banner-pensioenen-2025.jpg

Pensioenhervormingen: van kwaad naar erger?

14/01/2025 - 13u

Het Belgische pensioenstelsel staat onder druk: er komen steeds meer gepensioneerden bij, terwijl het aantal werkenden - die de huidige pensioenen mee financieren - ongeveer gelijk blijft. Om het systeem betaalbaar te houden, werden verschillende aanpassingen doorgevoerd. En als het van de Arizona-coalitie afhangt, komen nog meer pensioeningrepen op ons af!

De Arizona-plannen vormen een frontale aanval op de pensioenen van werknemers en zijn een ongekende stap terug voor het ambtenarenstelsel. Iedereen heeft recht op een fatsoenlijk pensioen. Maar wanneer formateur De Wever drie miljard euro wil besparen op de pensioenen, dan zijn het alle werkende mensen die de rekening zullen betalen!

Belangrijkste veranderingen vanaf 2025

Verhoging wettelijke pensioenleeftijd

Sinds 1 januari 2025 ligt de wettelijke pensioenleeftijd op 66 jaar (voorheen 65 jaar) voor wie geboren is tussen 1 januari 1960 en 31 december 1963. Voor latere geboortejaren wordt dit zelfs 67 jaar.

Vervroegd pensioen blijft mogelijk onder bepaalde voorwaarden, maar leidt tot een lager pensioenbedrag. Ook het fiscaal gunsttarief van 10% bij de uitbetaling van het aanvullend pensioen valt bij vervroegd pensioen weg.
 

Hernieuwde pensioenbonus voor de eerste keer uitbetaald

De pensioenbonus is een extra nettobedrag dat men krijgt voor elke dag dat men langer werkt dan de vroegst mogelijke pensioendatum. Ten vroegste vanaf 1 juli 2024 kon de pensioenbonus opgebouwd worden, voor maximaal 3 jaar. Vanaf 1 januari 2025 kan de pensioenbonus voor de eerste keer uitbetaald worden.
 

Strengere voorwaarden minimumpensioen

Het (gewaarborgd) minimumpensioen (1.773,35 € bruto/maand voor een alleenstaande met een volledige loopbaan) krijgt strengere voorwaarden: naast 30 loopbaanjaren moet men ook 20 jaar 'effectief' gewerkt hebben: 5 000 voltijdse werkdagen voor een voltijds minimumpensioen en 3 120 voltijdse werkdagen voor een deeltijds minimumpensioen.

Ook voor de berekening van de effectieve tewerkstelling wordt rekening gehouden met gelijkgestelde dagen, maar die zijn minder uitgebreid dan bij de loopbaanvoorwaarde van 30 jaar. Zijn bv. niet gelijkgesteld: volledige werkloosheid, SWT, tijdskrediet anders dan voor palliatieve zorg of zorg voor een kind met een handicap, en landingsbanen. Voor langdurig zieken is een regeling uitgewerkt, waarbij men minder effectief gewerkte dagen moet bewijzen naarmate men langer arbeidsongeschikt is.

Voor werknemers geboren voor 1970 zijn overgangsmaatregelen voorzien.
 

Hogere leeftijd overlevingspensioen

Sinds 1 januari 2025 moet men minimum 50 jaar zijn om recht te hebben op een overlevingspensioen, dat toegekend kan worden als de huwelijkspartner overlijdt. Wie jonger is, kan in aanmerking komen voor een overgangsuitkering.
 

Onbeperkt bijverdienen

Onbeperkt bijverdienen kan vanaf de wettelijke pensioenleeftijd, dus vanaf 66 jaar of bij een loopbaan van 45 jaar. Indien men niet aan die voorwaarden voldoet, kan men maar beperkt bijverdienen. Vanaf 2025 geldt naast de algemene inkomensgrens een specifieke grens voor inkomsten uit een flexi-job: € 7.876 / jaar.

Hogere  wettelijke minimumrente aanvullend pensioen: na meer dan 8 jaar op het wettelijke minimum te zijn gebleven, zal de rentevoet die wordt gebruikt om de wettelijke rendementsgarantie voor aanvullende pensioenen te berekenen, vanaf 1 januari 2025 opnieuw stijgen, van 1,75% naar 2,50%.

Pensioensparen kan maar tot 65 jaar, want de wetgeving is nog niet aangepast.

Geplande wijzigingen na 2025

(onder voorbehoud van een definitief regeringsakkoord)

De huidige pensioenbonus, heringevoerd in 2025, zou hervormd worden: het pensioenbedrag zou stijgen met een bonus per jaar opname na de wettelijke pensioenleeftijd indien voldaan wordt aan 35 loopbaanjaren van 156 dagen met effectieve tewerkstelling en 7.020 effectief gewerkte dagen.

Maar er zou ook een pensioenmalus komen per jaar vervroegde uittrede voor de wettelijke pensioenleeftijd. Indien wel aan de loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen voldaan wordt, maar niet aan 35 loopbaanjaren van 156 dagen met effectieve tewerkstelling en 7.020 effectief gewerkte dagen, ontvang je een lagere uitkering. Eerst de wortel, dan de stok.

Strengere voorwaarden voor het minimumpensioen: de loopbaanvoorwaarde om toegang te krijgen tot het minimumpensioen zou vanaf 1 januari 2030 geleidelijk verhoogd worden, zodat die uiterlijk in 2035 35 loopbaanjaren (met elk minstens 156 werkdagen effectieve tewerkstelling) zou bedragen.

Vermindering gelijkgestelde periodes: niet-gewerkte periodes, zoals SWT, langdurige werkloosheid en landingsbanen, zouden steeds minder meetellen voor de pensioenberekening. De gelijkstelling zou enkel behouden worden voor periodes van ziekte, zwangerschaps- en ouderschapsverlof, en diverse zorgverloven.

Lange effectieve loopbanen: het zou mogelijk zijn om vanaf 2027 met vervroegd pensioen te gaan vanaf 60 jaar met 42 jaar loopbaan, maar ook hier zou het om effectieve om effectieve tewerkstelling moeten gaan.

Het overlevingspensioen zou vanaf 2026 vervangen worden door een overgangsuitkering van maximaal 2 jaar.

Waarheen met het pensioenbeleid?
De reactie van ACLVB op de Arizona-plannen

De ACLVB is zich ervan bewust dat - ook bij de pensioenhervormingen - keuzes moeten gemaakt worden en compromissen gesloten. Onze kernwaarden vrijheid, solidariteit, verantwoordelijkheid  en verdraagzaamheid zullen hoe dan ook altijd vooropstaan in onze strijd voor waardige pensioenen.

Een wijziging in de pensioenreglementering …

  • mag niet raken aan reeds lopende pensioenen: geen spelregels veranderen tijdens het spel!
  • moet de overkomen tegenslagen tijdens de beroepsloopbaan blijven beschermen tijdens de pensionering: wie ziek, onvrijwillig werkloos, ... wordt, wordt anders tweemaal gestraft
  • moet transparant en begrijpbaar zijn: alleen dan kunnen mensen doordachte keuzes maken
  • houdt rekening met de flexibilisering van de arbeidsmarkt: de flexibilisering (bv. vierdagenwerkweek) mag de loopbaanvoorwaarde niet bemoeilijken
  • mag geen afbreuk doen aan het solidariteitsprincipe: door strengere voorwaarden voor het minimumpensioen zullen precies de zwakkeren uit de boot vallen
  • heeft niet als voornaamste doelstelling arbeidsmarkt- of samenlevingsproblematieken op te lossen: het stijgend aantal zieken, de tekorten in de kinderopvang, … kunnen niet allemaal door de pensioenhervorming opgelost worden
Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart