Met Omnibus zit de EU op het verkeerde spoor
Sinds haar aantreden is de Commissie von der Leyen II druk bezig de sociale en ecologische vooruitgang van haar voorgangster, von der Leyen I, onderuit te halen. De Clean Industrial Deal en de aangekondigde Omnibus-richtlijnen dreigen belangrijke wetgeving uit de EU Green Deal te onttakelen.
Het Europees Parlement stemde donderdag in met een eerste deel van de Omnibus-maatregelen, waardoor de toepassing van verschillende sociale en ecologische Europese richtlijnen met jaren vertraagd zal worden. De facto krijgt de Commissie zo de tijd om die wetgeving van haar inhoud te ontdoen, en terug te komen op regels die nog maar net zijn afgekondigd. Dit creëert niet alleen rechtsonzekerheid voor bedrijven, het is een heilloze koers voor de Europese samenleving en economie die een duurzaam herstel enkel zal vertragen.
Hoewel het pakket sociale en milieumaatregelen van de Green Deal voor ons nog een stuk verder mochten gaan, hebben wij deze stappen in de goede richting verwelkomd. We waren klaar voor de toepassing ervan, keken uit naar de omzetting in nationale wetgeving en zijn begonnen met de vorming van onze leden om de duurzaamheid van de Belgische bedrijven op basis van deze regelgeving mee vorm te geven in de ondernemingsraden.
Hoewel de rapportage- en zorgplicht-richtlijn zelfs nog niet door alle lidstaten in nationale wetgeving zijn omgezet, hield de Commissie in februari al een “reality check”: twee vergaderingen met bedrijfsleiders moesten doorgaan voor democratische consultatie. Daaruit besloot de Commissie dat vier maatregelen die na jarenlange onderhandelingen tussen haarzelf, het Parlement en de lidstaten, na uitgebreide consultatie van werkgeversorganisaties, vakbonden, het middenveld en burgers zijn afgekondigd, op de schop mogen.
- De Corporate Sustainability Reporting Directive (Duurzaamheidsrapportagerichtlijn) biedt bedrijven een eenvormig kader om te rapporteren hoe ze naar klimaatneutraliteit en sociale duurzaamheid toewerken. Op basis hiervan kunnen investeerders, werknemers en andere belanghebbenden de toekomstkansen van een bedrijf beter inschatten.
- De Corporate Sustainability Due Diligence Directive (Zorgplichtrichtlijn) verplicht zeer grote bedrijven om in hun internationale waardeketens mensenrechten, milieunormen en sociale minimumstandaarden te respecteren – om een einde te stellen aan uitbuiting in textielfabrieken in Bangladesh, kinderarbeid in Congolese mijnen, milieurampen in de Amazone, maar evengoed aan bouwwerven met ondoorzichtige kluwens internationale onderaannemers. Door de Zorgplichtrichtlijn zullen bedrijven eindelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden wanneer het misloopt, en kunnen slachtoffers zich tot de rechter wenden en herstelmaatregelen bekomen.
- Het Carbon Border Adjustment Mechanisme (CBAM), een invoertaks op halffabrikaten, heeft tot doel de lat gelijk te leggen voor Europese bedrijven die koolstoftaksen betalen en hun buitenlandse concurrenten die niet aan zo’n taks onderworpen zijn – denk aan staal, bijvoorbeeld. De Taxonomie, ten slotte, legt criteria vast om te bepalen welke activiteiten nu wel of niet als “duurzaam” aangemerkt kunnen worden in bedrijfsverslagen.
Op vraag van de bedrijfslobby’s lanceert de Commissie een deregulerings-offensief. Zowel de Duurzaamheidsrapportage als de Zorgplicht zouden, als de Omnibus-voorstellen van de Commissie werkelijkheid worden, slechts nog voor enkele zeer grote bedrijven gelden. Door de Zorgplicht te beperken tot de directe toeleveranciers (“first tier”), verdwijnen de 116 miljoen werknemers die in wereldwijde waardeketens worden uitgebuit uit het zicht.
Onder het mom van administratieve vereenvoudiging die nodig zou zijn om de Europese economie te dynamiseren, zetten Commissie en Parlement noodzakelijke maatregelen on hold. Terwijl de Commissie beweert vast te houden aan klimaatneutraliteit in 2050, gooit ze de instrumenten om dat doel te bereiken overboord. Nochtans bleek uit eerdere publieksbevragingen dat 85% van de Europese en van de Belgische bevolking vindt dat er nood is aan wetgeving die bedrijven verplicht globaal verantwoord te ondernemen.
Dereguleren en terugkeren naar vroegere recepten zal de Europese economie niet toekomstbestendig maken en weinig duurzame welvaart opleveren. Bedrijven en instellingen die de weg naar koolstofneutraliteit al waren ingeslagen, zouden nu terug blootgesteld worden aan fossiele concurrentie.
In een race to the bottom met de regering Trump hebben de Europese burgers en bedrijven niets te winnen. Slechts door zich in te schrijven in de globale strijd tegen klimaatverandering, voor mensenrechten en voor sociale standaarden, kan de grootste economie van de wereld internationaal toonaangevend zijn.
De Europese bedrijven en KMO’s, Europese werknemers en werknemers in het globale Zuiden hebben recht op toekomstgericht beleid dat voorspoed binnen planetaire grenzen garandeert.
Omdat de klimaatverandering en globale onrechtvaardigheid eenieders welvaart bedreigen, roepen wij onze vertegenwoordigers in het Europees parlement op om niet mee te gaan in de verdere uitholling van democratisch ingevoerde duurzaamheidsmaatregelen. En omdat de positie die België in de Europese raad zal innemen tot nu toe enkel met ondernemingen besproken werd, roepen wij de Belgische regering op om ook de stem van de vakbonden en het middenveld in Europa weer te geven.
Olivier Valentin, Nationaal Secretaris ACLVB
Marie-Hélène Ska, Algemeen Secretaris ACV
Bert Engelaar, Algemeen Secretaris ABVV