Tijdelijke werkloosheid

Reden van tijdelijke werkloosheid?

Als werknemer kan je tijdelijk werkloos worden gesteld om de volgende redenen:

• economische redenen
• (medische) overmacht
• slecht weer (alleen voor arbeiders)
• technische stoornis (alleen voor arbeiders)
• collectieve sluiting jaarlijkse vakantie of inhaalrust
• staking of lock-out

Bij tijdelijke werkloosheid blijft je arbeidsovereenkomst bestaan maar voer je door omstandigheden tijdelijk minder of geen prestaties uit.

Wat moet je doen?

Vul het formulier C3.2-werknemer in. Bezorg ons het formulier per mail of bezorg dit aan je lokaal ACLVB-secretariaat.

We nemen contact met je op indien je nog moet langs komen om een formulier C1 in te vullen.

Opgelet: Je hoeft niet bij aanvang van elke periode van tijdelijke werkloosheid een nieuwe uitkeringsaanvraag te doen. Een nieuwe aanvraag is enkel nodig in de volgende gevallen:  

• je vraagt voor het eerst uitkeringen tijdelijke werkloosheid aan bij ACLVB.
• je bent veranderd van werkgever.
• je contractuele arbeidsregeling wijzigt. (bv. je werkt meer of minder uren per week, ook ten gevolge van tijdskrediet of loopbaanonderbreking)
• je was langer dan 3 jaar geleden tijdelijk werkloos bij je werkgever
• je bent 65 jaar of ouder
• je bent verhuisd
• je rekeningnummer is gewijzigd.

Twijfel je? Vul dan alsnog een aanvraag in.  

Eens je dossier door ons werd opgemaakt kan je de status ervan volgen via onze online toepassing: “Mijn werkloosheidsdossier”.

Als tijdelijk werkloze moet je een controlekaart gebruiken. (de papieren C3.2A (-bouw) of de elektronische variant, de eC3.2 genaamd).

Werk je met een papieren kaart (C3.2A of C3.2A-bouw), dan moet je werkgever je deze bezorgen. Vul de kaart in vanaf je eerste dag tijdelijke werkloosheid van de maand (of vanaf het begin van de maand indien je in de bouwsector werkt).  Je moet de kaart invullen, steeds op zak hebben (bij controle van de sociaal inspecteur moet je deze tonen) en nadien binnenbrengen bij de ACLVB. Lees zorgvuldig de uitleg op de kaart.

Om gebruik te maken van de elektronische kaart, de eC3.2, is een individueel akkoord nodig tussen jou en je werkgever of moet het gebruik van de eC3.2 in de onderneming voorzien zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst (cao), of door het arbeidsreglement.  Via de elektronische werkwijze kan je de kaart online of via de app eC3.2 invullen, raadplegen en versturen naar de ACLVB.

Let op: Vanaf 1 januari 2025 wordt het gebruik van de elektronische controlekaart eC3.2 verplicht. Voor meer info klik hier.

Hoeveel bedraagt je uitkering?

Je uitkering bedraagt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid (behalve tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) 60% van je (eventueel begrensd) brutoloon. In geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht gaat het om 65% van je (eventueel begrensd) brutoloon. Het begrensd brutoloon bedraagt momenteel € 129,43 euro per dag of € 3.365,16 per maand (bedragen geldend op 01/05/2024). Is je brutoloon hoger, dan wordt je brutoloon 'afgetopt' tot dit bedrag. Is je brutoloon lager dan vertrekt men van je reële brutoloon.

Afhankelijk van de loonschijf waarin je brutoloon valt, wordt je daguitkering berekend. Je daguitkering bedraagt vanaf 01/05/2024 minimaal 61,00 en maximaal 84,13 euro. In geval van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht bedraagt het minimum en maximum respectievelijk 66,08 en 84,13 euro. Je gezinstoestand heeft geen invloed op het bedrag van je uitkering.

Het aantal uitkeringen dat je ontvangt wordt berekend in functie van het aantal uren dat je tijdens een maand tijdelijk werkloos werd gesteld. Ben je de gehele maand werkloos, dan wordt het dagbedrag gemiddeld vermenigvuldigd met 26 (afhankelijk van de maand kan dat ook 25 of 27 zijn; je telt het aantal dagen in een zesdagenstelsel, van maandag tot zaterdag).

Op je uitkering wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Meer info over het bedrag van je uitkering of supplementen bovenop je uitkering? Zie infoblad T66 van de RVA.