Sinds zijn aantreden dweept Charles Michel met de riedel "jobs, jobs, jobs". In ruil voor een verlaging van de werkgeversbijdragen van 33% naar 25% zouden de werkgevers duizenden banen creëren, zo was ons voorgespiegeld.
Helaas maakt een studie van de KU Leuven nu duidelijk dat de impact van de fiscale hervorming in zijn geheel op de huidige werkgelegenheidsgroei zwak is. Die banengroei is vooral toe te schrijven aan de verbetering van de internationale economische conjunctuur. De jobcreatie is niet spectaculair, want ze bleef beperkt tot 1,3% in 2017, duidelijk minder dan het Europees gemiddelde van 1,6%. Met een werkgelegenheidsgraad van 69,3% (slechts drie eurolanden doen het slechter) en verschillende kwetsbare doelgroepen waarvan minder dan de helft van de mensen werkt, moet België dringend een inhaalbeweging maken op het vlak van jobcreatie. Bovendien zijn de nieuwe jobs op de Belgische arbeidsmarkt vaak van een beperkte kwaliteit. Terwijl de beroepsbevolking tussen 2007 en 2016 met 4,7% toenam, vertonen enkele ‘atypische werkvormen’ een procentuele sterkere stijging, met o.a. een stijging van 13,25% van de zelfstandigen zonder personeel, een stijging van 10,8% van de tijdelijke werknemers, en een stijging met 17,6% van de deeltijdse werknemers.
De taxshift laat volgens het onderzoek een fikse financiële kater na. Het terugverdieneffect door de extra 65 200 jobs, wordt nu geschat op een luttele 394 miljoen euro. Aangezien de financiering van de taxshift absoluut niet gedekt is, zorgt dit voor een bijkomend tekort in de begroting van miljarden euro’s. De taxshift is dus geenszins een budgetneutrale maatregel. Bovendien betalen werkenden hun belastingverlaging zelf via indirecte belastingen (lees btw op elektriciteit van 6% naar 21%, hogere accijnzen en hogere roerende voorheffing van 25% naar 27%). Diezelfde verhoging van indirecte belastingen zorgt volgens de onderzoekers van de KU Leuven ook voor een verdere verarming van de armste 20 procent van onze bevolking.
Een eerdere studie van de Nationale Bank uit 2017 kwam uit op gelijkaardige conclusies: er zouden inderdaad jobs gecreëerd worden dankzij de taxshift, 52 100 tegen 2022 om precies te zijn. Maar met een tekort in de financiering van 4,786 miljard euro tegen 2020, komt dit neer op een kostprijs van maar liefst 74 760 euro per job, veel meer dan de gemiddelde kost van een zogenaamde ‘gesubsidieerde job’ waarop vanuit bepaalde hoeken steeds kritiek wordt gegeven. De negatieve impact van bijkomende besparingen en belastingen om dit gat te dichten zullen de hoeveelheid gecreëerde jobs in de toekomst ongetwijfeld aantasten.
Een jaar terug heeft de ACLVB haar eigen voorstel voor een budgetneutrale fiscale hervorming uitgewerkt: de progressieve dual income tax. Kort gesteld willen we inkomsten uit arbeid en inkomsten uit vermogen (dividenden, meerwaarden op de verkoop van aandelen, derivaten, reële huurinkomsten, …) progressief maar afzonderlijk belasten.
Op kruissnelheid zou de totale meeropbrengst van het belasten van inkomsten uit vermogen (waarbij niet de kleine spaarders of de houders van kleine vermogens zouden getroffen worden) meer dan 6 miljard euro moeten opleveren. Met die opbrengsten wil de ACLVB in eerste instantie de lasten op arbeid doen dalen en anderzijds zorgen voor meer overheidsinvesteringen, waaraan ons land nood heeft. Onze voorstellen zullen inkomsten voor de sociale zekerheid opleveren die, onder meer, de financiering van waardige pensioenen op een redelijke leeftijd mogelijk zullen maken.
Mario Coppens
Nationaal Voorzitter