Elke dag gaan er goedbetaalde jobs verloren in de Europese bouwsector. Bouwvakkers met een contract voor onbepaalde duur, een degelijk loon en correcte werkuren en veiligheidsmiddelen worden vervangen door bouwvakkers die in het beste geval een contract voor bepaalde duur krijgen, onderbetaald worden en 7 dagen op 7, tot 12 uren per dag moeten werken zonder enige bescherming.
De regeringen van Bulgarije, Denemarken, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije en Tsjechië aanvaarden geen Europees voorstel om gelijke rechten voor gelijk werk te garanderen, wat vandaag al wordt opgelegd in veel Europese landen.
Oost-Europese bouwvakkers kunnen immers in West-Europa komen werken voor een beter loon of een hogere winst dan in het thuisland. Maar de hogere winst voor Oost-Europese ondernemingen gaan ten koste van de sociale bescherming van de bouwarbeiders. Zo betaalt bijvoorbeeld een Slovaakse aannemer in Brussel minder of geen sociale bijdragen in vergelijking met een Belgische aannemer in Brussel. Maar als een Slovaakse bouwvakarbeider in Brussel van een stelling valt, dan krijgt hij een lagere of zelfs geen ziekte-uitkering. Een deel van de uitkering gaat naar de werkgever en dat is voor de ACLVB onaanvaardbaar.
De ACLVB vraagt dan ook aan deze Oost-Europese leden van het Parlement om aan de belangen én de toekomst van al hun burgers te denken, en niet alleen aan de belangen van hun ondernemers. De ACLVB roept alle Europese politici op om mee te werken aan een beter Europa waar de belangen van alle burgers op lange termijn worden behartigd.