banner-bedrijfsvoorheffing-2025.jpg

De bedrijfsvoorheffing in 2025

28/01/2025 - 09u

Ook in 2025 wordt de bedrijfsvoorheffing op periodieke bezoldigingen voor werknemers, bedrijfsleiders en SWT’ers berekend aan de hand van het werkelijk belastbare bedrag.

Als je maandelijks een loonbrief ontvangt, merk je een inhouding van socialezekerheidsbijdragen én een bedrag aan bedrijfsvoorheffing. Maar laten we eerlijk zijn: vooral dat laatste voelt vaak als een mysterie. Hoe wordt dat precies berekend? We lichten een tipje van de sluier aan de hand van een paar concrete voorbeelden.
 

Tabellen worden ‘glijdende schalen’

De tabellen bedrijfsvoorheffing die we vroeger kenden, zijn verleden tijd. De berekening van de bedrijfsvoorheffing van toepassing op de bezoldigingen, pensioenen en SWT-uitkeringen gebeurt op het werkelijk belastbare bedrag (volgens een sleutelformule). Dit is in ons voordeel: een brutoverhoging van een bezoldiging, pensioen of SWT zal hierdoor nooit meer kunnen leiden tot een (licht) lager nettobedrag. Ook in 2025 zal een algemene verlaging van de bedrijfsvoorheffing een stijging van de nettolonen tot gevolg hebben. Hoeveel precies hangt af van de hoogte van je inkomen en ook je gezinssituatie.

Nemen we als voorbeeld een bediende met een brutomaandloon van € 3.750, gehuwd met een partner met eigen beroepsinkomen en 1 kind ten laste. Vorig jaar had hij een netto maandloon van € 2.510,50 terwijl dit in 2025 € 2.537,06 is, wat toch een stijging is van € 26,56.
 

Enkele nieuwigheden

Vrijstelling woon-werkverkeer

Maak je geen gebruik van het openbaar vervoer of het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer, dan mag de werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer voor maximum € 41,70 per maand vrijgesteld worden (op jaarbasis is dat € 500).
 

Studentenarbeid

Voor 2023-2024 werd het jaarplafond voor studenten opgetrokken tot 600 uur per jaar. Op fiscaal vlak was evenmin bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de eerste 600 uren studentenarbeid per jaar die vallen onder de verminderde solidariteitsbijdragen. Op dit moment, zonder wijzigingen in de wetgeving, zakt het plafond opnieuw naar 475 uur zoals voorheen.
 

Overuren bij wegenwerken en spoorwegwerken

Sinds 1 juni 2024 werd het totaal aantal fiscaalvriendelijke overuren opgetrokken van 180 tot 280 uur voor werknemers en werkgevers die wegenwerken en spoorwegwerken uitvoeren. Werkgevers moeten wel gebruik maken van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem (EARS).
 

Einde overgangsregeling 65-plussers ten laste

Had je in je gezin personen van 65 jaar of ouder fiscaal ten laste, dan kon je vroeger onder bepaalde voorwaarden genieten van een belastingvoordeel: een toeslag op de belastingvrije som, wat resulteerde in een vermindering van de bedrijfsvoorheffing. Maar let op! Deze maatregel liep af op 31 december 2024.

Sinds 2022 is er een nieuwe regeling in de plaats gekomen gericht op de ‘zorgbehoevende’ personen ten laste van 65 jaar en ouder. Het belastingvoordeel is aantrekkelijker dan de uitgedoofde maatregel, maar de voorwaarden zijn wel een stuk strenger. Ook dit heeft invloed op de bedrijfsvoorheffing. Belangrijk om te weten: vanaf 2025 is de minimumleeftijd van ‘zorgbehoevende’ personen ten laste opgetrokken van 65 jaar naar 66 jaar. Heb je vanaf 1 januari 2025 iemand van 66 jaar of ouder ten laste die niet als ‘zorgbehoevend’ wordt beschouwd? Dan verlies je in dit geval het recht op de verhoogde vermindering van de bedrijfsvoorheffing. Je kan eventueel nog rekenen op een algemene vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor ‘andere personen ten laste’ (maar dit zal weinig kunnen toegepast worden door extra opgelegde voorwaarden).
 

Werkbonus

De fiscale werkbonus wijzigde reeds in 2024. Sinds 1 april 2024 wordt een afzonderlijk percentage belastingvermindering toegepast op luik A en luik B van de sociale werkbonus. Op luik A bedraagt het 33,14%. Op luik B zal een hoger percentage van toepassing zijn van 52,54%.
 

Hoe gebeurt de berekening van de bedrijfsvoorheffing concreet?

Zoals reeds gezegd zijn de vroegere schalen I, II en III vervangen door een berekening die gebaseerd is op een sleutelformule. De bedrijfsvoorheffing wordt in een aantal stappen berekend:

  • vaststellen van een bruto jaarinkomen
  • berekening van een belastbaar netto jaarinkomen
  • berekening van de jaarbelasting
    • basisbelasting
    • belastingverminderingen
  • bedrijfsvoorheffing
  • andere belastingverminderingen
     

Twee voorbeelden van loontrekkenden om de berekening te illustreren

Voorbeeld 1: gehuwde partners met eigen beroepsinkomsten

Een werknemer is gehuwd met een partner met eigen beroepsinkomsten. Hij heeft een maandloon van € 4.000 (maandloon + voordelen alle aard en maandelijkse premie). Een eventuele bonus of het dubbel vakantiegeld worden niet meegenomen (valt onder exceptionele vergoeding). Het koppel heeft geen kinderen ten laste.

Bruto jaarinkomen

Het betaalde brutobedrag van de maandelijkse bezoldiging wordt verminderd met 13,07% RSZ: € 4.000 - € 522,80 = € 3.477,20. Het bekomen verschil, afgerond op 2 cijfers na de komma, moet vervolgens vermenigvuldigd worden met 12.

€ 3.477,20 x 12 = € 41.726,40

Belastbaar netto jaarinkomen

Van het bruto jaarinkomen mogen de forfaitaire beroepskosten in mindering worden gebracht.

Bruto jaarinkomen

Forfaitaire beroepskosten

tot € 19.766,67 30%
boven € 19.766,67 € 5.930 (maximum)

Het resultaat wordt eveneens afgerond op 2 cijfers.

€ 41.726,40 - € 5.930 = € 35.796,40

Jaarbelasting

Eerst wordt de basisbelasting berekend op het belastbaar netto jaarinkomen. Van die belasting wordt de belastingvermindering voor belastingvrije som afgetrokken. Voor het inkomstenjaar 2025 bedraagt dit € 2.915,75 (de belasting op het basisbedrag van de belastingvrije som ten bedrage van € 10.900).

Basisbelasting

Jaarlijks nettobedrag van de belastbare grondslag

Basisbelasting

van € 0,01 - € 16.310 26,75%
van € 16.310,01 tot € 28.790 € 4.362,93 + 42,80% op de schijf boven € 16.310
van € 28.790,01 - € 49.820 € 9.704,37 + 48,15% op de schijf boven € 28.790
boven € 49.820 € 19.830,32 + 53,50% op de schijf boven € 49.820

Bij een netto belastbaar inkomen van € 35.796,40 bedraagt de jaarbelasting € 10.162,20.

€ 13.077,95 (= basisbelasting) - € 2.915,75 (belastingvermindering belastingvrije som) = € 10.162,20

  1. Belastingverminderingen

Van de jaarlijkse belasting mogen nog de verminderingen afgetrokken worden van o.a. kinderen ten laste en verminderingen voor andere gezinslasten (zoals o.a. vermindering voor ouders, grootouders, broers en zussen die 66 jaar zijn én zorgbehoevend, of een vermindering voor echtgenoot/wettelijk samenwonende partner met een pensioen, …). Deze verminderingen zijn in dit voorbeeld niet van toepassing.

Maandbelasting/bedrijfsvoorheffing

De jaarbelasting delen we vervolgens door 12 om een maandbelasting te bekomen. Dit is m.a.w. de bedrijfsvoorheffing voor die maand.

€ 10.162,20 / 12 = € 846,85

Bijkomende verminderingen

Van de maandelijkse verschuldigde bedrijfsvoorheffing kunnen nog volgende verminderingen worden afgetrokken. Zonder hier in detail op in te gaan gaat het om de:

  • vermindering voor groepsverzekering en voor extra wettelijke verzekering tegen ouderdom of vroegtijdige dood
  • vermindering voor overwerk met overwerktoeslag
  • vermindering voor werknemers die recht hebben op de werkbonus
     

Voorbeeld 2: gehuwde partners waarvan een van de partners geen beroepsinkomsten heeft; ze hebben 2 kinderen ten laste

Dit is iets moeilijker omdat hier het zogenaamde huwelijksquotiënt om de hoek komt kijken. We geven hier de basis van hoe dit werkt. Gelukkig hoef je zelf niet te rekenen, het sociaal secretariaat neemt dit allemaal netjes voor zijn rekening.

Indien de wettelijke partner geen of zeer beperkte persoonlijke beroepsinkomsten heeft, wordt het huwelijksquotiënt toegepast. Dat wil zeggen dat 30% van het netto jaarbelastbaar inkomen met een maximum van € 13.460 wordt toegekend aan de andere partner. Vervolgens wordt de basisschaal toegekend (zoals hierboven besproken) op dat bedrag (af te ronden op 2 cijfers na de komma). De basisbelasting zal uiteindelijk de som zijn van de belasting van partner A (met dus de vermindering van 30%) en partner B (waarvoor het huwelijksquotiënt wordt toegepast) verminderd met 2 x de belastingvermindering voor de belastingvrije som.

Ook in dit voorbeeld vertrekken we van eenzelfde maandloon van € 4.000 maar de andere partner heeft geen beroepsinkomsten. Het koppel heeft 2 kinderen ten laste.

Bruto jaarinkomen

Het betaalde brutobedrag van de maandelijkse bezoldiging wordt verminderd met de RSZ (13,07%): € 4.000 - € 522,80 = € 3.477,20.

Het bekomen verschil, afgerond op 2 cijfers na de komma, wordt vervolgens vermenigvuldigd met 12.

€ 3.477,20 x 12 = € 41.726,40

Belastbaar netto jaarinkomen

Van het bruto jaarinkomen mag je de forfaitaire beroepskosten in mindering brengen.

Bruto jaarinkomen

Forfaitaire beroepskosten

tot € 19.766,67 30%
boven € 19.766,67 € 5.930 (maximum)

Het resultaat wordt eveneens afgerond op 2 cijfers.

€ 41.726,40 - € 5.930 = € 35.796,40

Jaarbelasting

Hier moeten we 2 stappen doorlopen. Eerst moet de basisbelasting A worden berekend op het deel dat toegekend wordt aan de andere partner (30%) d.w.z. op € 10.738,92 (= 30% van € 35.796,40). Vervolgens de basisbelasting B op het stuk van de andere partner d.w.z. € 35.796,40 - € 10.738,92.

De belasting is uiteindelijk de som van basisbelasting A en basisbelasting B, waarvan 2 keer de belastingvermindering voor de belastingvrije som wordt afgetrokken. Voor dit jaar bedraagt dit 2 x € 2.915,75 = € 5.831,50.

  1. Basisbelasting

Jaarlijks nettobedrag van de belastbare grondslag

Basisbelasting

van € 0,01 - € 16.310 26,75%
van € 16.310,01 tot € 28.790 € 4.362,93 + 42,80% op de schijf boven € 16.310
van € 28.790,01 - € 49.820 € 9.704,37 + 48,15% op de schijf boven € 28.790
boven € 49.820 € 19.830,32 + 53,50% op de schijf boven € 49.820

Basisbelasting A = € 2.872,66 en basisbelasting B = € 8.106,85.

Basisbelasting A + basisbelasting B, verminderd met de belastingvrije sommen geeft: € 10.979,51 - € 5.831,50 = € 5.148,01

  1. Belastingverminderingen

Het koppel heeft 2 kinderen ten laste. Van het resultaat (op jaarbasis) mag vervolgens de belastingvermindering voor 2 kinderen ten laste in mindering worden gebracht: € 1.608.

Kinderen ten laste

Per jaar

0

€ 0

1

€ 612

2

€ 1.608

3

€ 4.296

4

€ 7.428

5

€ 10.836

€ 5.148,01 - € 1.608 = € 3.540,01

Maandbelasting/bedrijfsvoorheffing

De jaarbelasting zal vervolgens gedeeld worden door 12 om naar een maandbelasting te kunnen gaan.

€ 3.540,01 / 12 = € 295,00

Bijkomende verminderingen

Eventuele bijkomende verminderingen kunnen in rekening worden gebracht zoals bijvoorbeeld de vermindering voor groepsverzekering, etc.
 

En wat met opzeggingsvergoedingen, exceptionele vergoedingen, vakantiegeld, …?

Exceptionele vergoedingen, achterstallen, opzeggingsvergoedingen, inschakelingsvergoedingen en vakantiegelden worden niet zomaar op dezelfde manier belast. Ze vallen onder speciale tarieven en bijzondere regels.

Een goed voorbeeld hiervan is de eindejaarspremie. Hier wordt de bedrijfsvoorheffing vastgesteld volgens onderstaande tabel (kolom ‘andere vergoedingen en toelagen’), waarbij rekening wordt gehouden met het jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen van de werknemer.

Jaarbedrag van de normale bruto bezoldigingen Percent als bedrijfsvoorheffing verschuldigd op
  Vakantiegeld Andere vergoedingen en toelagen
tot 10.415 EUR 0 0
van 10.415,01 EUR tot 13.330 EUR 19,17 23,22
van 13.330,01 EUR tot 16.960 EUR 21,20 25,23
van 16.960,01 EUR tot 20.340 EUR 26,25 30,28
van 20.340,01 EUR tot 23.020 EUR 31,30 35,33
van 23.020,01 EUR tot 25.710 EUR 31,30 35,33
van 25.710,01 EUR tot 31.070 EUR 36,34 40,38
van 31.070,01 EUR tot 33.810 EUR 39,37 43,41
van 33.810,01 EUR tot 44.770 EUR 42,39 46,44
van 44.770,01 EUR tot 58.460 EUR 47,44 51,48
boven 58.460 EUR 53,50

Vergeet niet: er bestaat ook een bijkomende vrijstelling voor kinderen ten laste, die berekend wordt volgens aparte tabellen. Dit kan je belastingvoordeel nog verder verhogen.

Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
Of zoek uw secretariaat via de kaart