De aangepaste uitkeringen kunnen geraadpleegd worden op de themapagina’s van tijdskrediet van de ACLVB: https://www.aclvb.be/nl/tijdskrediet.
Tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbaan) :
Algemeen stelsel : Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 60 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Ja
De vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 60 jaar of ouder, biedt aan personen die dat willen de kans om hun arbeidsritme te verminderen, naar het einde van hun loopbaan toe, door over te stappen, hetzij 4/5-tijds , hetzij halftijds (voor personen die minstens 3/4-tijds zijn tewerkgesteld). Er is geen maximale duur voorzien. In dit geval is een bedrijfsanciënniteit van 24 maanden vereist (of minder indien de partijen dit overeenkomen) en moet men een beroepsloopbaan van 25 jaar kunnen aantonen.
Instappen in dit algemeen systeem van tijdskrediet eindeloopbaan geeft wel recht op een RVA vergoeding om het inkomensverlies te compenseren.
Sectoraal stelsel tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbaan): Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 55 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Ja
Het paritair comité 318.02 heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de leeftijd die toegang geeft tot de onderbrekingsuitkeringen te verlagen tot 55 jaar voor de werknemers die zich in een van de volgende situaties bevinden:
- ze zijn op de aanvangsdatum van hun vermindering van prestaties tewerkgesteld in een onderneming die is erkend als zijnde in herstructurering of in moeilijkheden;
- op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever kunnen ze 35 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen, in de zin van de reglementering ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’;
- op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever waren ze:
- ofwel ten minste 5 jaar gedurende de 10 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
- ofwel ten minste 7 jaar gedurende de 15 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
- ofwel ten minste 20 jaar tewerkgesteld in een stelsel van nachtarbeid.
Onder ‘zwaar beroep’ wordt verstaan dat men heeft :
- gewerkt heeft in ‘wisselende ploegen van 2 werknemers die zowel qua inhoud als qua omvang hetzelfde werk doen’,
- ‘gewerkt hebben in uurrooster met onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder permanent verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld,
- gewerkt in een arbeidsregime met nachtprestaties.
Sectoraal stelsel tijdskrediet eindeloopbaan: Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Nee
In het PC 318.02 heeft de werknemer wel het recht om deze tijdskredietformule vanaf 50 jaar onder de volgende vormen, echter zonder dat de RVA hiervoor een vergoeding betaalt:
- halftijds op voorwaarde dat de werknemer een zwaar beroep heeft uitgeoefend dat bovendien voorkomt in de lijst van de knelpuntberoepen;
- 4/5-tijds als de werknemer een zwaar beroep heeft uitgeoefend of een 28-jarige loopbaan kan voorleggen;
- halftijds of 4/5-tijds wanneer het bedrijf van de werknemer erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.
Thematisch verlof
Elke werknemer heeft recht op het nemen van een thematische verlof. Hiermee wordt de werknemer bedoeld die zijn/haar loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreekt in het kader van :
- palliatief verlof;
- verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid;
- ouderschapsverlof.
De werknemers, die één van deze thematische verloven opnemen, krijgen van de Federale Overheid een compenserende vergoeding in de vorm van een RVA-vergoeding met dien verstande dat alle anciënniteitstoeslagen en leeftijdstoeslagen in de uitkeringsstelsels zijn geschrapt, en dit voor alle vormen van thematische verloven aangevraagd na 31 januari 2023.
Aanmoedigingspremie
Werk je in de privésector of de social profit sector? En neem je tijdskrediet, ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor medische bijstand of mantelzorgverlof op? Dan kan je onder bepaalde voorwaarden een aanmoedigingspremie krijgen. Dat is een aanvullende uitkering die je van de Vlaamse overheid krijgt, bovenop de onderbrekingsuitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Meer info over de de toekenningsregels en de aanvraag van de Vlaamse aanmoedigingspremies kan je hier vinden : https://www.vlaanderen.be/vlaamse-aanmoedigingspremie.
Voor meer informatie kan je steeds terecht op onze site of in je ACLVB-secretariaat.
Eindeloopbaan
SWT : Bestaat het brugpensioen nog in mijn sector?
Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.
Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan je elders op onze website terecht.
Wij kunnen op deze website niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op je individuele vragen. Veel hangt af van jouw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan u steeds terecht in één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.
Hieronder geven wij een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die actueel van toepassing zijn voor alle werknemers van het PC 318.02:
REGIME SWT PC 318.02 |
LEEFTIJD |
LOOPBAAN |
GELDIGHEIDSDUUR VOORWAARDEN (**) |
||
|
mannen |
vrouwen |
BEGIN |
EINDE |
|
ALGEMEEN STELSEL |
62 |
40 40 |
39 40 |
01/01/2023 01/01/2024 |
31/12/2023 31/12/2024 |
SWT ZWARE BEROEPEN |
60 (*) |
35, waarvan 5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep |
1/07/2023 |
30/06/2025 |
|
SWT NACHTARBEID, BOUW EN ZWARE BEROEPEN |
60 (*) |
33, waarvan 20 jaar nachtarbeid OF 5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep |
1/07/2023 |
30/06/2025 |
|
SWT LANGE LOOPBAAN |
60 (*) |
40 |
1/07/2023 |
30/06/2025 |
|
LANDINGSBAAN 1/2 | 1/5 - lange loopbaan, zwaar beroep | 55 |
35 OF 5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep OF 20 jaar in regime nachtprestaties |
01/07/2023 | 30/06/2025 |
(*) De toegangsleeftijd voor de bijzondere stelsels SWT bedraagt sinds 1 juli 2021 60 jaar. De toegangsleeftijd voor het stelsel 'medische SWT' is vastgelegd op 58 jaar voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2025.
(**) De werknemers die in de bijzondere stelsels SWT stappen, zijn vrijgesteld van beschikbaarheid op de arbeidsmarkt.
Syndicale rechten
De premie bedraagt 120 euro per jaar voor werknemers die voltijdse syndicale bijdragen betalen. Ook werknemers die deeltijdse syndicale bijdragen betalen, krijgen 120 euro per jaar.
Om de volledige premie te ontvangen moet je van 1 januari tot 31 december gewerkt hebben in de sector en lid zijn van de Liberale Vakbond. Als je de volledige periode niet gewerkt hebt, krijg je per maand dat je gewerkt hebt 10 euro.
De premie wordt pro rata toegekend voor de gepresteerde maanden bij pensionering in de loop van de referteperiode, ontslag ingevolge medische reden, loopbaanonderbreking en overlijden.
Wat moet je juist doen? Je ontvangt een attest per post. Breng dit ingevulde attest binnen bij je ACLVB- secretariaat. Het attest moet voorzien zijn van jouw lidnummer, je rekeningnummer en de datum waarop je lid werd (eventueel overgekomen van een andere vakbond).
Wanneer krijg je de premie? Betaling vanaf januari.