De ontslagbescherming van de kandidaten sociale verkiezingen en de personeelsafgevaardigden

29/08/2024 - 13u

Nu de sociale verkiezingen achter de rug zijn, is het belangrijk te herinneren aan de principes omtrent de bescherming tegen ontslag van de kandidaten voor de sociale  verkiezingen en de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad en het comité.

We bespreken wie van de ontslagbescherming geniet, wanneer de beschermingsperiode een aanvang neemt en hoe lang ze duurt.
 

Wie is beschermd tegen ontslag?

De verkozen personeelsafgevaardigden en de kandidaten voor de sociale verkiezingen

De wet ontslagbescherming personeelsafgevaardigden van 19.03.1991 is van toepassing op de gewone en plaatsvervangende personeelsafgevaardigden en op de kandidaten voor de sociale verkiezingen. Enkel de kandidaten die vermeld staan op de
definitieve kandidatenlijsten (X + 77) voor de sociale verkiezingen van de vertegenwoordigers van het personeel voor de raden en de comités, zijn beschermd tegen ontslag (Hof van Cassatie 15.05.2000, JTT 2000, 371) . Een kandidaat die zijn kandidatuur heeft ingetrokken, geniet niet van het voordeel van de ontslagbescherming. Zijn naam prijkt immers niet op de definitieve kandidatenlijsten (Arbeidsrechtbank Antwerpen 19.11.2020, AR 20/2004).

Is een kandidaat die niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, beschermd tegen ontslag? Een werkgever moet tijdig (X + 52 dan wel X + 61) beroep instellen tegen een kandidatuur die niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet. Heeft de werkgever nagelaten dit te doen en de kandidaat komt voor op de definitieve kandidatenlijst, dan geniet de kandidaat - ook al voldoet hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden - dus van de ontslagbescherming (Arbeidshof Luik, afdeling Neufchâteau 24.04.2019, SRK
20,277; Hof van Cassatie 17.10.2011, SRK 2011, 466) .

Ook wanneer achteraf geen sociale verkiezingen plaatsvonden omdat er bijvoorbeeld slechts één kandidaat werd voorgedragen en door het stembureau om die reden een pv van stopzetting van de verkiezingen werd opgesteld, blijft de ontslagbescherming. Deze kandidaat, ook al is hij de enige kandidaat en het orgaan dus niet zal kunnen functioneren, geniet als effectief verkozene van de bescherming tegen ontslag (art. 78 § 3 wet 04.12.2007).

De kandidaten bij de verkiezingen die achteraf nietig werden verklaard, zijn eveneens beschermd.
 

Werknemersvertegenwoordigers in de conventionele organen

En wat met de werknemersvertegenwoordigers in de conventioneel opgerichte overlegorganen? Een werkgever en de werknemersorganisaties kunnen een akkoord sluiten om
een overlegorgaan op te richten zonder dat hiertoe een wettelijke verplichting bestaat. De werknemersvertegenwoordigers die zetelen in deze conventionele organen, genieten echter niet van de bijzondere ontslagbescherming zoals voorzien in de wet ontslagregeling personeelsafgevaardigden (Hof van Cassatie 23.11.1981, JTT 1982, 201) .

Ook wanneer vakorganisaties in een onderneming die wel voldoet aan de wettelijke norm overeenkomen geen verkiezingen te organiseren doch een aantal werknemers aan te duiden als personeelsafgevaardigde, genieten deze niet van de beschermingsregeling. Bij gebrek aan wettelijke bescherming moet er via een overeenkomst dus voor gezorgd worden dat deze werknemers genieten van een degelijke conventionele bescherming.

Zo kan er worden overeengekomen dat in geval van een onregelmatig ontslag de werknemers aanspraak kunnen maken op een vergoeding naar analogie met de vergoeding zoals deze voorzien is in de wet van 19.03.1991 (Hof van Cassatie 06.10.1997, RW 1998-1999, 779). De toekenning van een conventionele bescherming kan echter wel niet tot gevolg hebben dat de beschermende bepalingen van de wet van 19.03.1991 van toepassing zijn. De procedure die wordt voorgeschreven door de wet van 19.03.1991 en die de voorafgaande erkenning door de arbeidsgerechten van de dringende reden beoogt, is dus niet van toepassing. Deze procedure betreft een uitzonderingsprocedure die enkel en alleen van toepassing is op de werknemers die onder het toepassingsgebied van de wet van 19.03.1991 vallen (Arbeidshof Brussel 08.09.2023, AR 2023/AB/502).
 

Syndicaal afgevaardigden belast met de opdrachten van het comité

De beschermingsregeling voorzien in de wet van 19.03.1991 is in principe niet van toepassing op de syndicaal afgevaardigden. Zo er geen comité werd opgericht, is de syndicale afvaardiging belast met de opdrachten van het comité en genieten de syndicale afgevaardigden van dezelfde bescherming als de personeelsafgevaardigden in de comités zoals voorzien in de wet ontslagregeling personeelsafgevaardigden (artikel 52 wet van 04.08.1996).

Het feit dat een conventioneel comité opgericht werd, kan niet tot gevolg hebben dat de toepassing van voormeld artikel 52 wordt uitgesloten (Arbeidshof Brussel 23.06.2014, JTT 2015, 60). De ontslagbescherming voor deze leden van de syndicale afvaardiging neemt een aanvang vanaf het ogenblik dat zij de opdracht als vakbondsafgevaardigde
hebben opgenomen zelfs al hebben zij de effectieve uitvoering van hun opdracht inzake veiligheid en gezondheid nog niet aangevat (Hof van Cassatie 17.03.2003, JTT
2003, 367).

De vakbondsafgevaardigde moet dus niet bewijzen dat hij daadwerkelijk zijn opdrachten inzake preventie en bescherming op het werk aangevat heeft (Arbeidshof Brussel 28.06.2019, JTT 2020, 83). De plaatsvervangende syndicaal afgevaardigde die opdrachten vervult van het comité, is slechts beschermd in de mate van en zolang hij de effectieve afgevaardigde vervangt (Hof van Cassatie 10.02.2003, JTT 2003, 367). De verruimde bescherming geldt niet voor een kandidaat vakbondsafgevaardigde (Arbeidshof
Bergen 23.02.2016, AR 14/95).

Een beding in een sectorale cao over de syndicale afvaardiging dat voorziet in de naleving van de bepalingen van die wet in andere gevallen dan voorzien in de wet van 19.03.1991 is nietig. De bepalingen van de wet van 19.03.1991 raken immers de openbare orde (Arbeidshof Brussel 07.03.2018, AR 15/1021).
 

Wanneer vangt de periode van ontslagbescherming aan?

De ontslagbescherming van de kandidaten bij de sociale verkiezingen en de werknemersafgevaardigden neemt een aanvang de 30ste dag voorafgaand aan de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum vastlegt (X - 30). Aangezien de lijsten moeten worden ingediend uiterlijk op X + 35, neemt de bescherming dus een aanvang vooraleer de werkgever op de hoogte is wie van zijn werknemers zich kandidaat zal stellen.

De werknemer die ontslagen werd voor X – 30, kan zich niet beroepen op de bescherming ook al liep de te presteren opzeggingstermijn verder na X - 30 (Arbeidshof Brussel 05.03.2013, AR 05.03.2013).
 

Hoe lang duurt de ontslagbescherming?

De effectieve en plaatsvervangende personeelsafgevaardigden

De personeelsafgevaardigden zijn beschermd tegen ontslag tot de datum van aanstelling van de bij de volgende verkiezingen verkozen kandidaten. Wanneer er bij de volgende sociale verkiezingen geen ondernemingsraad of comité moet worden opgericht, dan loopt de bescherming tot 6 maanden vanaf de eerste dag van de volgende verkiezingsperiode.
 

De kandidaten voor de sociale verkiezingen

De duurtijd van de bescherming is voor de niet-verkozen kandidaat gelijk aan die van de verkozen kandidaat voor zover het zijn eerste niet-succesvolle kandidatuur betreft.  Wanneer de kandidaat bij de volgende verkiezingen opnieuw niet verkozen is, eindigt de bescherming 2 jaar na de aanplakking van de verkiezingsuitslag.

Een werknemer die bij de vorige verkiezingen kandidaat was voor de ondernemingsraad en nadien voor het comité, kan niet voorhouden dat het nog zijn eerste kandidatuur betreft. Het Hof van Cassatie oordeelde bij arrest van 5 maart 2007 dat onder ‘bij de vorige verkiezingen’ moet worden verstaan de vorige verkiezingen waaraan de werknemer deelnam (Hof van Cassatie 05.03.2007, JTT 2007, 258).

Een werknemer die bij de verkiezingen van 2016 niet verkozen werd, bij de verkiezingen in 2020 niet opkwam en bij de verkiezingen in 2024 opnieuw niet verkozen werd, geniet dus slechts van een ontslagbescherming van 2 jaar. Wanneer de verkiezingen nietig worden verklaard door de rechtbank en er vervolgens nieuwe verkiezingen worden georganiseerd, dan kan dit niet worden beschouwd als 2 opeenvolgende verkiezingen maar als één en dezelfde verkiezing (Arbeidshof Luik 20.02.2003, JTT 2003,375).
 

Leeftijdsgrens

De ontslagbescherming neemt een einde wanneer de werknemer de leeftijd van 65 jaar (66 jaar vanaf 01.02.2025 en 67 jaar vanaf 01.02.2030) bereikt, tenzij de onderneming de gewoonte heeft werknemers van zijn categorie in dienst te houden.

De verschillende behandeling van de werknemers die al dan niet de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben, vormt geen schending van het gelijkheidsbeginsel (Grondwettelijk Hof 20.10.2011).

Een werkgever kan de arbeidsovereenkomst van een beschermde werknemer slechts beëindigen wanneer die werknemer 65 jaar is geworden. Een eerder gegeven ontslag, zelfs wanneer de opzegtermijn slechts verstrijkt na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, is onregelmatig (Hof van Cassatie 14.12.2020, S.19.0020.F).

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart