Geolokalisatie
Op deze pagina:
Er bestaat tot op heden geen specifieke wetgeving die de controle van werknemers via GPS-systemen regelt. Enkel in het Paritair Comité 219 (Erkende controleorganismen) werd hierover een sectorale cao afgesloten.
Uit de rechtspraak en de adviezen van de GBA kunnen wel enkele duidelijke krijtlijnen worden afgeleid waaraan ieder systeem van geolokalisatie met betrekking tot werkne- mers of de voertuigen die zij besturen moet voldoen.
Doelbinding
Een systeem dat mogelijk maakt personeelsleden precies te lokaliseren, moet beantwoorden aan welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden, die de installatie en het gebruik ervan rechtvaardigen.
Bijvoorbeeld in functie van de veiligheid van de werknemer, in functie van de bescherming van de dienstvoertuig, om in te spelen op welomschreven professionele behoef- ten aangaande transport en logistiek, of nog, om bewust toezicht op het personeel te houden, dus ter controle van het professioneel gebruik van de dienstvoertuig en de behoorlijke uitvoering van hun arbeidsregime.
Proportionaliteit
Indien het systeem geïnstalleerd is met de bedoeling de uitvoering van de taken toevertrouwd aan de werknemers te controleren, dan zou dit een gerichte controle moeten zijn en gerechtvaardigd door aanwijzingen die misbruik door bepaalde werknemers doen vermoeden.
Een permanente controle waarbij er middels een lokalisatiesysteem een systematische lezing van de geregistreerde gegevens plaatsvindt, moet in principe als overmatig worden beschouwd.
Er zijn niettemin bepaalde hypotheses waarbij een meer regelmatige controle gerechtvaardigd zou kunnen zijn indien deze rechtstreeks verband houdt met de aard van de te vervullen taken door de werknemer, en meer bepaald om het beheer van de verplaatsingen van de professionele voertuigen (verkopers, technici te velde) te optimaliseren. Zelfs in dat geval mogen de voertuigen niet continu gevolgd worden. Het systeem zou in ieder geval moeten kunnen gedesactiveerd worden wanneer het voertuig door betrokkene buiten de werkuren (woon-werkverkeer, pauzes…) wordt gebruikt.
Ander niet toegestaan gebruik is o.a.:
- Om de naleving van de snelheidslimiet te controleren;
- Geolokalisatie in het voertuig van een werknemer die de vrijheid heeft zijn verplaatsingen zelf te regelen;
- Om verplaatsingen van personeelsvertegenwoordigers te volgen die in het kader van de uitoefening van hun mandaat gebeuren;
-
Om de werktijd van werknemers te berekenen wanneer er al een ander systeem voor voorzien is.
Informatie en consultatie
Het transparantiebeginsel kan worden vertaald door het voorzien in een uitgebreide kennisgeving ten behoeve van de personen wier gegevens verwerkt worden, in het bijzonder over:
- de rechtsgrond voor de gegevensverwerking. In het geval van geolokalisatie is het waarschijnlijk een gerechtvaardigd belang van de onderneming of van derden;
- wie gecontroleerd wordt;
- de mate waarin er gecontroleerd wordt;
- de doelen die door de controle worden nagestreefd;
- de aard van de misstanden die tot een controle kunnen leiden;
- de duur van de controle;
- de verwerkte gegevens;
- of de gegevens buiten de Europese Unie worden verzonden;
- wat de rechten van de werknemer zijn, zoals het recht de gegevens te raadplegen, het recht een klacht in te dienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit, het recht de verwerking van de gegevens te beperken, …;
- de procedure die na de controle zal worden gevolgd.
Daarnaast moeten ook de informatie- en consultatieprocedures uit cao 39 worden gerespecteerd.
Het wordt ook algemeen aangenomen dat een voorafgaandelijke gegevensbeschermingseffectbeoordeling nodig is.
Arbeidsreglement
Aangezien de invoering van een GPS-tracering een bijkomende controlebevoegdheid van het toezichthoudend personeel inhoudt, zal een aanpassing van het arbeidsreglement vereist zijn.