Procedures functieclassificatie
Op deze pagina:
Zoals aangestipt, is het niet voldoende om te beschikken over een analytische methode om een functieclassificatieproces te doen slagen.
Een goed uitgestippeld stappenplan ingekaderd in procedures is een tweede voorwaarde. De syndicale werking zal erin bestaan die hard te maken in een overeenkomst (cao).
In elk geval moet een dergelijke overeenkomst het volgende omvatten:
- de informatie aan de ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging en het personeel;
- het doel van het referentiemateriaal;
- de oprichting van een begeleidingscommissie;
- de functiebeschrijvingen (wie doet wat?);
- de waardering van de functies (wie doet wat?) en;
-
de regels voor de verdeling in klassen:
- rangschikking in klassen;
- bekendmaking van de resultaten (wat en hoe?);
- verhaalprocedures;
- regels met betrekking tot loonbeschermende maatregelen;
- procedures van onderhoud.
Een aantal schema’s in onze brochure verwoorden dit gemakkelijker.
In 1994 zijn de noodzakelijke stappen gedaan voor een goed procesverloop, formeel uitgestippeld in een nationale ‘Protocoltekst’, op initiatief van de Belgische bedienden-vakorganisaties (w.o. ACLVB). Het was gericht naar een beperkte pionierskring van consulenten die toen op een wederzijdse vertrouwensbasis aanvaard hebben een voorzet te doen naar een driehoeksverhouding Werkgever – Consulent – Vakbond voor deze specifieke materie.
Zijn afdwingbaarheid bij àlle systeemhouders die opdrachten wensen te bekomen in België is een zaak geweest van aanhoudende én consequente inzet rond die basistekst. Zonder geloofwaardigheid was die er nooit gekomen.
De uitdrukkelijke doelstelling van die tekst was en is nog steeds om dankzij een paritair proces analytische functiewaardering en -classificatieprojecten zo vlot mogelijk en succesvol te doen verlopen. Dit resultaat moet duurzaam gedragen worden, zowel voor de werknemers als voor de (bedrijfs)organisatie.
De 9 punten van het Protocol worden integraal in bijlage opgenomen.
De Protocol-overeenkomst (1994)
- is nog steeds aanvaard in het paritair overleg;
- is door de overheid voorgeschreven (FOD Werk, Arbeid en Sociaal overleg);
- wordt gebruikt als anti-discriminatie-instrument (o.a. door het Instituut voor Gelijkheid van Kansen tussen Vrouwen en Mannen) (IGVM);
- vervangt een cao NIET.
Wat zijn de kenmerken van het Protocol?
Het is:
- een document van technisch aard;
- tripartite (werkgever – vertegenwoordigers van het personeel – externe raadgevers);
- doorzichtig (methodologie, overleg);
- overdraagbaar (sector / bedrijf);
- multilateraal (dubbel interview / beroep);
- omzetbaar in een overeenkomst (onderlegd aan het traditioneel overleg voor de eindovereenkomsten en nadien loonafspraken);
- duurzaam (de procedures zijn gericht op de continuïteit).
Wie zijn de ondertekenaars?
- de bediendenbonden (ACLVB-CGSLB, BBTK-SETCa, CNE, LBC);
- de grote consultancykantoren;
- sommige werkgevers (in geval van bedrijfsclassificatie);
- sommige P.C.’s (in geval van sectorclassificatie).