Het belang van sterke sociale dialoog en sociale bescherming, twee essentiële Waardig Werk-pijlers in de strijd tegen COVID-19
De Internationale Arbeidsorganisatie waarschuwde dat er zonder de nodige garanties voor werknemers die het werk hervatten een tweede golf van infecties zou kunnen ontstaan. "Hoe we onze werknemers nu beschermen, bepaalt duidelijk hoe veilig onze maatschappij zal zijn en hoe veerkrachtig onze bedrijven zullen zijn, wanneer deze pandemie evolueert", zei de Directeur-Generaal van de IAO Guy Ryder. De vakbonden hebben deze oproep goed begrepen, en ook de vzw BIS/ACLVB partnerorganisaties doen er alles aan om hun leden door deze crisis te helpen.
Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika nam de overheid snel de beslissing op 27 maart 2020 om in lockdown te gaan, toen nog maar één officieel sterfgeval was vastgesteld. Tegen midden mei ligt het aantal sterftegevallen op 238 en het aantal besmettingen op iets meer dan 12.700.
Het land doet er alles aan om een fragiele balans tussen gezondheid en economie te houden, maar dit blijkt in praktijk niet zo evident. De sociale partners zijn zeer snel samengekomen in de Zuid-Afrikaanse Nationale Arbeidsraad om een aantal afspraken te maken. De belangrijkste blijkt de uitbetaling van de werkloosheidsverzekering. Ongeveer 1,5 miljoen bedrijven zijn geregistreerd bij het werkloosheidsverzekeringsfonds. Ze kunnen tijdens de corona crisis voor hun werknemers een eis indienen. De werkloosheidskas betaalt voor 3 maanden een maximum bedrag van 6.730 zar (350 euro) en een minimum gelijk aan het nationale minimumloon van 3.500 zar (185 euro). Maar wat van alle werkers uit de informele sector of diegene werkzaam bij een bedrijf die niet aangesloten zijn bij de werkloosheidskast? Deze vallen terug op een speciale covid-19 sociale uitkering van 350 zar (20 euro) per maand, net genoeg om één brood per dag van te kunnen kopen!
In een zeldzaam geval van eenheid hebben de werkgevers- en werknemersorganisaties in Zuid-Afrika opgeroepen dat werkgevers die de werkloosheidverzekeringsgeld niet doorstorten naar hun werkers een gevangenisstraf moet worden opgelegd!
Na één maand van lockdown komt de overheid met een zeer voorzichtig exit-plan vanaf 30 april. Bepaalde bedrijven kunnen weer terug openen. Maar in de praktijk blijkt dat veel werkgevers hun werknemers voor de keuze stellen om te kiezen tussen een onbeveiligde werkplaats met het risico om het covid-19 virus op te lopen, of ontslagen te worden als ze niet komen opdagen. COSATU (Congress of South African Trade Unions) heeft aan al haar leden en vakbondsafgevaardigden gecommuniceerd dat indien hun werkplek niet volgens de voorgeschreven corona veiligheid- & gezondheidsregels georganiseerd zijn, de werknemers het werk moeten neerleggen! De vakbonden worden momenteel overstelpt met dossiers rond onrechtvaardig ontslag en schending van arbeidsrechten door loonvermindering of verplichte vakantieopname te eisen van de vakbondsleden. Om de vakbondsleden te helpen in hun dossier heeft COSATU in samen werking met de Zuid-Afrikaanse departement van arbeid een “hotline” geopend om de doorstroming van informatie doorstroming te vergemakkelijken.
De partner van vzw BIS/ACLVB in Zuid-Afrika, COSATU en SACCAWU (South African Commercial, Catering and Allied Workers Union), roepen hun vakbondsafgevaardigden op om via het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBWs) een plan tegen covid-19 op de werkvloer op te stellen en zo te zorgen dat via sociaal overleg de gezondheid en veiligheid van hun leden kan gegarandeerd worden.
Burundi
Burundi kent volgens de officiële cijfers een zeer beperkte uitbraak van het corona-virus. De eerste twee gevallen werden vastgesteld op 31 maart, ondertussen staat de teller op 35 besmettingen waarvan 1 overleden en 14 genezen zijn – bij een bevolkingsaantal vergelijkbaar met dat van België.
Het is wat onduidelijk waaraan de lage infectiecijfers in Burundi, alsook in andere Centraal-Afrikaanse landen, te wijten zijn. Er worden veel gissingen gemaakt over de reden voor deze lage cijfers, waaronder de beperkte testcapaciteit en vooral de zeer jonge bevolking (45 à 46% van de Congolezen en Burundezen zijn jonger dan 15!) de meest waarschijnlijke verklaringen zijn.
In Burundi sloot de regering snel de grenzen en legde het een quarantaine op aan wie uit het buitenland kwam. Onder andere de voorzitter van onze partnervakbond COSYBU (Confédération des Syndicats du Burundi), die toevallig bij ons op bezoek was geweest, moest deze quarantaine in een schamel hotel uitzitten.
Dit belette niet dat COSYBU in overleg ging met de overheid over de te nemen maatregelen, waar vooral bleek dat de vakbonden (net zoals ook andere middenveldorganisaties) grotere voorzichtigheid aan de dag wilden leggen dan de overheid zelf. Ook al moest de overheid inmiddels wel erkennen dat er COVID in het land is, en ook al spreken werknemers uit de gezondheidssector van een onderschatting van het aantal gevallen, wordt er niet verder gegaan dan een aanbeveling om de handen te wassen en te bidden zodat God het land verder zou sparen van de pandemie. Voorstellen van de sociale partners om meer barrièremaatregelen (afstand houden, …) te verplichten, in het openbaar en in bedrijven, werden niet weerhouden.
Ondanks de beperkte maatregelen is de bevolking die van dag tot dag leeft (minder dan 1 op 10 Burundezen heeft een formele job) nu al zwaar getroffen door de pandemie: de import van goederen ligt stil, de prijzen van voedingswaren en andere producten zijn zeer sterk gestegen en vele mensen verloren, doordat het openbare leven toch vertraagde, de mogelijkheid om hun dagloon bij elkaar te krijgen. Ook al pleitten werkgevers en werknemers samen voor maatregelen (cash transfers als beperkte vorm van sociale bescherming) in het sociaal overleg, is er op dit moment geen bijzondere steun voorzien voor een sowieso al zeer kwetsbare bevolking.
Dit onderstreept nogmaals de nood aan betere mechanismen van sociale bescherming in het Zuiden, en betere arbeidswetgeving zodat werknemers niet van de ene dag op de andere op zwart zaad komen te zitten en hun werk op een veilige manier kunnen uitoefenen – eisen die onze partner sinds jaar en dag verdedigt.
Terwijl de overheid de risico’s minimaliseert, blijft COSYBU ook naar oplossingen op korte en middellange termijn zoeken. De nationale viering van de dag van de arbeid werd aangegrepen om verder aan sensibilisering te doen, bij de eigen activiteiten wordt social distancing en het dragen van mondmaskers verplicht (zie foto), en met de werkgevers wordt gewerkt aan een akkoord over bijkomende regels op het vlak van veiligheid en preventie op het werk. In tijden van crisis komen de beide kanten van het sociaal overleg in Burundi dichter bij elkaar!
Senegal
In Senegal, werden de lockdownmaatregelen voor COVID-19 snel ingevoerd zodra het eerste geval bekend geraakte. De regering heeft geleidelijk maatregelen genomen om de lucht- en landgrenzen, scholen en universiteiten te sluiten en om sportieve, culturele en religieuze evenementen te verbieden. Bevolkingsgroepen werd ook bevolen hun verplaatsingen te beperken. Zo werd de noodtoestand, vergezeld van een nationale avondklok van 20.00 uur tot 06.00 uur en een verbod op intercity-reizen afgekondigd op 23 maart 2020. Hieraan werd de terbeschikkingstelling toegevoegd van voedsel- en economische hulp voor particulieren en bedrijven, vandaar de toewijzing van 64 miljard CFAF (ongeveer $ 104,4 miljoen) aan acties om de effecten van de coronaviruspandemie op de nationale economie te verminderen.
De Nationale Confederatie van Arbeiders van Senegal (CNTS) nam onmiddellijk deel aan de bewustmakingscampagne door de verspreiding van verklaringen, persberichten en video's over barrièrebewegingen en gezondheidsmaatregelen. Evenzo werd de CNTS-arbeidsbeurs tot nader order tijdelijk gesloten. De vakbondsactiviteiten gaan echter door ... De vakbondsafgevaardigden en -verantwoordelijken handhaven de urgente activiteiten met de nodige voorzieningen omdat veel werknemers door de pandemie worden getroffen. Zo werd een vakbondsdelegatie onder leiding van Mody Guiro, secretaris-generaal van de CNTS, ontvangen door de president, die onmiddellijk positief reageerde op een van hun verzuchtingen, die bestond in de levering van 300 bussen voor werknemers die sinds het begin van de noodtoestand enorme transportproblemen hebben ondervonden.
Evenzo werd er ook een presidentiële verordening tot wijziging van de arbeidswet genomen om ontslagen te verbieden en inkomens te garanderen voor werknemers die tijdens de pandemie van COVID-19 zijn ontslagen. De afdeling informele economie nam ook deel aan solidariteitsacties, via de nationale vakbond van informele kleermakers aangesloten bij de CNTS, door maskers te maken en te verspreiden voor alle betrokkenen in de sector. De Jakarta-vakbond voor motorfietsen heeft ook het bewustzijn vergroot over illegale Jakarta-motorfietsen die de beperkingen op intercity-reizen omzeilen, aangezien ze aanzienlijk worden beïnvloed door de stopzetting van hun activiteiten. Bij de minister van Verkeer werd sterk gepleit om steun te zoeken in het licht van deze beperkende maatregelen.
In een land waar de meerderheid van de bevolking evenwel voor 90% afhankelijk is van de informele economie, creëert het verbod op reizen, beperking van de werktijden en sluiting van de wekelijkse "louma" -markten een ander, ernstiger "sociaal drama". Zo versoepelde de president op 12 mei 2020 de aanvankelijk genomen maatregelen ondanks de toename van de gemeenschapsgevallen met een reorganisatie van de avondklokuren en de heropening van de markten tot 6 dagen per week. Dit besluit is zeer bedenkelijk, maar de heropening van economische activiteiten is des te wenselijker dan de door de staat opgerichte solidariteitsfondsen ter ondersteuning van arme huishoudens; fondsen die tot nu toe niet toereikend waren om alle door COVID-19 in Senegal getroffen huishoudens te dekken.
Door de hervatting van bepaalde informele activiteiten toe te staan, stelt de staat de betrokken actoren ook in de mogelijkheid om ten minste gedeeltelijk in hun behoeften te voorzien en hun afhankelijkheid van overheidssteun te verminderen. Waar de informele sector zeer weinig directe belastingen betaalt, draagt deze evenwel sterk bij aan de indirecte belastingen, die het grootste deel van de belastinginkomsten uitmaken. Het is daarom des te wenselijker om het bewustzijn van barrièrebewegingen en het dragen van maskers te vergroten om de dagelijkse toename van gemeenschapsgevallen te beteugelen. Senegal telt op 14 mei 2020 2.310 gevallen, waaronder 890 genezen en 25 overlijdens.