CAO
Op deze pagina:
Om te weten wat de rechten en plichten van werkgevers en werknemers zijn, moet je rekening houden met verschillende rechtsbronnen. Zo heb je jouw individuele arbeidsovereenkomst (waarin afspraken werden gemaakt over onder andere jouw loon, jouw plaats van tewerkstelling en jouw functie), het arbeidsreglement van jouw onderneming (waarin onder andere afspraken werden gemaakt over uurroosters, het opnemen van verlof en het melden van ziekte) en tal van Belgische wetten en Europese richtlijnen. Collectieve arbeidsovereenkomsten zijn ook zo’n rechtsbron.
Over collectieve arbeidsovereenkomsten of cao’s is al veel geschreven en gezegd. We beperken ons hier tot de absolute basisprincipes. Voor meer gedetailleerde informatie over alle van de hieronder beschreven zaken, kan u steeds onze Weetwijzer raadplegen.
Het begrip collectieve arbeidsovereenkomst of cao
De wettelijke definitie luidt als volgt: een collectieve arbeidsovereenkomst of cao is een akkoord dat gesloten wordt tussen één of meer werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties of één of meer werkgevers en waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen werkgevers en werknemers in ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgesteld en de rechten en verplichtingen van de contracterende partijen worden geregeld.
Het gaat dus om een akkoord tussen de vertegenwoordigers van de werkgever en werknemers, dat kan plaatsvinden op 3 niveaus, en waarin de rechten en plichten van werkgevers en werknemers worden geregeld, alsook hun individuele en collectieve relaties.
Welke soorten cao’s bestaan er in België?
In België bestaan er drie soorten van cao’s.
Een eerste categorie is de interprofessionele (of nationale) cao. Deze cao’s worden afgesloten in de Nationale Arbeidsraad. Deze cao’s behandelen de meest essentiële rechten en plichten en zijn dan ook geldig in heel het land voor de werknemers in de privésector. Typisch voor deze cao’s zijn hun nummering. Elke cao krijgt een eigen nummer. Tot op heden (1 september 2015), werden er in totaal 118 interprofessionele cao’s afgesloten. bv. cao 109: ontslagmotivering.
Een tweede categorie van cao is de sectorale cao. Deze cao’s worden afgesloten in het paritair comité van de sector. Het toepassingsgebied van deze cao’s is beperkter dan de interprofessionele cao: aangezien het gaat over afspraken gemaakt specifiek voor in te spelen op bepaalde noden van 1 sector, gelden zij enkel voor de werkgevers en werknemers die onder dit paritair comité vallen. bv. cao’s in verband met specifieke gevarenpremies (gevaren specifiek voorkomend in die sector)
De derde categorie van cao is de ondernemings- of bedrijfs-cao. Deze cao’s zijn gericht op de eigenheid van het bedrijf en haar werknemers en zijn dan ook enkel geldig voor de werkgevers en de werknemers van het bedrijf waar deze werd afgesloten. bv een cao over flexibiliteit van de wekelijkse arbeidsduur.
Wie kan een cao afsluiten?
Werknemers kunnen niet zelf een cao afsluiten. Dit moet steeds gebeuren door vertegenwoordigers van een representatieve vakorganisatie (de ACLVB, het ACV en het ABVV). Wanneer de werkgever in zijn eigen onderneming een ondernemings-cao wenst af te sluiten, dan kan hij dat uiteraard zelf doen. Op sectoraal en nationaal niveau zullen de werkgevers vertegenwoordigd worden door de representatieve werkgeversorganisaties (op heden het VBO, de UNIZO, het UCM, de Boerenbond en UNISOC).