Ecologische transitie
Op deze pagina:
Klimaaturgentie
De vaststelling is even duidelijk als alarmerend: de opmars van de klimaatverandering gaat onverminderd door. Nu 2021 voorbij is bevestigen een reeks wetenschappelijke gegevens de trend. Zo werd in Europa de hoogste temperatuur ooit gemeten (48,8°C op Sicilië). 2021 was wereldwijd het vijfde warmste jaar ooit. De concentratie van de twee belangrijke broeikasgassen – koolstofdioxide en methaan – bereikte een recordniveau. Bij het begin van dit nieuwe jaar publiceerde Copernicus, het Europese agentschap voor klimaatmonitoring, cijfers waaruit blijkt dat de laatste 7 jaar de 7 warmste ooit gemeten op onze planeet waren.
Deze temperatuurschommelingen leiden tot steeds frequentere extreme weersverschijnselen. Geen enkele regio ter wereld blijft gespaard. Zo kreeg West-Europa tijdens de maand juli 2021 te maken met zware overstromingen. Meer bepaald West-Duitsland en Oost-België kregen te kampen met hevige regenval, en dit bij al verzadigde bodems. De overstromingen en aardverschuivingen veroorzaakten meer dan 200 doden.
Internationale engagementen
Deze vaststellingen mogen ons niet in een kramp doen schieten. Integendeel, ze moeten alle stakeholders uit de samenleving ertoe aanzetten hun inspanningen te vergroten om het tij te keren. Koste wat het kost. Het doel van het Akkoord van Parijs, dat op 12 december 2015 op het einde van de COP21 werd goedgekeurd, was duidelijk: de gemiddelde temperatuurstijging ruim onder 2°C (t.o.v. de pre-industriële periode) houden en zelfs streven naar een temperatuurbeperking tot 1,5°C teneinde de klimaatsveranderingen zoveel mogelijk te bedwingen. België ratificeerde dit Akkoord in april 2017. Elk land dat zich hiertoe verbonden heeft is verplicht de nationaal bepaalde bijdragen (Nationally Determined Contributions – NDCs) aan te houden en mee te delen. Deze bijdragen omvatten de becijferde maatregelen die de verschillende ondertekenende landen zullen treffen om hun nationale emissies te verminderen.
Naast het Akkoord van Parijs werd door de Europese Commissie in december 2019 de Green Deal voorgesteld, een zeer belangrijke internationale overeenkomst om de klimaatverandering af te remmen. Deze Green Deal heeft tot doel Europa klimaatneutraal te maken tegen 2050. Daarom hebben de 27 lidstaten zich ertoe verbonden de uitstoot voor eind 2030 met minstens 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Om deze doelstelling te bereiken moet België uiteraard zijn eigen deel doen.
Als België zijn internationale engagementen wil nakomen, moet er een ambitieus klimaatbeleid komen waarbij de hele samenleving wordt betrokken.
Impact op de arbeidswereld
De arbeidswereld blijft vanzelfsprekend ook niet gespaard van deze klimaatveranderingen. De gezondheid van de werknemers wordt een belangrijke uitdaging. We moeten inzetten op het voorkomen van schadelijke gevolgen van natuurlijke fenomenen die verband houden met de opwarming van de aarde (onder meer de extreme temperaturen). Ook de blootstelling aan vervuiling tijdens de beroepsactiviteiten moet zoveel mogelijk beperkt worden.
De hoge temperaturen en hittegolven maken bepaalde beroepsactiviteiten nog lastiger te verdragen. Ze kunnen ook de productiviteit negatief beïnvloeden. Vooral het buitenhuis werken, zoals vaak bij landbouwers en bouwvakkers het geval is, wordt zo erg bemoeilijkt. Maar ook werknemers die binnen kunnen werken blijven niet gespaard bij extreme temperatuurschommelingen.
De sectoren worden aangemoedigd na te denken over hoe ze op hun beurt de ecologische transitie kunnen waarmaken. Het doel moet zijn om de overgang te maken naar een ecologisch duurzame economie die aansluit op de noden van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
Deze ecologische transitie brengt grote uitdagingen met zich mee, maar biedt daarnaast ook vele kansen. Zo heeft de federale administratie Leefmilieu berekend dat een klimaatbeleid dat erop gericht is te evolueren naar een koolstofarme economie tegen 2030 ± 80.000 extra banen zou kunnen opleveren voor ons land. Eurofound stelt dat België een van de EU-landen is die het meest gebaat zijn bij een overgang naar een klimaatneutrale economie tegen die tijd. Het Belgische BBP zou toenemen met meer dan 2% terwijl het Europese gemiddelde slechts met 1,1% zou stijgen. Deze opportuniteiten, op het vlak van jobcreatie en BBP, zijn een gevolg van de noodzakelijke investeringen in sectoren die moeten bijdragen tot deze overgang, alsook van een vermindering van de uitgaven.
De ecologische transitie staat dan ook synoniem voor reële economische kansen. Om deze ten volle te benutten moet de groene transitie voldoende worden voorbereid. Werknemers moeten geïnformeerd worden over de toekomstige uitdagingen. Ze moeten daarnaast ook over de juiste beroepsvaardigheden beschikken die toelaten in te spelen op de nieuwe noden van een duurzame economie.
Tot slot moet dergelijke transitie uiteraard zo rechtvaardig mogelijk verlopen.
Rechtvaardige transitie
Dit begrip van 'rechtvaardige transitie' is niet nieuw. De vakbonden hebben ze al jaren centraal in hun eisen gesteld. Wat houdt dit eigenlijk in? Het is een onmisbaar concept om de overgang naar een koolstofarme economie sociaal rechtvaardig te laten verlopen, waarbij zo weinig mogelijk mensen uit de boot vallen. Om dit te kunnen bereiken moet er aandacht zijn voor vier fundamentele componenten: sociale dialoog, sociale bescherming, arbeidsrechten en werkgelegenheid.
Er kan inderdaad geen rechtvaardige transitie zijn zonder voortdurend in (sociale) dialoog te blijven treden met de samenleving in zijn geheel. Alleen zo kan een voldoende breed draagvlak voor de genomen maatregelen worden verkregen. Binnen deze sociale dialoog hebben de vakbonden een belangrijke plaats. Zij hebben immers een zeer goed beeld van de noden in de sectoren en de bedrijven.
Een sterke sociale bescherming is ook cruciaal om werknemers voldoende te kunnen beschermen bij mogelijk banenverlies in bepaalde sectoren als gevolg van de ecologische transitie.
Tenslotte moet worden geanticipeerd op de impact van de transitie op de werkgelegenheid. Nieuwe jobs creëren is niet voldoende, deze moeten ook waardig en haalbaar zijn. In dit kader is het belangrijk werknemers te herscholen en te herwaarderen. Werknemers moeten gepaste opleidingen kunnen volgen om nieuwe vaardigheden aan te leren nodig om hun huidige job te behouden of om zich professioneel te heroriënteren. Dit geldt in het bijzonder voor sectoren die het meest getroffen zullen worden door de transitie, met name de nucleaire sector, de autonijverheid, de industrie en de landbouw.
De ACLVB beseft zeer goed wat er allemaal op het spel staat en dat de ecologische transitie grote uitdagingen met zich meebrengt maar ook grote kansen biedt. Ze zal zich volledig inzetten om ervoor te zorgen dat alles zo rechtvaardig mogelijk verloopt.