Cao 68: camerabewaking op de arbeidsplaats
Op deze pagina:
Informatie en consultatie
De werknemers worden vooraf (collectief en/of individueel) geïnformeerd over de geplande camerabewaking.
De informatie die moet verschaft worden heeft ten minste betrekking op:
- het nagestreefde doeleinde;
- het feit of de beeldgegevens al dan niet bewaard worden;
- het aantal en de plaatsing van de camera’s;
- de betrokken periode of perioden gedurende dewelke de camera(’s) functioneert (functioneren).
Als naar aanleiding van de informatie aan de ondernemingsraad blijkt dat de camerabe- waking implicaties voor de persoonlijke levenssfeer van één of meerdere werknemers kan hebben, wijdt de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, het comité voor preventie en bescherming op het werk, een onderzoek aan de maatregelen die dienen genomen te worden om de inmenging in de persoonlijke levenssfeer tot een minimum te beperken. In principe mag de camerabewaking immers geen inmenging in de per- soonlijke levenssfeer van de werknemer tot gevolg hebben.
De ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, het comité voor preventie en bescher- ming op het werk, moet bovendien regelmatig de gehanteerde bewakingssystemen eva- lueren en voorstellen doen met het oog op herziening in functie van de technologische ontwikkelingen.
Doelbinding
Camerabewaking op de arbeidsplaats is enkel toegelaten voor het nastreven van één van de volgende doeleinden:
- de veiligheid en gezondheid;
- de bescherming van de goederen van de onderneming;
- de controle van het productieproces.
- de controle van de arbeid van de werknemer. Camerabewaking met als doeleinde de controle van de arbeid van de werknemer mag de werknemer niet voortdurend in beeld brengen.