Bevoegdheden vakbondsafvaardiging bij gebrek aan CPBW
Op deze pagina:
Bevoegdheden vakbondsafvaardiging bij gebrek aan CPBW
De situatie kan zich voordoen dat er geen Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) is in de onderneming omdat bij de sociale verkiezingen de drempel van 50 werknemers niet werd gehaald maar het is evengoed mogelijk dat er wel 50 werknemers zijn doch dat er bij de verkiezingen geen kandidaten waren.
In de gevallen waar er een vakbondsafvaardiging is worden een aantal taken van het CPBW door deze vakbondsafvaardiging overgenomen. De Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers tijdens de uitvoering van hun werk en het Koninklijk Besluit van 27 maart 1998 over het beleid inzake welzijn van de werknemers bepalen inderdaad dat de VA de taken van het CPBW uitvoert wanneer in de onderneming geen CPBW werd ingesteld (art. 52 van de wet en art. 2 van het KB).
Concreet betekent dit dat de VA moet worden geïnformeerd en dat met haar moet worden overlegd over alle punten die tot de bevoegdheden van het CPBW behoren, teneinde het welzijn van de werknemers te bevorderen.
We dienen er hier toch op te wijzen dat de vorm en het tijdstip van dit overleg en van deze informatie niet duidelijk geregeld zijn en dat de werkgever zich er in een aantal gevallen gemakkelijk van af maakt met het verstrekken van een info en meer niet.
Het gaat daarbij onder meer om volgende punten:
- advies uitbrengen en voorstellen doen over het welzijnsbeleid, over het globaal preventieplan en het jaaractieplan;
- risico’s opsporen en evalueren;
- een preventiebeleid uitstippelen;
- werknemers onthalen, informatie en vorming geven over de preventie en de bescherming op het werk;
- de taken en opdrachten van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming opvolgen;
- toezien op de goede organisatie van het medisch toezicht op de werknemers;
- in geval van problemen een beroep doen op de arbeidsinspectiediensten;
- adviezen uitbrengen en voorstellen formuleren over de uitrusting van de werkplaatsen (sanitaire installaties, kleedkamers, refters, verlichting, verwarming, enz);
- waken over de kwaliteit van het milieu binnen en buiten de onderneming;
- werken rond de preventie van psychosociale belasting op het werk (stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk);
- advies uitbrengen over de te nemen preventiemaatregelen inzake veiligheid en gezondheid bij de invoering van nieuwe uitrustingen of technologieën enz.
Deze opsomming is niet-exhaustief.
Ook op het vlak van milieu heeft de VA belangrijke bevoegdheden bij gebrek aan CPBW. Volgende informatie moet worden verstrekt:
- jaarlijks een omstandige toelichting van de werkgever over het gevoerde milieubeleid;
- vóór 15 maart het integraal milieujaarverslag;
- vóór 1 april het jaarverslag van de milieucoördinator;
- de milieuvergunning, de milieuvergunningsaanvraag en de bijbehorende documenten zoals het milieueffectenrapport (MER);
- de energiestudies en -plannen die de onderneming moet opmaken in het kader van het Vlaams decreet rationeel energieverbruik.
Deze opsomming is niet-exhaustief.
In een onderneming waar er een vakbondsafvaardiging is zonder CPBW, wordt in de praktijk niet alle informatie gegeven zoals wettelijk voorzien. Overleg is altijd te verkiezen om deze te bekomen. Mocht het overleg geen resultaat opleveren dan kan er een klacht overwogen worden.
Het is mogelijk om zelfs via een anonieme klacht bij de inspectie TWW deze situatie aanhangig te maken. U kan hiervoor het best uw bestendig secretaris contacteren die u hierin kan begeleiden en adviseren.
De inspectie zal dan deze klacht onderzoeken en normaal wordt eerst de mogelijkheid geboden aan de werkgever om zich in orde te stellen tegen een vooropgestelde datum. Als dit niet gebeurt, kan de werkgever geverbaliseerd worden en zal hij een boete moeten betalen.
Voor meer informatie over deze verschillende bevoegdheden verwijzen we naar twee brochures van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:
In het geval dat de leden van de VA de taken van het Comité PBW uitvoeren omdat in de onderneming geen Comité PBW aanwezig is, genieten de leden van de VA van dezelfde bescherming als de personeelsafgevaardigden in het Comité PBW, zoals bepaald door de Wet van 19 maart 1991.