De coronacrisis heeft de afgelopen maanden ongezien harde klappen uitgedeeld. We kunnen de crisis te boven komen op voorwaarde dat de economie, de fiscaliteit, de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt hervormd worden. Als liberale syndicalisten willen wij de uitwassen van de vrijemarkteconomie op sociaal vlak en milieuvlak aanpakken. Het moment is daar om de transitie naar een meer rechtvaardige en duurzame wereld aan te vatten.
Onze opvatting van het sociaalliberalisme biedt een antwoord op 8 uitdagingen.
De wereld na vandaag kan niet langer de wereld zijn zoals we die gekend hebben. Te veel armoede, te veel stress, te veel vervuiling, te veel verkeersfiles, …
Liberale vakbondsmensen hebben altijd geloofd dat de vrijemarkteconomie beter in staat was om de bevolking een zekere mate van welzijn te bieden, mits de excessen ervan worden gecorrigeerd. Wij zijn voorstander van sterke openbare diensten, een sociale zekerheid die de periodes van tegenspoed in het leven verzacht, eerlijke lonen en een eerlijke belastingheffing. In de jaren negentig zijn we ons ten volle bewust geworden van de noodzaak om ons milieu te beschermen; op een dode planeet zullen immers geen fatsoenlijke jobs meer voorhanden zijn. De gezondheidscrisis geeft ons de mogelijkheid om opnieuw de kaarten te schudden.
De medewerkers van onze studiedienst onderscheidden 8 uitdagingen en formuleerden een reeks antwoorden daarop.
De economie aanzwengelen via investeringen
Het strenge besparingsbeleid verarmt zowat iedereen; het is niet de beste oplossing om het evenwicht te herstellen in de overheidsfinanciën die het zwaar te verduren hadden door de coronapandemie. We moeten de economische machine aanzwengelen via een investeringsplan op grote schaal. Het herstelplan dient gefinancierd te worden via de uitgifte van euro-obligaties. Het Belgisch plan zal kaderen in de Europese Green Deal om zo ook bij te dragen tot het realiseren van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) tegen 2030.
De soorten investeringen die we naar voren schuiven, hebben betrekking op:
- transportinfrastructuur, met een specifieke aandacht voor openbaar vervoer, fietspaden en andere duurzame vervoersmodi
- digitale infrastructuur, met een bijzondere aandacht voor de ondersteuning van digitaal zwakkere personen
- onderwijsinfrastructuur
- gezondheidsinfrastructuur en wetenschappelijk onderzoek
- hernieuwbare energie en energie-efficiëntie
- renovatie en isolatie van gebouwen
De ACLVB vraagt dat de overheidsinvesteringen vanaf 2021 minstens tijdelijk worden opgetrokken naar 5% van het bbp. Dat impliceert een verdubbeling van het jaarlijks niveau van overheidsinvesteringen.
De ACLVB vraagt dat het budgettair beleid wordt onderworpen aan een sociale toets en een consumptietoets. Die moeten erop toezien dat de koopkracht van werknemers én sociaal verzekerden er niet op achteruitgaat en de kwaliteit van de publieke dienstverlening gevrijwaard blijft.
Meer stabiele jobs creëren
Ons sociaal model heeft veel werknemers een vangnet geboden om de coronacrisis het hoofd te helpen bieden. Andere, zoals uitzendkrachten, tijdelijke werknemers, werknemers op digitale platforms, … kortweg, iedereen met een precair contract of zonder contract werd harder getroffen door de crisis.
De ACLVB vraagt dat sociale ratio’s worden ontwikkeld met betrekking tot precaire arbeid, waarbij het de bedoeling is dat ondernemingen zich verantwoordelijk opstellen en kwaliteitsvolle tewerkstelling ondersteunen. De sociale partners zouden op sectorniveau de definitie van precaire arbeid moeten bepalen, waarbij drie vormen zouden worden geviseerd: onvrijwillig deeltijds werk, tijdelijke contracten en uitzendarbeid. Concreet zou op basis van de sectorale definitie een bovengrens en ondergrens vastgelegd worden, waarna jaarlijks voor elke onderneming een sociale ratio zou berekend worden. Ondernemingen die te veel personen tijdelijk, onvrijwillig deeltijds of op interimbasis aan het werk stellen en daardoor onder de grens van de sociale ratio komen, zouden financieel getroffen worden door een verhoging van de patronale bijdragen. Omgekeerd zouden ondernemingen die de bovengrens overschrijden, financieel gestimuleerd kunnen worden met bijkomende bijdrageverminderingen.
De ACLVB vraagt een aanpassing van artikel 10bis van de Arbeidsovereenkomstenwet zodat de werkgever ertoe gehouden is om, uiterlijk één maand voorafgaand aan de voorziene einddatum van het contract van bepaalde duur, de werknemer per aangetekend schrijven in kennis te stellen van het feit of er al dan niet een volgende arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, dan wel een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur zal worden aangeboden.
De ACLVB vraagt effectieve en afdwingbare mechanismes die onvrijwillig deeltijdse werknemers meer mogelijkheden geven om minstens structureel bijkomende uren, en idealiter voltijdse arbeidsovereenkomsten, te verkrijgen bij hun werkgever.
De fiscaliteit grondig hervormen
De ACLVB vraagt de invoering van een progressieve dual income tax. De bedoeling is om via het luik inkomens uit vermogen meerinkomsten te genereren en die vervolgens te gebruiken om te sleutelen aan de belastingschijven in de huidige personenbelasting. Hierdoor wordt het Belgische fiscaal systeem evenwichtiger en kan de belastingdruk op arbeid verlaagd worden.
Dit systeem laat toe om alle vormen van inkomsten uit vermogen te belasten op eenzelfde en progressieve manier. Het gaat om de inkomsten die tegenwoordig zijn onderworpen aan een roerende voorheffing van 30% (dividenden en inkomsten uit obligaties), inkomsten uit royalty’s en patenten, derivaten maar ook meerwaarden op aandelen, aandelenfondsen en ook de reële huurinkomsten.
Vertrekpunt is het basisprincipe van de klassieke dual income tax; dat betekent dat inkomens uit arbeid en inkomens uit vermogen afzonderlijk worden belast, met één systeem voor die uit arbeid en één systeem voor die uit vermogen.
Weliswaar voegen we daar een ander belangrijk basisprincipe aan toe, met name de progressiviteit:
ook bij de inkomens uit vermogen worden progressieve tarieven gehanteerd, maar minder hoge en uiteenlopende dan bij arbeid. Op die manier worden inkomsten uit arbeid en vermogen volgens hetzelfde principe, maar niet samen belast.
Op het niveau van de Europese Unie vraagt de ACLVB
- een ruimere invoering van een CCCTB (Common Consolidated Tax Base) op alle ondernemingen die een vestiging hebben in meer dan één lidstaat
- een specifieke regeling voor digitale ondernemingen waarbij de winst van de digitale spelers wordt belast op basis van winst en aantal klanten in een land, ook al heeft de onderneming geen fysieke aanwezigheid in het land in kwestie
-
een minimum Europees belastingtarief voor grote ondernemingen
De koopkracht verhogen
De coronacrisis illustreert meer dan ooit dat binnenlandse consumptie de belangrijkste motor is van de economie, ook in open economieën als de Belgische. De bestedingen van particulieren zijn goed voor meer dan de helft van het bruto binnenlands product en kunnen er in crisistijden voor zorgen dat de economie blijft draaien, ook al valt de wereldhandel stil. Er is bovendien nog ruimte om de lokale productie en consumptie verder te versterken, o.a. ook om het aantal verplaatsingen te verminderen en de regionale tewerkstelling te bevorderen.
- De ACLVB vraagt een aanpassing van de loonwet van 1996 en de terugkeer naar de vrije loononderhandelingen onder sociale partners
- De ACLVB vraagt een onmiddellijke verhoging van het GGMMI (beter bekend als nationaal minimumloon) met 3,5%
- De ACLVB vraagt een tijdelijke verdubbeling van de fiscale werkbonus naar 66,28% voor werknemers die terug beginnen te werken na een periode van volledige of gedeeltelijke tijdelijke werkloosheid
-
De ACLVB vraagt dat er vanuit de federale en regionale overheden een toereikend budget wordt voorzien om de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers uit de non-profitsectoren substantieel te verbeteren.
Arbeidsvoorwaarden menswaardiger maken
De arbeidsvoorwaarden zijn aanzienlijk veranderd tijdens de gezondheidscrisis. Naast diegenen die tot tijdelijke werkloosheid veroordeeld waren, dienden talrijke werknemers hard te werken, met inachtname van een reeks preventiemaatregelen (mondmasker dragen, handen wassen, werkmateriaal reinigen, social distancing). Sommigen zullen zelfs niet al hun vakantiedagen kunnen opnemen voor het einde van het jaar. De ACLVB vraagt dat de vakantiereglementering aangepast zou worden
- zodat de werknemer die zijn vakantierechten niet kon opnemen in het vakantiejaar, ze kan overdragen naar het volgende vakantiejaar
- om de omzetting van vakantiedagen naar ziektedagen mogelijk te maken bij ziekte tijdens de vakantieperiode
Telewerk kwam naar voren als oplossing voor mobiliteitsproblemen en tijdverlies door woon-werkverplaatsingen. Voor de functies die het toelaten, vraagt de ACLVB: een recht op structureel telewerk van minstens 2 dagen per week op vraag van de werknemer. De werkgever zou, bovenop de bestaande vergoeding door cao 85, moeten voorzien in een tussenkomst in de bureaukosten van de werknemer die telewerkt.
De ACLVB vraagt het optrekken van de duur van het ouderschapsverlof tot 6 maanden, per kind. Het zou moeten toegekend worden aan alle ouders van kinderen tot de leeftijd van 16 jaar. Ook de leeftijdsvoorwaarde voor het tijdskrediet met motief ‘zorg voor kind’ zou moeten verruimd worden naar 16 jaar, in plaats van 8 jaar nu.
De ACLVB vraagt een hernieuwde aandacht voor het veiligheids- en gezondheidsbeleid binnen het sociaal recht. De verkiezingsdrempel van 50 werknemers voor het installeren van een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk zou moeten verlaagd worden. Burn-out zou moeten erkend worden als beroepsziekte.
Inzetten op sociaal overleg en een toekomstplan bij faillissementen, bedrijfssluitingen en collectieve ontslagen
De ACLVB vraagt de modernisering, harmonisering en versterking van het wetgevend kader (waaronder de wet-Renault) inzake collectief ontslag zodat de werknemers beter beschermd zouden worden, maar ook met het oog op de vereenvoudiging van de procedures en de maximale beperking van de mogelijkheden van de werkgever zich te onttrekken aan de toepassing van de reglementering.
De ACLVB vraagt:
- het voorzien van een soort <I>‘alarmbel’-procedure<P> waarin de bedrijfsrevisor verplicht is om de overlegorganen te waarschuwen indien de bedrijfsvoering ernstig in gevaar is
- het voorzien in een <I>economische motivatieplicht<P> van de werkgever op het verwerpen van syndicale alternatieven om het aantal ontslagen te verminderen tijdens de informatie- en consultatiefase
- het voorzien, op het moment van de aankondiging van het collectief ontslag, in een doelgerichte en volledige informatieverplichting van de opdrachtgever richting de <I>onderaannemers<P> en hun overlegorganen
- een ruimere toepassing van de <I>sociale plannen<P> door de werknemers van de onderaannemers die exclusief of sterk economisch afhankelijk zijn, mee te betrekken in het sociaal plan
De ACLVB vraagt de automatische indexering van de grensbedragen voor de vergoeding door het Fonds Sluiting Ondernemingen van achterstallig loon, de vergoedingen en voordelen verschuldigd krachtens de arbeidsovereenkomst, het vakantiegeld en de verbrekings- of overbruggingsvergoeding.
De sociale zekerheid versterken
De coronacrisis heeft nog maar eens aangetoond dat onze sociale zekerheid haar rol speelt als buffer tegen inkomen- en banenverlies. Om nog te zwijgen van de tussenkomsten in de ziektekosten van coronapatiënten en het voorzien in tests en onderzoeken.
De ACLVB vraagt:
- dat alle sociale uitkeringen worden opgetrokken tot de Europese armoedegrens. Dat betekent dat er een automatisch mechanisme moet worden ingevoerd dat ervoor zorgt dat alle uitkeringen steeds minstens 60% van het mediaaninkomen bedragen.
- genoeg ruimte voor verhogingen van de uitkeringen die de armoedegrens overschrijden, via een degelijke welvaartsvastheidsenveloppe
- een verhoging van het vervangingspercentage van de uitkeringen ten opzichte van het gederfde loon en een verhoging van de loonplafonds in de berekening van de uitkeringen
Verder vraagt de ACLVB:
- om de financiering te laten steunen op 2 pijlers. Arbeidsgerelateerde vervangingsinkomens (bij werkloosheid, arbeidsongeval, pensioen, enz.) kunnen gefinancierd worden door bijdragen van werkgevers en werknemers. Gezondheidszorgen kunnen op termijn gefinancierd worden uit algemene middelen.
- in dat kader moet er een omvorming van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid tot een “algemene sociale bijdrage” kunnen gebeuren zodat alle vormen van inkomen bijdragen
- dat de overheid door middel van een rechtvaardige fiscaliteit haar verantwoordelijkheid neemt via haar tussenkomsten in de financiering van de sociale zekerheid
De lockdown zorgde voor een grotere kloof tussen enerzijds werknemers die hun baan en loon hebben behouden, en anderzijds zij die gedwongen werden tot tijdelijke werkloosheid of zelfs volledige werkloosheid in het geval van een bedrijfssluiting, faillissement of collectief ontslag.
De volgende regering heeft de verantwoordelijkheid een nieuwe solidariteit te creëren om onze samenleving rechtvaardiger en duurzamer te maken.
Strijd tegen armoede
De coronacrisis heeft de sociale problemen vergroot. Voor mensen die met weinig middelen moeten rondkomen, volstaat de heropleving van de economische activiteit niet om uit de armoede te geraken; de hulp van de gemeenschap is in dat opzicht onontbeerlijk.
De ACLVB vraagt om radicaal de toegang tot de fundamentele rechten te vereenvoudigen via begrijpbare, heldere en toegankelijke procedures voor de burgers. De toegang tot de openbare diensten en de sociale bescherming blijft een essentieel element in de strijd tegen armoede en het terugdringen van de sociale ongelijkheden.