banner-statuut-kunstenaars.jpg

Kunstwerkuitkering: de nieuwe voordeelregels in de werkloosheid

30/09/2022 - 19u

Wat verandert er vanaf 1 oktober?

Vanaf 1 oktober 2022 treden een aantal nieuwe regels rond de kunstwerkuitkering in werking. Dat is de nieuwe naam voor de werkloosheidsuitkering die je kan krijgen als je onder de regels van het zogenaamde kunstenaarsstatuut valt. Het kunstenaarsstatuut is geen speciaal statuut voor kunstenaars, maar geeft toegang tot een aantal voordeelregels in de werkloosheid, zoals het oude voordeel van de bevriezing van de degressiviteit als artiest of als technicus in de artistieke sector (wat wil zeggen dat je uitkering niet zakt in de tijd). Aan deze regels wordt nu gesleuteld, om de uitkering nog meer van toepassing te maken op de  specifieke werkcontext van kunstwerkers.

Tijdens een overgangsperiode vanaf 1 oktober lopen de oude en de nieuwe regels nog door elkaar en verschillen ze afhankelijk van je situatie. De materie is complex, waardoor we hier enkel de grote principes meegeven. Als eerste worden de toegangsvoorwaarden voor het kunstenaarsstatuut versoepeld. De berekeningsregels, het bedrag alsook de duur van je uitkering verandert. Je zal in principe recht hebben op een uitkering voor een periode van 3 jaar, de zogenaamde kunstwerkuitkering genaamd. Daarna moet je een aanvraag tot hernieuwing indienen. Val je onder het kunstenaarsstatuut, dan moet je niet meer actief beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Wanneer de VDAB/Actiris/Forem of ADG je een werkaanbod doet dat zich situeert in een andere sector dan de kunstensector, dan mag je dit weigeren. Tot slot wordt er op een voordeligere manier omgegaan met prestaties als loontrekkende die vergoed worden met een taakloon alsook met de inkomsten die je ontvangt uit een activiteit die niet is onderworpen aan de sociale zekerheid van de loontrekkenden (vb. inkomsten uit zelfstandig bijberoep). 

Wie valt onder die nieuwe regels?

Viel je op 30 september reeds onder de oude voordeelregels, dan zal je automatisch overschakelen naar de nieuwe kunstwerkuitkering. Genoot je op 30 september nog niet van de oude voordeelregels, dan kan je ook op een later ogenblik nog instromen. Dan moet je – om een kunstwerkuitkering te krijgen - 156 voltijdse arbeidsdagen in loondienst bewijzen in een periode van 24 maanden onmiddellijk voorafgaand aan je uitkeringsaanvraag. Hiervan moeten ten minste 104 arbeidsdagen gepresteerd zijn in het kader van een artistieke activiteit of technische activiteit in de artistieke sector. Dit blijft voorlopig nog volgens de oude regel. In een tweede fase van de hervorming zal er geen onderscheid meer worden gemaakt tussen artistieke en niet-artistieke prestaties. Je zal dan wel moeten beschikken over een kunstwerkattest. 

Wat zit er in een tweede fase aan te komen?

Andere aspecten van de hervorming treden pas later in werking (normaal gezien ten laatste op 1 januari 2024). In de toekomst zal bijvoorbeeld de Kunstwerkcommissie worden opgericht. Deze zal op termijn de huidige Commissie Kunstenaars vervangen. De Kunstwerkcommissie zal onder meer instaan voor het afleveren van kunstwerkattesten. Zo’n kunstwerkattest zal je erkenning zijn als kunstwerker. Je zal dit in een tweede fase nodig hebben om een kunstwerkuitkering aan te aanvragen. De RVA zal zich, zoals thans het geval is, dan niet langer uitspreken over het artistieke karakter van bepaalde prestaties. Het is de Kunstwerkcommissie die de scheidsrechter zal zijn.

Meer info?

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart