Mobiliteit, het is een thema waarover al behoorlijk wat inkt is gevloeid. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de media het hebben over de verzadiging van ons wegennet, de kilometerslange files (en niet enkel tijdens piekuren), de gebrekkige staat van onze wegen, de tijd die werknemers verliezen in het woon-werkverkeer, de impact van de vervuiling op onze gezondheid, …. de lijst is eindeloos.
Vakbonden en werkgevers hebben samen oplossingen proberen te vinden voor de verkeersknoop. Enerzijds hebben ze hun mobiliteitsbudget ontwikkeld, dat een alternatief biedt voor de bedrijfswagen en dat recent in voege trad. Anderzijds hebben ze de werkgeverstussenkomst in woon-werkverplaatsingen met het openbaar vervoer verhoogd.
Iedereen is het erover eens dat voor meer milieuvriendelijke vervoersmiddelen moet gekozen worden, of het nu is om naar het werk te gaan, de kinderen naar school te brengen, boodschappen te doen of naar de sportclub te gaan. Er bestaan tal van alternatieven voor de wagen (openbaar vervoer, fiets, stappen, carpooling), maar de wil om van gewoonte te veranderen volstaat niet. Bovenal vereist zijn goede overstapmogelijkheden tussen bus en trein, stipte en frequente treinen, fatsoenlijke ruimte voor fietsers, enz.
De Liberale Vakbond denkt nog een stap verder en lanceert het idee van een bonus voor duurzame mobiliteit in de personenbelasting.
Als de werknemers op een duurzame manier naar het werk komen, of het nu met het openbaar vervoer is, per fiets of te voet, moeten ze kunnen genieten van een belastingvermindering van 100 euro per jaar.
Bonus voor duurzame mobiliteit: een verdelende fiscale maatregel
Voor de werknemers die zich met het openbaar vervoer verplaatsen, zou geen enkele bijzondere voorwaarde moeten opgelegd worden.
Werknemers die met de fiets (of te voet) naar het werk gaan, zouden – op jaarbasis – een minimumaantal afgelegde trajecten per fiets moeten bewijzen, in functie van de af te leggen afstand, waarbij rekening wordt gehouden met de impact van de weersomstandigheden en van de fysieke belasting van de verplaatsing.
De ACLVB heeft overigens al enkele pistes ontwikkeld:
- werknemers die op minder dan 5 km van het werk wonen, zouden 95% van hun woon-werkverplaatsingen per fiets moeten afleggen
- indien ze tussen de 5 en de 10 km van het werk wonen, zouden ze 80% van hun woon-werkverplaatsingen per fiets moeten afleggen
- indien ze tussen de 10 en de 20 km van het werk wonen, zouden ze 65% van de woon-werkverplaatsingen per fiets moeten afleggen
- indien ze meer dan 20 km van het werk wonen, zouden ze minstens 50% van de woon-werkverplaatsingen per fiets moeten afleggen
Bijkomende bonus van € 50
De Liberale Vakbond pleit tot slot voor de toekenning van een bijkomende bonus van 50 euro voor werknemers die op meer dan 10 km van het werk wonen en minstens 90% van hun woon-werkverplaatsingen per fiets afleggen, en voor hen die op meer dan 20 km van het werk wonen en minstens 80% van hun woon-werkverplaatsingen per fiets doen.
De bonus voor duurzame mobiliteit zoals voorgesteld door de Liberale Vakbond zal zeker bijdragen aan de verwachte modal shift naar alternatieve vervoerswijzen.
Andere prioriteiten van de ACLVB inzake mobiliteit:
- voor de Liberale Vakbond moet er meer geïnvesteerd worden in vervoersinfrastructuur en in openbaar vervoer
- de Liberale Vakbond vraagt meer coherentie tussen de verschillende beleidsniveaus bij de uitwerking van mobiliteitsplannen
- de Liberale Vakbond vraagt de invoering van een verplicht bedrijfsvervoersplan in het kader van het sociaal overleg, maar ook op het niveau van de industrieparken
- de Liberale Vakbond vraagt dat de betaling van een fietsvergoeding verplicht wordt voor elke werkgever