De bankierseed
De bankierseed is bedoeld om het vertrouwen in de banksector te versterken. Het maakt werknemers die in de sector werken meer verantwoordelijk. Het nieuwe systeem zal vanaf 15 januari 2025 geleidelijk worden ingevoerd. Volgens Febelfin zal zo'n 60 procent van de bankmedewerkers de eed moeten afleggen, wat neerkomt op bijna 28.000 personeelsleden.
We kunnen 4 categorieën onderscheiden van bankdienstverleners die deze eed zullen moeten afleggen:
1 personen ‘Fit en proper’
2 personen die een leidinggevende functie hebben over categorie 4
3 de agenten in bank- en beleggingsdiensten
4 de personen die rechtstreeks deelnemen aan het verrichten van bankactiviteiten of –diensten op het Belgisch grondgebied
De bankdienstverleners zullen volgende individuele gedragsregels dienen te volgen:
- Handelen met eerlijkheid, integriteit, competentie en professionaliteit, rekening houdend met de belangen van klanten.
- Geen nuttige informatie verbergen geef geen verkeerd beeld van mogelijke winsten.
- Specifieke voorwaarden voor Fit & Proper personen: niet aanzetten tot ongepast gedrag.
Deze regeling is van kracht sinds 15/01/2025 voor de personen van categorie 1 en 2, voor alle andere bankdienstverleners vanaf 15/07/2026 of binnen 6 maanden na indiensttreding.
Afhankelijk van je categorie dien je de eedaflegging bij het FSMA, je directeur of je filiaalmanager af te leggen (zie onderstaande linken) waarna een schriftelijk attest wordt opgesteld en ter bewaring gegeven bij het FSMA.
Categorie 1, 2 (KI) - link
Categorie 1, 2 (BA) en Categorie 3, 4 - link
Vanaf deze data dient een medewerker die aan de slag wenst te gaan binnen de bancaire sector een attest te kunnen voorleggen dat hem geen beroepsverbod werd opgelegd. Je dient deze aan te vragen aan het FSMA en voor te leggen aan je werkgever voor je indiensttreding.
Eenieder kan klacht neerleggen tegen een bankdienstverlener die onder de voorwaarden van de bankierseed valt. Ernstige aanwijzingen van een inbreuk worden door de auditeur van de FSMA onderzocht met inachtneming van de rechten op verdediging. Hierna wordt een voorlopig onderzoeksverslag opgesteld met de mogelijkheid tot eventuele opmerkingen van de betrokken bankdienstverlener. Nadien kan overgegaan worden tot een eventuele tuchtsanctie. Deze sanctie kan variëren van een berisping tot een maximale sanctie van 3 jaar beroepsverbod bij ernstige overtredingen.
De eed
“Ik verbind mezelf ertoe om, bij de uitoefening van mijn beroepsactiviteiten, in alle omstandigheden eerlijk en integer, alsook vakbekwaam en professioneel te handelen, waarbij ik rekening houd met de belangen van de cliënten en de cliënten billijk behandel. Ik heb kennisgenomen van de specifieke regels die de Koning ter zake heeft vastgesteld.”
Meer bijkomende info en FAQ kan je vinden hier