Interprofessioneel akkoord 2021/2022
De sociale partners zijn zich ten zeerste bewust van de verscheidenheid aan economische realiteiten sinds de gezondheidscrisis en de lockdown. Vertegenwoordigers van werknemers en van werkgevers moeten over een onderhandelingsvrijheid kunnen beschikken met het oog op een economisch herstel.
Bijzondere tijden vragen bijzondere onderhandelingen. Het IPA moet werknemers toekomstperspectieven bieden en hen helpen de crisis te overwinnen.
Loonsverhogingen
- Vastleggen van een loonmarge voor de sectoren en de bedrijven om te onderhandelen over substantiële loonsverhogingen.
- Het afsluiten van cao 90 aanmoedigen, waarmee bedrijven niet-recurrente bonussen kunnen toekennen aan het personeel bij het bereiken van bepaalde doelstellingen (liefst kwalitatieve doelstellingen, eerder dan kwantitatieve).
-
Een nominale verhoging van de maximale werkgeversbijdrage van € 6,91 naar € 7,91, zodat de waarde van maaltijdcheques op maximum € 9 per cheque komt te liggen.
Mobiliteit
- Veralgemening van de derdebetalersregeling (80/20) voor abonnementen op het openbaar vervoer.
-
Veralgemening van de fietsvergoeding (€ 0,24/km).
Faillissementen
- Automatische indexering van alle grensbedragen waarop werknemers van failliete werkgevers recht kunnen hebben via het Fonds Sluiting Ondernemingen.
-
Vereenvoudiging van het systeem van grensbedragen (met afschaffing van de tussengrenzen van € 6 750 en € 4 500).
Vorming
- Maximaal aanwenden van sectorale vormingsfondsen om te kunnen inspelen op de transitie naar een duurzame economie en de digitalisering van de economie.
-
Invoering van een ‘individuele vormingsrekening’ van 5 dagen per jaar, die over de hele loopbaan heen kan gebruikt worden om de werknemers zo goed mogelijk voor te bereiden op de evoluties van de arbeidsmarkt.
Eindeloopbaan
- Verlenging van landingsbanen
- Optimaal gebruik van de mogelijkheden van het Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (SWT): zware beroepen, nachtarbeid, onderneming in moeilijkheden, herstructurering …
De ACLVB engageert zich om een evenwichtig akkoord af te sluiten. Als de regering wil dat de bevolking ondanks de crisis haar koopkracht behoudt, moet ze inzien dat de (soepele) toepassing van een indicatieve loonnorm de beste optie is. Temeer omdat dat ook de openbare financiën zal ten goede komen.
De 3 vakbonden willen opnieuw onderhandelingsruimte
Het keurslijf van 0,4% maakt loononderhandelingen onmogelijk. De loonwet van 1996 - verstrengd in 2017 - legt de evolutie van de lonen vast. Deze wet staat echter volledig haaks op de werkelijkheid!
Dat COVID-19 een impact heeft gehad op het economisch leven is een feit. Sommige sectoren hebben evenwel sterk gepresteerd en veel winst geboekt. Andere zijn volop herstellend.
0,4% beschikbare marge voor loonsverhoging, dat komt neer op een aalmoes van 13 euro bruto/maand voor het mediane loon, 6 euro bruto/maand voor het minimumloon of 9 euro bruto/maand voor heel wat essentiële functies. Na het applaus, nu een slag in het gezicht!
Wij willen een indicatieve marge zodanig dat we in vrijheid over de beste loonsverhogingen kunnen onderhandelen. De regering-De Croo moet zorgen dat loononderhandelingen opnieuw ernstig kunnen gevoerd worden. ACLVB, ACV en ABVV willen een interprofessioneel akkoord (IPA), met respect voor werknemers. Dat respect ontbreekt nu.