Iedereen toegang tot studentenarbeid

09/05/2014 - 16u

Met de zomervakantie in het vooruitzicht is de Economische en Sociale Raad (ESRBHG) er voorstander van dat openstaande studentenjobs door alle jongeren zouden kunnen worden ingevuld. Deze jobs vormen immers een uitstekende voorbereiding op hun latere beroepsleven. Niettemin worden ze al te vaak uitsluitend voorbehouden voor kinderen van personeelsleden en directie, waardoor ondernemingen ervan worden weerhouden om ze open te stellen voor andere meer plaatselijke groepen, die eventueel verder van de arbeidsmarkt af staan. Zo zijn Brusselse jongeren onder de jobstudenten verhoudingsgewijs steeds meer ondervertegenwoordigd.

Jobstudenten aanwerven is sinds vele jaren een gangbaar gebruik in België. Zo werden er tijdens de zomer van 2013 385 000 jongeren met een studentenovereenkomst aangeworven[1].

Studentenarbeid is een uitstekende manier om zich in de arbeidswereld in te schakelen (profit of non-profit, privaat of publiek). Zo krijgen jongeren - in het bijzonder jongeren van gezinnen die zelf door werkloosheid getroffen zijn - de kans om zich een meer realistisch beeld te vormen van het beroepsleven, om belangstelling te krijgen en beroepen te ontdekken, om de juiste keuzes te maken. Bovendien « hangt het feit dat men tijdens de studies heeft gewerkt samen met een verlaging van de werkloosheidsgraad drie jaar na het beëindigen van de studies, ook bij uittredende jongeren zonder diploma, en zou het de kans op een betrekking met een COD aanzienlijk vergroten »[2].

De analyse van de cijfers van het 3de trimester 2013 leert de Economische en Sociale Raad dat slechts 7% van de jobstudenten van het hele Koninkrijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gedomicilieerd (26 948 op een totaal van 385 160). Bovendien neemt het relatieve aandeel van de Brusselse studenten de afgelopen jaren voortdurend af, zoals blijkt uit de cijfers van de onderstaande tabel. De in Brussel gedomicilieerde jongeren zijn in de vacatures duidelijk ondervertegenwoordigd. En de situatie wordt steeds erger.

Eén van de redenen voor deze lage tewerkstellingsgraad van jongeren die in Brussel zijn gedomicilieerd, wordt verklaard door het gebruik om de tewerkstellingsmogelijkheden met een studentenovereenkomst voor kinderen van personeelsleden of directie voor te behouden. Deze manier van aanwerven, die bij de ondernemingen vrij algemeen verbreid is, ontzegt een soms meer plaatselijke bevolkingsgroep die eventueel verder van de arbeidswereld af staat, elke mogelijkheid om deze zo nuttige eerste beroepservaring op te doen.

Voor de Brusselse Economische en Sociale Raad kan dit gebruik een hinderpaal voor de gelijkheid van kansen vormen, omwille van de discriminerende aard ervan ten overstaan van jongeren die binnen de ondernemingen geen familieband hebben. Tevens draagt het bij tot een steeds grotere ongelijkheid, omdat de kloof tussen diegenen die werk hebben en diegenen die werk zoeken aldus steeds groter wordt. Meer openheid zou daarentegen de diversiteit binnen de ondernemingen ten goede kunnen komen, de hinder als gevolg van verplaatsingen kunnen verminderen, maar de ondernemingen ook in staat stellen om hun imago op te waarderen en meer bekendheid in hun nabije omgeving te verwerven.

Dientengevolge beveelt de Economische en Sociale Raad aan om studentenjobs geleidelijk aan meer open te stellen voor alle jongeren - en niet alleen voor diegenen die een band met een personeelslid of de directie hebben - zodat iedereen van een eerste contact met de arbeidswereld zou kunnen genieten en zich zo op de best mogelijke manier op hun toekomstige inschakeling in het beroepsleven zou kunnen voorbereiden.

[1] Bron : RSZ-statistieken

[2] Zie het rapport over « Le travail des étudiants » van de Conseil économique et social (RF), 2007 :http://www.lecese.fr/sites/default/files/pdf/Avis/2007/2007_25_%20laurent_berail.pdf

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart