Op 14 maart 2023 werd binnen de Groep van 10 - de top van de Belgische vakbonden en werkgeversorganisaties - een ontwerp van interprofessioneel deelakkoord bereikt. De loonvorming kon niet worden besproken, vanwege de reeds bepaalde maximale marge van 0%. Samengevat komt het IPA 2023-2024 neer op een verlenging van de bestaande akkoorden.
Tot onze grote spijt heeft de Groep van 10 (G10) bij de onderhandelingen over het interprofessioneel akkoord (IPA) de loonvorming niet besproken. De wet op de loonnorm gijzelt de lonen zodanig dat de onderhandelingsmarge voor de jaren 2023 en 2024 gelijk is aan 0,0% (tegenover 0,4% in 2021-2022), buiten indexeringen en baremieke verhogingen. Geconfronteerd met de belabberde financiële situatie van vele gezinnen heeft de regering andermaal een cheque voorzien, de ‘koopkrachtpremie’, vergelijkbaar met de coronacheque en de consumptiecheque. De opeenvolging van deze premies toont het falen aan van de wet van 1996, die de fundamentele onderhandelingsvrijheid van de sociale partners ondermijnt, zoals de IAO in november nog heeft opgemerkt.
De koopkrachtpremie zal alleen mogelijk zijn in ondernemingen die in 2022 goede resultaten hebben geboekt. Het begrip "goede resultaten" zal moeten worden gedefinieerd tijdens onderhandelingen op sectoraal en bedrijfsniveau. Ook de begrippen "hoge winst" en "uitzonderlijk hoge winst" in 2022 zullen moeten gedefinieerd worden, aangezien zij bepalend zijn voor het maximumbedrag van de bonus, respectievelijk 500 euro en 750 euro per jaar per werknemer. De premie kan worden toegekend tot en met 31 december 2023, en uitgekeerd in de vorm van een cheque die geldig is tot en met 31 december 2024. De premie maakt geen deel uit van het nu onderhandelde IPA, maar werd eind vorig jaar door de Regering goedgekeurd.
Minimumlonen
Een eerste maatregel komt voort uit het sociaal akkoord 2021-2022, in verband met de verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI). Terwijl het in 2021 1658,23 euro bedroeg, is het in 2023 gestegen tot 1954,99 euro, een vooruitgang die niet alleen te danken is aan de indexering, maar ook aan een forfaitaire bruto verhoging. Voor de komende jaren zullen verdere verhogingen buiten indexering van toepassing zijn: + 35 euro bruto op 1 april 2024, en + 35 euro op 1 april 2026. Door de komende belastinghervorming zal het uiteindelijke net-to-effect naar verwachting 50 euro per verhoging bedragen.
Aanvullende pensioenen
De leden van de G10 zijn overeengekomen om, net als in 2021-2022, een fiscale standstill voor aanvullende pensioenen te verdedigen, teneinde de rechtszekerheid en voorspelbaarheid tot 1 januari 2028 te garanderen.
Flexibiliteit
Eenmaal het ontwerpakkoord was voorgesteld, konden de afgevaardigden vragen stellen alvorens over te gaan tot de stemming. In 2021-2022 werden de zogenaamde ‘relance-uren’, 120 per kalenderjaar, toegevoegd aan de 100 vrijwillige overuren (op initiatief van de werknemer en met akkoord van de werkgever). In het ontwerpakkoord voor 2023-2024 wordt dit quotum van 120 uur gehandhaafd tot en met 30 juni 2025.
Het ontwerpakkoord verlengt tevens tot 30 juni 2025 het quotum van 180 overuren die een gunstige fiscale regeling genieten voor zowel de werkgever (gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing) als de werknemer (belastingvermindering).
Cao 159, die het mogelijk maakt de procedure voor tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor werknemers te vergemakkelijken, wordt verlengd tot 30 juni 2025. Dit gaat gepaard met een drievoudige indexering van het minimumsupplement van 5,63 euro in 2023, 2024 en 2025.
Eindeloopbaan
De cao’s over SWT en landingsbanen. Wat dat laatste betreft, is er een nieuwigheid te melden: de doelgroepwerknemers van beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en maatwerkbedrijven (PC 327) zullen vanaf 1 juli 2023 een landingsbaan mét uitkering kunnen aanvragen indien zij een beroepsverleden van 25 jaar kunnen aantonen en minstens 55 jaar zijn.
Wat het SWT betreft, heeft de Groep van 10 besloten om in toepassing van cao nr. 17 over te gaan tot een kleine herwaardering van de bedrijfstoeslag. De bedrijfstoeslagen worden overigens onderworpen aan een bijzondere bijdrage (DECAVA), die door de regering bij de opmaak van haar begroting 2023 werd verhoogd. De sociale partners zullen vragen dat deze verhoging enkel geldt voor SWT’s die op 1 januari 2023 zijn ingegaan, waardoor de terugwerkende kracht van de maatregel wordt opgeheven.
In het algemeen worden de voorwaarden voor het verkrijgen van een vrijstelling van de aangepaste beschikbaarheid in het ka- der van een afwijkende SWT-regeling gehandhaafd: de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt of 42 jaar loopbaan hebben. Voor het medische SWT (58 jaar of 35 jaar loop- baan) zal een gemeenschappelijke brief worden opgesteld om de administratieve doorlooptijd van de behandeling van een aanvraag voor dit verzoek terug te brengen tot zes maanden. In de praktijk kon dit momenteel immers soms jaren aanslepen.
Traditionele verlengingen
Andere eerder gemaakte afspraken zijn voor twee jaar verlengd: de werkgeversbijdrage van 0,10% voor personen die behoren tot de risicogroepen, de innovatiepremie, de vrijstelling van de startbaanverplichting indien de sector voorziet in een werkgeversbijdrage van 0,15% bij risicogroepen, de financiering en verduurzaming van de overheidstussenkomst in het kader van het 80/20-systeem (derdebetalersregeling), met een open enveloppe, en het behoud van de totale boete voor het niet-aanbieden van outplacementbegeleiding op 1 800 euro.
CAO 90
De G10 zal een harmonisatie vragen van de administratieve behandeling van cao 90 over de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen. Concreet zullen de sociale partners hun advies van 2022 herhalen over de contouren waarbinnen de doelstellingen moeten worden gesitueerd, sinds de vaststelling dat de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) de plannen om deze voordelen toe te kennen steeds meer afwijst.
Timing
Op 21 maart hebben de ACLVB-afgevaardigden tijdens een Nationaal Comité met een bijna unanieme meerderheid van 96% het ontwerpakkoord goedgekeurd. Zodra alle partijen hun goedkeuring zullen gegeven hebben, worden de brieven waarvan sprake naar de regering gestuurd. De sociale partners in de G10 hebben 1 juni 2023 als uiterlijke datum vooropgesteld om alle elementen van het akkoord uit te voeren. Het is immers van essentieel belang dat dit zo snel mogelijk gebeurt om de rechtszekerheid voor sectoren en bedrijven te waarborgen.