Een fonkelnieuw jaar, dat betekent traditioneel ook een reeks wijzigingen op het vlak van werk en sociale zekerheid. We sommen de voornaamste actualiseringen voor je op. Vraag meer info in je plaatselijk kantoor. Ook in 2024 kun je rekenen op de ACLVB!
Sommige lonen geïndexeerd
De lonen van de zowat 500 000 bedienden die werken in een bedrijf binnen PC 200 (aanvullend paritair comité voor de bedienden), gaan omhoog door een indexering op 1 januari 2024. De indexaanpassing bedraagt deze keer 1,48%. Daarnaast zijn er indexverhogingen voor werknemers in de voedingsindustrie, de horeca en het wegvervoer.
Flexi-jobs mogelijk in meer sectoren
Sinds 1 januari 2024 kan je ook in volgende sectoren aan de slag als flexi-jobber: vervoer per bus/autocar, onderwijs/opvoeding, sport en cultuur, begrafenisondernemingen, kinderopvang, evenementen, bepaalde subsectoren in de voedingssector, autorijscholen en vormingscentra, autosector, land- en tuinbouw, vastgoedsector, verhuissector.
Bovendien zijn een aantal maatregelen ingevoerd om oneigenlijk gebruik en misbruik van flexi-jobs tegen te gaan. Je mag niet meer in hetzelfde kwartaal als flexi-jobber werken bij een werkgever waar je met een andere arbeidsovereenkomst wordt tewerkgesteld, ook als je er bijvoorbeeld maar 50% werkt. Er is wel één uitzondering op deze regel. Als je in het begin van een kwartaal als flexi-jobber werkt en nadien in hetzelfde bedrijf met een gewone arbeidsovereenkomst, dan wordt dat aanvaard.
Vanaf 2024 mag je ook niet langer als flexi-jobber werken in een onderneming die aan de onderneming verbonden is waar je met een gewone arbeidsovereenkomst werkt, denk bijvoorbeeld aan de moeder- of dochtervennootschap.
Nieuwe regels voor kunstwerkers
Het kunstenaarsstatuut werd grondig hervormd. Verschillende definities en termen zijn aangepast, en ook de toegangsvoorwaarden tot het statuut wijzigden. Kunstwerkers krijgen door deze aangepaste regelgeving toegang tot een betere sociale bescherming, bijvoorbeeld de kunstwerkuitkering.
Behoud vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid tijdens je verlof
Als je ziek wordt tijdens een periode van jaarlijkse vakantie, en daarbij een aantal verplichtingen naleeft, zal je de verlofdagen op een later moment nog kunnen opnemen. Op het moment van de ziekte zal de kwalificatie van de afwezigheid omgezet worden naar een afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid. Deze regel van herkwalificatie geldt ook in het geval van moederschapsrust, omgezette moederschapsrust bij hospitalisatie of overlijden van de moeder, afwezigheid wegens sociale promotie, profylactisch verlof, geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof.
Bovendien zal je, indien je in de onmogelijkheid verkeert om je wettelijke vakantiedagen tijdig op te nemen, die - onder bepaalde voorwaarden - naar de volgende twee vakantiejaren kunnen overdragen. Die overdracht zal enkel toegestaan zijn wanneer je je wettelijk verlof onmogelijk kon opnemen tijdens het vakantiejaar omwille van: arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, omgezette moederschapsrust bij hospitalisatie of overlijden van de moeder, profylactisch verlof, geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof.
Hogere fietsvergoeding, maar met fiscaal plafond
De maximale fietsvergoeding voor werknemers ging omhoog op 1 januari 2024.
Elke werknemer heeft recht op zo'n fietsvergoeding, die van 0,27 euro stijgt naar 0,35 euro per afgelegde kilometer in 2024.
Wel geldt voor het eerst een fiscaal plafond op deze fietsvergoeding. Dat plafond is door de regering vastgelegd op 2 500 euro. Tot dat bedrag is de fietsvergoeding vrijgesteld van sociale en fiscale bijdragen. Het plafond komt overeen met een maximale afstand van 7 142 kilometer per jaar of een woon-werkafstand van 17 kilometer voor een enkele rit die 210 dagen per jaar wordt afgelegd. Meer kilometers afleggen houdt in dat de fiscale en sociale vrijstelling niet meer van toepassing is op de extra kilometers, dus dat er belasting moet worden betaald.
Sociale en fiscale maximumgrens voor niet-recurrente resultaatsgebonden bonus geïndexeerd
De niet-recurrente resultaatsgebonden bonus (op basis van cao nr. 90) geniet van een gunstregime qua RSZ-bijdragen en fiscaliteit. Daartoe dienen onder meer bepaalde maximumbedragen op jaarbasis gerespecteerd te worden. Die worden jaarlijks geïndexeerd.
Voor de resultaatgebonden bonussen, met betaling in 2024, bedraagt de maximale sociale vrijstelling 4 020 euro. De fiscale maximumgrens voor de resultaatgebonden bonussen, met betaling in 2024, bedraagt 3 496 euro.
Als de bonus deze grensbedragen overschrijdt, wordt het saldo onderworpen aan het normale socialezekerheidsregime en aan belastingen.
Nieuwe grensbedragen voor loonbeslag
De grenzen voor loonbeslag en -overdracht verhogen elk jaar vanaf 1 januari als gevolg van een indexering. Het gaat om de bedragen uitgekeerd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, een leerovereenkomst, een statuut, een abonnement, evenals bedragen uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een andere persoon arbeid verrichten buiten een arbeidsovereenkomst en het vakantiegeld betaald in toepassing van de wetgeving jaarlijkse vakantie.
Dit zijn de grenzen loonbeslag voor beroepsinkomsten vanaf 1 januari 2024:
Maandelijks loon | Voor beslag of overdracht vatbaar gedeelte |
---|---|
tot 1.341,00 euro | 0% |
1.341,01 - 1.440,00 euro | 20% |
1.440,01 - 1.589,00 euro | 30% |
1.589,01 - 1.738,00 euro | 40% |
boven 1.738,00 euro | 100% |
En dit zijn de beslagbaarheidsgrenzen voor vervangingsinkomsten (dus inkomsten uit andere activiteiten dan hierboven vermeld) vanaf 1 januari 2024:
Maandelijks loon | Voor beslag of overdracht vatbaar gedeelte |
---|---|
Tot 1.341,00 euro | 0% |
1.341,01 - 1.440,00 euro | 20% |
1.440,01 - 1.738,00 euro | 40% |
boven 1.738,00 euro | 100% |
Per kind ten laste moet het beslagbaar deel eventueel verminderd worden met € 83 (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 1 januari 2024).
Min en plus bij tijdelijke werkloosheid
De federale regering heeft beslist om vanaf 1 januari 2024 de RVA-uitkering bij tijdelijke werkloosheid te berekenen op 60% in plaats van 65% van het (geplafonneerd) loon. Ter compensatie wordt een extra toeslag ingevoerd, te betalen door de werkgever of een Fonds voor Bestaanszekerheid. De extra toeslag geldt voor alle stelsels van tijdelijke werkloosheid, met uitzondering van dat van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Concreet zal de werknemer waarvan het maandloon niet hoger is dan 4 000 euro bruto, recht hebben op een toeslag van 5 euro voor elke dag die gedekt wordt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering.
Hogere uitkeringen voor sommige zieken en gepensioneerden
Uitkeringen voor zieken, invaliden en slachtoffers van een beroepsziekte of arbeidsongeval die boven het minimum zitten en die in het jaar 2019 zijn ingegaan, stegen op 1 januari 2024 bruto met 2%.
Voor nieuwe gevallen ging het loonplafond waarop het pensioenbedrag wordt berekend, op 1 januari 2024 met 1,1% omhoog.
Wat de gepensioneerden betreft, werd het minimumpensioen (in het werknemersstelsel, niet voor overheidspensioenen) op 1 januari 2024 met 2,08% opgetrokken. Aldus bedraagt het minimumpensioen bij een volledige loopbaan (45 jaar) nu voor een alleenstaande 1 738,55 euro bruto per maand, ofwel 35,42 euro meer. In het geval van een gezinspensioen wordt dat 2 172,50 euro bruto. Voor weduwen of weduwnaars met een overlevingspensioen of tijdelijke overgangsuitkering bedraagt het minimum voortaan 1 715,31 euro bruto.
Voor pensioenen die boven het minimum zitten en die in het jaar 2019 zijn ingegaan, kwam er 2% bij op 1 januari 2024. En voor wie nieuw op pensioen gaat, werd het grensbedrag voor het loon waarop het pensioenbedrag wordt berekend, opnieuw verhoogd met 2% op 1 januari 2024.