Fiscale nieuwigheden in 2020

11/02/2020 - 13u

Grote wijzigingen zijn er niet op te tekenen voor 2020. Het ontbreken van een federale regering zal hier wel niet vreemd aan zijn. Naast de traditionele indexeringen van een aantal bedragen zijn er toch enkele interessante fiscale nieuwigheden.

Geen taxshift in 2020 wel een tariefindexering

De voorbije jaren verhoogde, telkens op 1 januari, het nettoloon door toepassing van de taxshift. Gespreid over verschillende jaren werden een mix aan maatregelen doorgevoerd:  de aanpassing van de schalen van de forfaitaire beroepskosten, het aanpassen van de belastingtarieven, de verhoging van de belastingvrije sommen en de verhoging van het percentage van de fiscale werkbonus. De laatste stap trad in werking op 1 januari 2019.

Op 1 januari 2020 komt er geen nieuwe taxshift maar wel de jaarlijkse aanpassing van de tarieven en schalen aan de inflatie (indexering) waardoor het nettoloon toch zal stijgen.

Indexering belastingschalen in de personenbelasting

De belastingtarieven en de tariefschijven werden sinds aanslagjaar 2017 aangepast. De schijf van 30 % verdween geleidelijk – in aanslagjaar 2016 en 2018 – en ging op in de schijf van 25 %. De tariefschijf van 40 % werd geleidelijk – in 2018 en 2019 – verbreed ten nadele van de schijf van 45 %. In aanslagjaar 2021 zijn er geen wijzigingen, enkel een indexatie van de tariefschijven.

Aanslagjaar 2021, inkomsten 2020

Belastingschijven

Aanslagjaar 2021

25 %

0 – 13.440

40 %

13.440 – 23.720

45 %

23.720 – 41.060

50 %

Boven 41.060

Nog slechts 1 percentage voor forfaitaire beroepskosten

De kosten die je maakt in het kader van je beroep, zijn aftrekbaar van je beroepsinkomsten. Als loontrekkende heb je de keuze. Ofwel kies je voor het zogenaamde kostenforfait ofwel opteer je voor de werkelijke beroepskosten. Voor veel loontrekkenden is het kostenforfait het meest voordelige en hiervoor hoef je zelfs niets te ondernemen (de fiscus doet de berekening zelf op basis van de belastingaangifte).

Sinds aanslagjaar 2019 wordt het kostenforfait niet langer berekend volgens inkomensschijven maar volgens een vast tarief met name 30% op het inkomen. Voor aanslagjaar 2021 bedragen de forfaitaire beroepskosten 30% met een maximum van € 4.880.

Basissom belastingvrije som voor elkeen

In het kader van de taxshift werden de belastingvrije sommen verhoogd. Sinds aanslagjaar 2020 werd de verhoging van de belastingvrije basissom in functie van het inkomen afgeschaft en is nog slechts één (verhoogde) belastingvrije som van toepassing.

Vorig aanslagjaar bedroeg de belastingvrije som voor elke belastingplichtige, ongeacht de hoogte van het inkomen, € 8.860. Vanaf aanslagjaar 2021 stijgt dit naar € 8.990.

Verhoogde aftrek bedrijfsfiets tot 120% op de schop

Een bedrijfsfiets is één van de extralegale voordelen die vanuit fiscaal en RSZ-standpunt voordelig zijn zowel voor werkgever als werknemer. Een fiets die voor het woon-werkverkeer wordt gebruikt (en dat hoeft zelfs niet het hele jaar door maar het moet wel effectief zijn) is aftrekbaar voor de werkgever tegen 120 %. Voor de werknemer moet er voor het privégebruik geen voordeel alle aard worden aangerekend (dit geldt zowel voor de fiscus als voor de RSZ).

Vanaf 2020 wijzigt er op zich niets voor de werknemer maar wel voor de werkgever. In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting daalt op 1 januari 2020 de aftrekbaarheid van 120 % naar 100 % . De kosten van de bedrijfsfiets zullen nog slechts tegen 100 % aftrekbaar zijn voor de vennootschap-werkgever die de fiets heeft aangekocht of geleased. Dit geldt zowel voor de elektrische fietsen als de gewone fietsen en ongeacht het tijdstip dat deze fietsen zijn aangekocht of geleased (vóór of na 2020). De afschaffing van die 20 % extra geldt dus enkel voor vennootschappen en niet voor de werkgever-natuurlijk persoon die onderworpen is aan de personenbelasting.

Krijg je als werknemer een fietsvergoeding dan ligt het maximumbedrag vast op € 0,24 per getrapte kilometer (aanslagjaar 2021). Krijg je meer dan dit bedrag dan betaal je hierop wél belastingen.

Hoe zit het ook alweer met de autofiscaliteit?

Voor het 2de jaar op rij stijgt de gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuw ingeschreven wagens. De nieuw ingeschreven auto’s in België zijn dus weer een stuk vervuilender dan het jaar voordien. De stijging van de referentie-uitstoot zorgt, tenzij je met een fakehybride rijdt, voor een iets lager privé belastbaar voordeel in 2020, dat zelfs nog meer kan dalen door de zogenaamde leefijdscorrectie van je wagen. [1]

Het VAA kan nooit minder bedragen dan een bepaald wettelijk minimum. Het voordeel mag niet lager zijn dan € 1.360 in 2020.

Ben je een werknemer met een bedrijfswagen die je ook privé gebruikt, dan kan  je de auto inleveren in ruil voor een extra financiële vergoeding. Men berekent de mobiliteitsvergoeding op basis van de cataloguswaarde van de ingeleverde wagen. De vergoeding krijgt een sociale en fiscale voordelige behandeling.

De mobiliteitsvergoeding is een belastbaar voordeel waarop bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden. De waarde van het belastbaar voordeel is gelijk aan 4 % van 6/7 van de cataloguswaarde van de bedrijfswagen. De eigen bijdrage die de werknemer eventueel betaalt, mag in mindering worden gebracht. Het voordeel mag niet lager zijn dan € 1.360 per jaar.


[1] Om het VAA te bepalen, wordt de CO2-uitstoot vergeleken met de referentie-uitstoot. Het basispercentage bedraagt 5,5 %. Voor elke gram CO2 meer wordt het % verhoogd met 0,1 % (tot max 18 %). Voor elke gram CO2 minder dan de referentie-uitstoot, daalt het % met 0,1 % (tot min 4 %).

De formule VAA auto: cataloguswaarde x 6/7 x CO2-percentage.

Voor 2019 bedroeg de referentie-uitstoot 107 g/km voor benzineauto’s en 88 g/km voor dieselauto’s. Voor 2020 is die gestegen tot respectievelijk 111 g/km en 91 g/km.

Uitdoving Vlaamse geïntegreerde woonbonus

Het Vlaams Regeerakkoord voorziet in een ‘taxshift’ van het hebben van een woning naar het verwerven van een woning. Vanaf 1 januari 2020 is er een tariefwijziging van de registratiebelasting. Het verkooprecht daalt van 7 % naar 6 % voor de aankoop van de enige gezinswoning. Registratierechten dalen van 6 % naar 5 % voor de aankoop van eveneens de enige gezinswoning maar dan met ingrijpende energetische renovatie.

Nieuw fiscaal voordeel rechtsbijstandsverzekering

Sinds 1 september 2019 kan je privé een globale verzekering rechtsbijstand afsluiten die de kosten van verschillende geschillen dekt. De verzekering moet je wel individueel afsluiten bij een verzekeringsonderneming in de EER. De polis moet bovendien voldoen aan een aantal voorwaarden (verzekerde personen, de minimale gedekte geschillen, wachttijd, maximumwaarborg en de gedekte kosten).

De verzekeraar is verplicht een attest af te leveren indien de polis voldoet aan alle voorwaarden. Dit attest geeft je recht op een belastingvermindering van 40 % van de betaalde premies, waarvan het bedrag beperkt is tot het plafond van € 310 (aanslagjaar 2020).

De belastingvermindering zal dus geldig zijn vanaf aanslagjaar 2020 voor de premies vanaf 1 september 2019. De belastingvermindering geldt ook voor de verzekeringsovereenkomsten die reeds lopen op datum van inwerkintreding, en die, na wijziging, voldoen aan de gestelde voorwaarden.[1]


[1] Wet 22 april 2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering , BS 8 mei 2019

 

Opletten voor de fiscale val bij pensioensparen

Sinds aanslagjaar 2019 heb je de keuze uit 2 systemen van pensioensparen. De ‘oude’ regeling waarbij je voor inkomstenjaar 2020 een bedrag kan sparen tot € 990, geeft recht op een belastingvermindering van 30 %. In het nieuwere systeem, waarbij je tot € 1.270 kan sparen, krijg je een belastingvermindering van 25 %. Toch mag je er niet automatisch van uit gaan dat het ‘nieuwe’ pensioensparen fiscaal voordeliger zal zijn omdat het bedrag hoger is. De fiscale aftrek zal pas vanaf een storting van € 1.189 groter zijn dan het ‘oude’ systeem.

In het 2de systeem kan je dit jaar € 280 extra storten (€ 1.270 i.p.v. € 990). Je krijgt hierop slechts een belastingvoordeel in vergelijk met het ‘oude’ systeem van pensioensparen van € 20,5. Het fiscaal rendement bedraagt dus maximaal 7,3 % (€ 20,5 / € 280).

Maar er is nog een ander aandachtspunt. Op 60-jarige leeftijd word je in principe belast en bedraagt de eenmalige eindbelasting meer, nl. 8 % (eventueel verminderd met de vervroegde inning van 1 % eindbelasting). Vanuit fiscaal oogpunt is het dan ook niet aangewezen om te kiezen voor het nieuwe systeem aangezien je reserves toenemen waarop de taxatie gebeurt.

Lagere belastingvermindering diensten- en wijkwerkcheques Vlaanderen

De dienstencheques blijven in Vlaanderen bestaan maar Vlaanderen snoeit wel in de belastingvermindering. De belastingvermindering wordt van 30 % naar 20 % terug geschroefd. De kost per cheque na belastingvermindering zal hierdoor stijgen van € 6,30 naar € 7,20.

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart