De federale regering besliste tijdens haar begrotingsbesprekingen om het systeem van flexi-jobs uit te breiden naar de cultuursector. Onbegrijpelijk, reageren de cultuurvakbonden, die ook nog altijd struikelen over de “zorgwekkende” tekst met betrekking tot de zogenaamde ‘kunstwerkuitkering’. “De regering beloofde een beter statuut voor de werknemers uit de cultuursector en komt uit bij de invoering van flexi-jobs”, klinkt het.
“Flexi-jobs betekenen een eindeloze opeenvolging van contracten van bepaalde duur – die dus geen werkzekerheid bieden, een onstabiel en niet-gegarandeerd loon – en dus geen inkomenszekerheid, een brutoloon onder het sectorale minimum dat op zich al erg laag is, onstabiele en onvoorspelbare werktijden, geen dubbele vakantietoeslag, enzovoort. Terwijl er nood is aan stabiele jobs en langere contracten in plaats van een verdere afbouw van de arbeidsvoorwaarden”, beklemtonen de cultuurvakbonden.
De vakbonden betreuren al langer dat zij onvoldoende werden betrokken bij de discussie rond het kunstenaarsstatuut. En hun ontgoocheling is niet minder groot nu het statuut van de werknemers in de cultuursector zonder enig overleg opnieuw wordt ondergraven.
Tommy Jonckheere, ACLVB
Dominik Roland, CGSLB
Tijs Hostyn, ACV Puls
Inge Hermans, ACOD Cultuur
Vinciane Convens, CSC Culture
Stéphane Piron, SETCa
Maximilien Herry, CGSP