Op 1 februari 2021 verhoogt de NMBS de prijzen van haar treintickets. Zij doet volgens de bepalingen van de geldende beheersovereenkomst afgesloten met de federale overheid. De maximaal toegelaten stijging voor de abonnementen bedraagt dit jaar + 1,95 %. De NMBS kiest er voor deze ruimte ook effectief in te vullen.
Ook de prijzen van andere treintickets zoals standaardtickets en de Multivervoerbewijzen verhogen. Een opvallende keuze van de NMBS is wel om de tarieven van de digitale versie van de Multi-vervoerbewijzen ongewijzigd te laten, maar die van de papieren versie te verhogen.
|
02/2020 |
02/2021 |
---|---|---|
1. Abonnementen (en afgeleiden) |
|
|
2. Standaardtickets |
|
|
3. Digitalisering Multi |
(Stijging van het algemene tarief voor local multi (+€3) |
|
4. Aanpassing forfaitaire producten |
|
|
Voor de werknemers die van hun werkgever een financiële tegemoetkoming voor hun woon-werkverkeer met een treinabonnement, heeft de tariefverhoging vanaf 1 februari 2021 tot gevolg dat hun persoonlijke bijdrage in de prijs van hun treinabonnement vanaf dan 33,25% zal bedragen, tegenover 30% op 1 juli 2019.
In het kader van hun wettelijke adviesbevoegdheid spreken de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) zich, eveneens ieder jaar, in een gezamenlijk advies uit over deze prijsaanpassing.
Met de fiets op de trein en grensoverschrijdende tarieven
Sinds 1 januari 2021 moeten reizigers opnieuw betalen om hun fiets mee te nemen op de trein. Omdat het om een vaste prijs gaat, wijzen de CRB en de NAR erop dat dit relatief minder interessant is voor wie korte afstanden aflegt met de trein.
De Raden roepen de NMBS op om in de nabije toekomst in te spelen op ontwikkelingen op het terrein, waaronder het toegenomen fietsgebruik en telewerk en het afgenomen openbaarvoergebruik. De Raden denken daarbij aan extra treincapaciteit die is gericht op fietsen, en aan tariefformules die rekening houden met de groei van het fietsgebruik en van het telewerk. Om het openbaarvervoergebruik weer aan te moedigen, moeten eenvoud en gebruiksgemak volgens de Raden centraal staan. Een uniforme aanpak voor het openbaar vervoer in zijn geheel moet daarbij worden nagestreefd.
De Raden zijn dan weer verheugd over het feit dat de tarieven voor het grensoverschrijdend reizigersvervoer met niet-gereserveerde treinen tussen België en de buurlanden vanaf 1 februari 2021 verlaagd en vereenvoudigd worden.
Inclusiviteit en toegankelijkheid van de verkoopskanalen
Zoals gezegd wil de NMBS wil digitale vervoerbewijzen promoten en verhoogt daarom de prijs van de papieren versie van de Multi-vervoerbewijzen, terwijl de prijs van de digitale versie ongewijzigd blijft.
De NAR en de CRB erkennen de vele voordelen van digitale vervoerbewijzen, toch onderstrepen ze dat de NMBS rekening zou moeten houden met een aantal praktische vragen en met het feit dat digitaal niet voor iedereen in de samenleving een optie is.
Betrokkenheid bij het tarievenbeleid
De CRB en de NAR wensen betrokken te worden bij de uitstippeling van het tarievenbeleid van de NMBS. Ze vinden dat de NMBS enkel onder bepaalde voorwaarden meer tariefautonomie zou mogen krijgen en dat tariefverhogingen gekoppeld moeten blijven aan een kwaliteitsverbetering voor de reiziger.
Verder vragen ze dat:
- de halftijdse abonnementen aan dezelfde prijsaanpassingsformule als de standaardabonnementen worden onderworpen;
- jongeren die alternerend leren en werken moeten kunnen blijven genieten van de schooltarieven van de NMBS voor hun woon-schoolverplaatsingen, ongeacht hun opleidingsinstelling;
- dat het vrijwillige 80/20-systeem moet worden verlengd, uitgebreid tot al de gecombineerde openbaarvervoerabonnementen (vandaag geldt dit enkel voor NMBS/MIVB) en gefinancierd met een open enveloppe.