Beroep tegen de verkiezingsuitslag

06/06/2024 - 15u

Gebeurden tijdens de sociale verkiezingen in jouw onderneming onregelmatigheden die de verkiezingsuitslag hebben beïnvloed? Dan kan je - onder bepaalde voorwaarden - beroep aantekenen bij de arbeidsrechtbank.
 

Uiterste datum beroep bij de arbeidsrechtbank

Binnen de 13 dagen na de aanplakking van de uitslag van de stemming kunnen de werkgever, de werknemers of de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties beroep instellen bij de arbeidsrechtbank.

Het vertrekpunt van de termijn van 13 dagen is de dag van de effectieve aanplakking van de uitslag van de sociale verkiezingen, zelfs indien de aanplakking vroeger
plaatsvond dan Y + 2 (Arbeidshof Bergen, 19.05.2017). Een beroep dat ingesteld werd op Y + 15 terwijl de uitslag werd aangeplakt op Y + 1,
is laattijdig en dan ook onontvankelijk (Arbeidsrechtbank Brugge, 09.07.2012).

Het beroep kan betrekking hebben op:

  • een verzoek tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de verkiezingen: het is mogelijk dat voor een bepaald kiescollege de kiesverrichtingen vernietigd worden en voor een ander niet (Arbeidsrechtbank Henegouwen, afd. Binche 21.01.2021, 20/1922/A)
  • de verbetering van de resultaten van de verkiezingen, in geval van fouten bij de telling van de stemmen, van de verdeling van de mandaten …
  • de beslissing tot stopzetting van de procedure
  • de aanduiding van de vertegenwoordigers van de werkgever in de raad of het comité

Vanaf de huidige sociale verkiezingen zullen, ingevolge een wijziging aan de wetgeving sociale verkiezingen fouten binnen de verkiezingsuitslag die berusten op louter
materiële vergissingen zonder tussenkomst van de arbeidsgerechten kunnen worden rechtgezet. Een akkoord tussen de werkgever en alle representatieve werknemersen
kaderledenorganisaties die kandidaten hebben voorgedragen, is hiervoor wel vereist. Een rechtzetting die een invloed heeft op de volgorde of de bijzonder ontslagbescherming
van de kandidaten en verkozenen, wordt echter niet als een louter materiële vergissing gezien, zodat een uitspraak van de arbeidsgerechten noodzakelijk blijft.

Het beroep moet niet alleen tijdig worden ingesteld, maar mag bovendien niet gesteund zijn op handelingen die aan de kiesverrichtingen voorafgingen (Hof van Cassatie 22.10.1984, JTT 1985,99; Hof van Cassatie 17.12.1984, JTT 1986,13). Men moet voor de datum van de verkiezingen, te gepasten tijde, beroep aantekenen zodat de verkiezingsprocedure nog normaal kan verlopen.

De verkiezingen kunnen dus niet vernietigd worden op grond van een betwisting omtrent de samenstelling van de kiescolleges. De arbeiders en bedienden waren ondergebracht
in een afzonderlijk kiescollege daar waar er een gemengd kiescollege had moeten worden opgericht. Er werd betreffende deze onregelmatigheid pas beroep ingesteld na de verkiezingen. De Arbeidsrechtbank van Leuven wees het beroep dan ook af omdat de vakorganisatie reeds eerder kennis had van deze onregelmatigheid en dus voor dag Y beroep had moeten aantekenen (Arbeidsrechtbank Leuven, 28.06.2016, 16/529/A).

Tot slot moet diegene die een zaak aanhangig maakt bij de rechtbank, belang aantonen om ze in te dienen. Indien de onregelmatigheden de uitslag niet beïnvloeden, is er sprake van een gebrek aan belang en is de vordering onontvankelijk (Arbeidsrechtbank Henegouwen, afd. Charleroi 05.02.2020, 20/1839/A en 20/1951/A).
 

Ontbreken van opmerkingen in het proces-verbaal

De afwezigheid van opmerkingen in het proces-verbaal van de verkiezingen verhindert niet dat er een procedure kan worden ingesteld tegen de verkiezingsuitslag  (Arbeidsrechtbank Luik, afd. Luik 27.01.2021, AR 20/3231/A). De verkiezingswetgeving raakt immers de openbare orde en geen enkele bepaling van de verkiezingswet vereist dat er opmerkingen in het proces-verbaal moeten voorkomen.

De afwezigheid van opmerkingen door de getuigen in het proces-verbaal kan wel de beslissing van de rechtbank beïnvloeden (Arbeidsrechtbak Henegouwen, afdeling
Charleroi 02.09.2016, 16/2475/A). Zo veegde de Arbeidsrechtbank van Brussel de opgeworpen argumenten, dat het geheim van de stemming niet gewaarborgd was en de kiezers mogelijk beïnvloed werden van tafel, omdat in het proces-verbaal omtrent het chaotisch verloop van de stemming doordat op de laatste knip diende te worden uitgeweken naar een piepklein keukentje, geen opmerking was geformuleerd en de getuigen ook niet mondeling waren tussengekomen (Arbeidsrechtbank Brussel 16.06.2016, 16/1441/A).

Opmerkingen in het proces-verbaal zijn dus van groot belang in het kader van de bewijslevering van bepaalde feitelijkheden.
 

Stemming per brief

De gronden op basis waarvan een stembiljet in geval van stemming per brief ongeldig worden verklaard, worden in de wet opgesomd, met name:

  • de na het sluiten van de stemming binnengekomen stembiljetten
  • de stembiljetten teruggezonden in een omslag waarop de handtekening van de kiezer ontbreekt
  • de stembiljetten teruggezonden door een kiezer die reeds is komen stemmen in het stembureau
  • de stembiljetten die door een kiezer zijn verstuurd in een omslag waarin zich verschillende stembiljetten bevinden

Er bestaan geen wettelijke voorschriften over de manier waarop de per post toegekomen stembrieven alvorens er overgegaan wordt tot de sluiting van de stemming dienen te worden bewaard (Arbeidsrechtbank Brussel 20.01.2021, AR 20/1421/A).

Stembiljetten die te laat toekomen ingevolge een gebrekkige werking van de Post, zijn om bovenvermelde reden ongeldig. De gebrekkige werking van de Post heeft de
werknemers niet in de onmogelijkheid gesteld om hun stem uit te brengen. De kiezer heeft door beroep te doen op de Post, het risico dat zijn brief te laat zou zijn gedekt.
De vertraging bij de postdiensten is een ”jammer genoeg welbekend risico” (Arbeidsrechtbank Henegouwen, afd. Binche 21.01.2021, 20/1922/A).

Een laattijdige aankomst van stembiljetten door technische problemen van de Post kan niet als overmacht worden beschouwd of worden verholpen door een akkoord tussen
de werkgever en de vakorganisaties tot verdaging van de stemopneming (Arbeidsrechtbank Gent 27.06.2016, 16/1268/A).

De Arbeidsrechtbank van Luik oordeelde dat wanneer men gebruikgemaakt heeft van een postbus de brieven die tijdig in het postkantoor aanwezig waren, verondersteld zijn tijdig te zijn aangekomen zelfs indien ze niet in de postbus gedeponeerd waren. In de concrete situatie had men in het postkantoor een plasticzak aangetroffen met 133 briefstemmen terwijl er in de postbus zelf slechts 110 zaten (Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik 26.01.2021, 20/23315/A).

In geval van stemming per brief moet de kiezer op de buitenomslag waarin hij zijn stembiljet terugstuurt, zijn handtekening plaatsen. Aangezien de wetgeving inzake sociale verkiezingen van openbare orde is, kan men van deze regel niet afwijken en kan dus geenszins overeengekomen worden dat stembiljetten die teruggezonden worden waarbij de handtekening van de keizer ontbreekt toch geldig zijn (Arbeidshof Antwerpen 2021 09.04.2021, 221/ AH/43).

Uit een vonnis van de Arbeidsrechtbank van Henegouwen, afdeling Binche kan worden afgeleid dat de onvoldoende frankering van de terugzendomslagen aanleiding kan
geven tot vernietiging van de sociale verkiezingen. Zo bepaalde briefstemmen tijdig zijn aangekomen zonder dat er sprake was van een opmerking vanwege de post en de vakorganisatie geen exemplaar van de betwiste omslagen kan voorleggen is de onvoldoende frankering evenwel niet bewezen (Arbeidsrechtbank Henegouwen, afd. Binche 21.01.2021, 20/1922/A).
 

Geldigheid stembiljetten

De ingevulde stembiljetten zelf geven ook steeds aanleiding tot betwistingen. Overeenkomstig artikel 61 van de wet op de sociale verkiezingen zijn de hiernavolgende stembiljetten ongeldig:

  • de andere stembiljetten dan die welke aan de kiezer zijn overhandigd op het ogenblik van de stemming
  • de stembiljetten waarop meer dan één stem bovenaan een lijst is uitgebracht
  • de stembiljetten waarop de kiezer een stem bovenaan een lijst en tevens één of meer stemmen voor één kandidaat of meerdere kandidaten van een andere lijst of meerdere andere lijsten heeft uitgebracht of de stembiljetten met stemmen voor kandidaten van verschillende lijsten
  • de stembiljetten waarvan de vorm of de afmetingen zijn veranderd of die binnenin enig papier of voorwerp bevatten of waarvan de kiezer door een teken, een doorhaling of een merk kan worden herkend

Het teken van de stemming, zelfs wanneer het op onvolmaakte wijze is aangebracht, wordt door de verkiezingswet als een geldig uitgebrachte stem beschouwd, tenzij het duidelijk in de bedoeling van de kiezer lag het stembiljet herkenbaar te maken. De verkiezingswet beoogt het geheim van de stemming te garanderen (Arbeidshof Brussel, 12.12.2012). De nietigheid van een stembiljet moet restrictief worden beoordeeld, aangezien de nietigheid de manifeste negatie van de wil van een kiezer inhoudt (Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Aalst 15.06.2016).

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart