De federale regering besliste in juli om het minimumpensioen te koppelen aan een bijkomende voorwaarde van 20 jaar effectieve tewerkstelling. Een doorrekening van het Kenniscentrum pensioenen leert dat de nieuwe voorwaarde voor één op zeven van de huidige vrouwelijke rechthebbenden op een minimumpensioen een pensioenverlies van gemiddeld €440 per jaar impliceert. Vakbonden en vrouwenorganisaties eisen een grondige bijsturing om de negatieve impact op de vrouwenpensioenen te neutraliseren.
Het beslissingsproces is nog aan de gang. De sociale partners formuleren normaal voor eind november een advies over de hervorming. De vakbonden zullen daarbij wijzen op het belang van een genderneutrale hervorming van de toegang tot het minimumpensioen.
De optrekking van het minimumpensioen was sociaal noodzakelijk en werd bekomen via het federaal regeerakkoord. In reële termen – d.w.z. bovenop inflatie – stijgt het minimumpensioen tussen 2020 en 2024 met 15 percent. Werknemers en zelfstandigen hebben momenteel recht op zo’n gewaarborgd minimum na 30 jaar loopbaan, gelijkgestelde periodes tellen daarbij integraal mee. Na 30 loopbaanjaren heb je sowieso recht op 30/45-sten van het minimumpensioen, vandaag is dat €1021,88 bruto. De federale regering besliste deze zomer om een bijkomende voorwaarde van 20 jaar ‘effectieve tewerkstelling’ (uitgedrukt in dagen) in te voeren. Enkel de gelijkgestelde periodes voor moederschapsrust, borstvoedingsverlof, palliatief verlof en inactiviteit door handicap tellen daarbij als effectieve tewerkstelling. Voor langdurig zieken komt er een aparte beperkte en complexe regeling.
Vakbonden en vrouwenorganisaties maken zich grote zorgen over de impact van de hervorming voor de pensioenrechten van laagbetaalde vrouwen. Volgens een doorrekening van het Kenniscentrum pensioenen diept de zomerdeal de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen verder uit. Bijna één op zeven van de toekomstige vrouwelijke rechthebbenden op een minimumpensioen (= 3,9% van alle toekomstige vrouwelijke gepensioneerden) leidt een gemiddeld pensioenverlies van €440 per jaar. Voor een aantal onder hen verguldt de (beperkte) herwaardering van deeltijds werk voor 2002 enigszins de pil.
Vakbonden en vrouwenorganisaties eisen een grondige bijsturing van de extra tewerkstellingsvoorwaarde. Het federaal regeerakkoord stelt immers dat de pensioenhervorming ‘rekening moet houden met ongelijkheden tussen mannen en vrouwen’. Een mogelijke piste om het regeerakkoord te respecteren is om onder andere ouderschapsverlof, tijdskrediet, geboorteverlof en deeltijds met behoud van rechten te beschouwen als effectieve tewerkstelling om zo de negatieve impact voor de vrouwenpensioenen te neutraliseren.