Verzoeningsprocedure
Op deze pagina:
Overleg en dialoog zorgen bij conflictsituaties vaak voor een oplossing of voor een nieuwe impuls voor verdere onderhandelingen. ACLVB draagt collectieve bemiddeling en verzoening dan ook hoog in het vaandel. Het systeem van sociale bemiddeling bij collectieve conflicten in België is oplossingsgericht en heeft als bijkomend doel de sociale dialoog op ondernemingsniveau te vrijwaren en te verbeteren. De collectieve bemiddeling in de privésector in België heeft een lange traditie en is sinds 1968 wettelijk omkaderd. In de overheidssector is een bemiddelingsprocedure pas ingevoerd in 2013.
Bemiddelen via verzoeningsbureau
Bij collectieve conflicten treedt het paritair (sub)comité op als bemiddelaar door middel van een verzoeningsbureau dat wordt opgericht om collectieve conflicten op te lossen en te voorkomen op ondernemingsniveau in de privésector.
De bemiddeling wordt georganiseerd door de Belgische Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Een team van sociaal bemiddelaars en secretarissen zorgt dat een verzoeningsprocedure mogelijk is en biedt administratieve ondersteuning. Het verzoeningsbureau wordt voorgezeten door een ambtenaar, de federale sociaal bemiddelaar, die ook het paritair comité voorzit. Het bureau bestaat uit leden van het paritair comité die zowel de werknemers- als de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen. Deelname aan de verzoeningsprocedure is niet verplicht, verschillende paritaire comités hebben in hun huishoudelijk reglement wel een preventieve maatregel opgenomen om de sociale vrede te waarborgen.
Bemiddelingsprocedure
Een van de conflicterende partijen informeert haar werknemers- of werkgeversorganisatie over het geschil. Als alle onderhandelingsmethodes op ondernemingsniveau uitgeput zijn, zal de organisatie een aanvraag indienen om een verzoeningsbureau samen te stellen. Het verzoeningsbureau belegt een vergadering waarin de conflicterende partijen hun geschil aan de leden van het verzoeningsbureau voorleggen. De partij die de aanvraag heeft ingediend krijgt als eerste het woord.
In een volgende fase kan de tegenpartij haar argumenten op tafel leggen. De leden van het verzoeningsbureau krijgen de kans om vragen te stellen maar mogen nog geen standpunt kenbaar maken. Vervolgens wordt de zitting geschorst en beraden de leden van het verzoeningsbureau zich over de zaak om tot een onverdeeld standpunt te komen. In deze fase kan de bemiddelaar de conflicterende partijen afzonderlijk raadplegen.
Als het verzoeningsbureau tot een onverdeeld standpunt is gekomen, wordt dit aan de conflicterende partijen aanbevolen. Hoewel deze aanbeveling niet bindend is, wordt ze in de praktijk vaak gevolgd. Indien het verzoeningsbureau niet tot een onverdeeld standpunt komt, wordt de procedure stopgezet met een proces-verbaal van niet-verzoening. Het verzoeningsbureau kan ook aanbevelen om de onderhandelingen voort te zetten op ondernemingsniveau en/of om te bemiddelen.