De regering gaat door in haar flexibiliseringsijver. Deze keer is de studentenarbeid aan de beurt. In de ministerraad werd namelijk beslist om vanaf 1 januari 2017 de grens van maximum 50 dagen/jaar studentenarbeid om te zetten naar een grens van 475 uur/jaar. Hoewel de sociale partners hier momenteel over onderhandelen, werd niet eens gewacht op hun advies.
Studentenarbeid in uren berekenen? In principe hebben we daar niets op tegen. Dat betekent echter niet dat we voorstander zijn van het feit dat studenten – in naam van meer flexibiliteit - uitgebuit worden. Evenmin keuren we goed dat – bij gebrek aan een afdoend wettelijk kader - een nieuwe vorm van oneerlijke concurrentie ontstaat tussen jobstudenten en vaste werknemers.
Het actuele ontwerp voorziet niet in het beperken van een deel van de 475 uur tot een bepaalde periode in het jaar (de grote vakantie bijvoorbeeld). Bovendien laat het een werkgever toe om slechts gewone sociale bijdragen te betalen vanaf het overschrijden van die grens van 475 uur. Daardoor zullen de studenten – goedkope werkkrachten – meer ingezet worden, ten koste van de vaste werknemers. En daar knelt het schoentje voor ons!
Premier Charles Michel klopt zich met de goedkeuring van deze versoepelingsmaatregelen voor studentenarbeid op de borst. Hij herinnert er graag aan dat jobcreatie en het stimuleren van werkgelegenheid de kern blijven van het regeerproject. Inderdaad meneer Michel, de nieuwe regeling die u net goedkeurde zal de aanwerving van jobstudenten aanzwengelen. Maar denkt u ook even aan al die andere werknemers?