Vakantiegeld

Voor je vakantiedagen heb je als werknemer recht op een gewone verloning. Dit is het enkel vakantiegeld. Bovendien heb je daarnaast recht op dubbel vakantiegeld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen arbeiders en bedienden.
 

Vakantiegeld voor bedienden

Wettelijk vakantiegeld

De werkgever moet aan de bediende die verlof neemt betalen:

• het normale loon voor het aantal opgenomen vakantiedagen (= enkelvoudig vakantiegeld);
• het dubbel vakantiegeld dat per gepresteerde en gelijkgestelde maand gelijk is aan 1/12 van 92% van de brutowedde van de maand van de hoofdvakantie.

De gelijkstellingen die voorzien zijn voor de bepaling van het aantal vakantiedagen waarop de bediende gerechtigd is komen in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld.

Meer informatie omtrent vakantiegeld voor bedienden kan je als lid van ACLVB vinden op https://www.weetwijzer.be/1452-het-vakantiegeld-voor-bedienden
 

Aanvullend vakantiegeld

Wanneer de werknemer gebruik maakt van zijn recht op aanvullende vakantie, is het bedrag van het aanvullend vakantiegeld van de werknemer gelijk aan 7,69 % van de lonen van de periode die recht geeft op aanvullende vakantie gevraagd door de werknemer, eventueel vermeerderd met een fictief loon voor de met dagen normale werkelijke arbeid gelijkgestelde inactiviteitsdagen.

De werkgever betaalt aan de bediende op het ogenblik van de uitbetaling van het loon een bedrag gelijk aan zijn normaal loon voor de dagen aanvullende vakantie die de werknemer opgenomen heeft.

Het uitbetaalde aanvullend vakantiegeld wordt in mindering gebracht op latere uitbetalingen van het vakantiegeld zodat de werknemer dus zelf zijn aanvullend vakantiegeld financiert.
De aftrek van het uitbetaalde aanvullend vakantiegeld moet gebeuren op het vakantiegeld van het jaar dat volgt op de opname van de aanvullende vakantie of in geval van vermindering van prestaties of van beêindiging van de arbeidsovereenkomst op het vertrekvakantiegeld.

Voor de berekening van het bedrag van aanvullende vakantie worden als arbeidsdagen beschouwd:

• de gelijkgestelde dagen
• de wettelijke vakantiedagen evenals de aanvullende vakantie
   

Vakantiegeld voor arbeiders

Wettelijk vakantiegeld

Het brutobedrag van het vakantiegeld van arbeiders is gelijk aan 15,38% van de lonen van het vakantiedienstjaar eventueel verhoogd met een fictief loon voor gelijkgestelde dagen.

Het loon waarmee rekening wordt gehouden is het verhoogd brutoloon dat tot basis diende voor de RSZ-afhoudingen d.w.z. het brutoloon aan 108%.

Zowel het enkelvoudig als het dubbel vakantiegeld worden uitbetaald door de vakantiekas waarbij de werkgever aangesloten is.
Voor de dagen waarop de arbeider vakantie neemt zal hij dan ook geen loon uitbetaald krijgen door de werkgever.
 

Aanvullend vakantiegeld

Wanneer de werknemer gebruik maakt van zijn recht op aanvullende vakantie, is het bedrag van het aanvullend vakantiegeld van de werknemer gelijk aan 7,69 % van de lonen van de periode die recht geeft op aanvullende vakantie gevraagd door de werknemer, eventueel vermeerderd met een fictief loon voor de met dagen normale werkelijke arbeid gelijkgestelde inactiviteitsdagen.

Het aanvullend vakantiegeld wordt aan de werknemer uitbetaald ten laatste in de loop van het kwartaal volgend op het kwartaal tijdens hetwelk het recht op aanvullende vakantie werd uitgeoefend.

De aanvullende vakantie wordt toegekend op basis van een formulier overhandigd door de werknemer aan de RJV of aan een bijzonder vakantiefonds.

Het aanvullend vakantiegeld komt in mindering van de uitbetaling van het dubbel vakantiegeld van het jaar volgend op het opnemen van deze aanvullende vakantie.
In feite financiert de werknemer dus zelf zijn aanvullend vakantiegeld.

Voor de berekening van het bedrag van aanvullende vakantie worden als arbeidsdagen beschouwd :

• de gelijkgestelde dagen;
• de wettelijke vakantiedagen evenals de aanvullende vakantie.

Meer informatie over het vakantiegeld van arbeiders en voorbeelden van berekeningen vind je als lid van de Liberale Vakbond op https://www.weetwijzer.be/1451-het-vakantiegeld-voor-arbeiders