De Liberale Vakbond heeft mee de militantenconcentratie van 21 september ondersteund. Op het Muntplein in Brussel hebben we de regering eraan herinnerd dat zij dringend moet optreden tegen de huidige rampzalige situatie. De begroting 2023-2024 omvat beslist steunmaatregelen voor werknemers en uitkeringsgerechtigden, maar evenzeer maatregelen die niet de goede kant opgaan.
Ruim drie maanden geleden betoogden zowat 80 000 mensen in de straten van Brussel om maatregelen voor de koopkracht te eisen. Daarbij stelden ze met name de wet van 1996 over de loonnorm aan de kaak en ze maakten zich al grote zorgen omtrent de prijsstijgingen. Na het mislukken van de onderhandelingen met de werkgeversvertegenwoordigers wilden we ook druk uitoefenen op de Regering voor de verdeling van de welvaartsenveloppe. Die heeft beslist: een bedrag van 982 miljoen euro moet dienen om de laagste uitkeringen in de komende twee jaar te verhogen. Dit is een maatregel waarover in deze crisistijden dringend overeenstemming moet worden bereikt, zodat de verhogingen begin 2023 kunnen ingaan. Het zou onverantwoordelijk zijn dit maanden uit te stellen.
Koopkracht in vrije val
Vandaag is de situatie nog ernstiger: bedrijven beginnen te sluiten en gezinnen kunnen de duizelingwekkende energierekeningen gewoon niet meer betalen. Geen enkele maatregel van de overheid is tot nu toe voldoende gebleken, allemaal zijn ze te beperkt. Om de regering andermaal te vragen haar verantwoordelijkheid te nemen en de burgers
niet aan hun lot over te laten, bracht het gemeenschappelijk vakbondsfront op 21 september 10 000 mensen samen in de hoofdstad. "We vragen niets meer dan waardig
te kunnen leven", sprak ACLVB-afgevaardigde Toufik Medaoud vanop het podium. De arbeider bij TEM Technilift herinnerde eraan hoezeer de wet van 1996 de lonen bevriest,
in een periode waarin de prijzen exploderen. “Wat gaan we nalaten aan onze kinderen? We vechten elke dag voor niets! Hoe wil je een 0,4% accepteren in het licht van de stijgende energie- en voedselprijzen?”. Tot slot benadrukte hij het belang van het mobiliseren van werknemers om doeltreffende en duurzame maatregelen te verkrijgen.
Wat nu?
We zijn niet tevreden. De regering heeft besloten de wet van 1996 inzake de loonmarge toe te passen, waardoor het volgende interprofessioneel akkoord ernstig in het gedrang
komt. "We blijven vrijheid van loononderhandelingen eisen", stelde ACLVB-voorzitter Mario Coppens. “Als vakbonden weten we perfect tot waar we kunnen gaan.”
Ontoereikende maatregelen?
Terugkomend op de begroting: een aantal regeringsmaatregelen zijn een stap in de goede richting, zoals de verlenging van de 6% btw op gas en elektriciteit en de toekenning van diverse tegemoetkomingen. Anderzijds is de ACLVB bezorgd over de ontsporing waartoe andere maatregelen zullen leiden. De verlaging van de patronale bijdragen met 7,07% voor de eerste twee kwartalen van 2023 zal leiden tot een inkomstenverlies voor de sociale zekerheid, net als de uitbreiding van flexijobs en studentenarbeid. De sociale zekerheid is het vangnet dat voorkomt dat de meest kwetsbaren in armoede vervallen. Vermindering van de inkomsten ervan betekent onvermijdelijk vermindering van de uitkeringen. De groeinorm voor de gezondheidszorg wordt verlaagd van 2,5% naar 2% in 2024.
In afwachting van de belastinghervorming
Het begrotingsconclaaf was ook een gelegenheid om de arbeidsflexibiliteit te verhogen, waarbij flexijobs en studentenarbeid toenemen ten koste van normale banen van bepaalde of onbepaalde duur. De duurzaamheid van werk wordt ook getroffen door de maatregelen inzake tijdskrediet.
De leeftijd van de kinderen waarvoor een werknemer aanspraak kan maken op tijdskrediet wordt verlaagd van 8 naar 5 jaar. De duur van het tijdskrediet om te zorgen voor een
kind wordt teruggebracht van 51 tot 48 maanden. En de leeftijdstoeslag voor 50-plussers die een thematisch tijdskrediet opnemen, zou ook naar beneden moeten.
Wij wachten de definitieve teksten af voor een beoordeling in onze volgende editie.
Geen indexsprong
In tijden van hoge inflatie horen de oorzaken aangepakt te worden, niet de werknemers en de mensen die zich moeten beredderen met een uitkering. Het VBO en Unizo pleiten andermaal voor een indexsprong. Dat is hallucinant in een context van sterke inflatie.
Dubbel gestraft
Bedrijven trekken eerst hun prijzen sterk op en willen nu de gezinnen nog een tweede keer doen betalen door een indexaanpassing over te slaan. De huidige hoge inflatie wordt
veroorzaakt door de hoge energieprijzen. Een indexsprong pakt dit probleem niet aan, maar legt enkel de volledige rekening bij de gezinnen; gezinnen die nu al de knip op de
beugel moet houden, met alle gevolgen van dien op economisch vlak voor een land als België, waar de binnenlandse consumptie een bepalende motor is voor de economie.
Bij de wortel aanpakken
Het probleem van de hoge inflatie dient aangepakt te worden bij de wortel. Daartoe heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront ACLVB, ACV en ABVV een reeks maatregelen
voorgesteld.
Er moet ingezet worden op een loskoppeling van de gas- en elektriciteitsprijs, de instelling van een prijsplafond, de energietransitie en een massieve renovatiegolf. Werkgeversorganisaties die mee voor deze fundamentele oplossingen pleiten, vinden bondgenoten bij de vakbonden.
Werkgeversorganisaties, zijn jullie bereid deze maatregelen op Europees en federaal niveau te steunen?
Zijn jullie bereid te pleiten voor een snellere indexering van de belastingschalen?
Zijn jullie bereid te eisen dat opnieuw vaste energiecontracten worden aangeboden aan zowel particulieren als bedrijven?
Zijn jullie bereid zich in te zetten voor de noodzakelijke regulering van de strategische energiesector?
Zijn jullie bereid zich in te zetten voor een snellere transitie van de economie?
Zijn jullie bereid om excessieve prijsstijgingen die enkel dienden om de winstmarges op te pompen, terug te draaien?
Wij zijn het. Alle hens aan dek!