Rol arbeidsgeneesheer, psychosociale preventieadviseur en vertrouwenspersoon
Op deze pagina:
Tussenkomst van de arbeidsgeneesheer
Het kan gebeuren dat de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer tijdens een medisch onderzoek naar aanleiding van het gezondheidstoezicht op werknemers, vaststelt dat een bepaalde werknemer gezondheidsproblemen heeft die vermoedelijk te wijten zijn aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. In dat geval moet de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de werknemer informeren over de mogelijkheid zich te wenden tot de bevoegde psychosociale preventieadviseur of de vertrouwenspersoon. Hij kan, indien hij oordeelt dat de werknemer zelf niet in staat is zich tot deze personen te wenden, met instemming van de werknemer zelf de psychosociale preventieadviseur op de hoogte brengen van het feit dat een werknemer zijn beklag doet over geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Volgens de huidige regelgeving mag de preventieadviseur bevoegd voor arbeidsgeneeskunde niet gelijktijdig de functie van vertrouwenspersoon uitoefenen omwille van een mogelijk rolconflict. Om diezelfde reden, kan hij niet gelijktijdig de functie van psychosociale preventieadviseur uitoefen.
Rol van de psychosociale preventieadviseur
De psychosociale preventieadviseur heeft de volgende algemene taken:
- meewerken aan de risicoanalyse;
- advies geven over het globaal preventieplan en het jaaractieplan;
- meewerken aan het uitvoeren van preventiemaatregelen;
- regelmatig de arbeidsplaatsen bezoeken op eigen initiatief of op vraag van de werkgever, de werknemers of hun vertegenwoordigers;
- de werkposten onderzoeken op eigen initiatief of op vraag van de werkgever of de werknemers;
- incidenten onderzoeken, alsook onderzoek doen die hij noodzakelijk acht voor de verbetering van de preventie;
- adviseren over de informatie en de vorming van de werknemers;
- ter beschikking staan van de personen van de onderneming voor alle vragen omtrent de toepassing van de wetgeving.
Met betrekking tot geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, heeft de psychosociale preventieadviseur enkele specifieke taken:
- deelnemen aan de uitwerking van de procedures die moeten gevolgd worden door de werknemers die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk;
- advies uitbrengen over de gespecialiseerde diensten of instellingen die een passende psychologische ondersteuning kunnen bieden aan de werknemers die het slachtoffer worden van geweld gepleegd door derden;
- aan de preventieadviseur van de interne dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk de gegevens verstrekken die pertinent zijn voor het opstellen van het jaarverslag;
- raad geven en opvang bieden aan de werknemers die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;
- op informele wijze deelnemen aan het zoeken naar een oplossing;
- de met redenen omklede klachten en de getuigenverklaringen ontvangen;
- de werkgever op de hoogte brengen van het feit dat de klager en de getuige beschermd zijn tegen ontslag en hun identiteit meedelen aan de werkgever;
- de met redenen omklede klachten onderzoeken en aan de werkgever adequate maatregelen voorstellen;
- met het akkoord van de werknemer, zich wenden tot het Toezicht op het Welzijn op het Werk, indien de feiten blijven voortbestaan na zijn interventie;
- een individueel klachtendossier samenstellen en bijhouden;
-
regelmatig overleg plegen met de vertrouwenspersoon.
De psychosociale preventieadviseur mag niet tegelijkertijd de functie uitoefenen van preventieadviseur bevoegd voor de arbeidsgeneeskunde, omwille van een mogelijk rolconflict waardoor het vertrouwen dat de werknemer in de arbeidsgeneesheer heeft, in het gedrang kan worden gebracht.
Rol van de vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon staat de werkgever, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers bij voor de toepassing van de preventiemaatregelen. Concreet betekent dit:
- deelnemen aan de uitwerking van de procedures die gevolgd moeten worden door de werknemer die verklaart het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;
- de gegevens verstrekken die pertinent zijn voor het opstellen van het jaarverslag aan de preventieadviseur van de interne dienst;
- de gegevens meedelen aan psychosociale preventieadviseur van de door hem behandelde incidenten die zich bij herhaling voordoen;
- raad geven aan en opvang bieden aan werknemers die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;
- op informele wijze deelnemen aan het zoeken naar een oplossing;
- de met redenen omklede klachten van de klager ontvangen;
- de met redenen omklede klachten bezorgen aan de psychosociale preventieadviseur;
- regelmatig overleg plegen met de psychosociale preventieadviseur.