PC 331 : Loon- en arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina:

    Arbeidsduur

    In de kinderopvang bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 38 uren per week. Maar, de arbeidsduur wordt per trimester berekend. Dat wil zeggen dat je bijvoorbeeld weken van meer dan achtendertig uur werkt, zolang je gemiddelde arbeidsduur per trimester maar niet boven de 38 uren per week uitkomt. De grens van 50 uren per week kan overschreden worden als ze georganiseerd wordt over een periode van maximaal 4 weken. Het kan zijn dat je op zondag moet werken. Heb je gewerkt op een zondag, dan moet je binnen de 4 weken hiervoor inhaalrust krijgen.

    Werk je deeltijds? Dan mag je niet minder dan 1/3de van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werken. In bepaalde gevallen kan dat minder zijn. Ook de duur van elke werkperiode kan in bepaalde gevallen minder zijn dan 3 uren. Dat is dan vooral van toepassing voor buitenschoolse opvang.

    In de geestelijke gezondheidszorg bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 38 uren per week. Wanneer je op zondag werkt, moet je binnen de 4 weken hiervoor inhaalrust krijgen.

    Werk je deeltijds? Dan mag je – mits uitzonderingen - niet minder dan 1/3de van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werken. Ook de duur van elke werkperiode kan in bepaalde gevallen minder zijn dan 3 uren.

    Lonen

    Op 1 mei 2024 zijn de lonen geïndexeerd:
    • klik hier voor de lonen van de vergunde kinderopvang trap 0
    • klik hier voor de lonen van de vergunde kinderopvang trap 1
    Op 1 juni 2024 zijn de lonen geïndexeerd:
    • klik hier voor de lonen van de vergunde kinderopvang trap 2A en trap 3
    • klik hier voor de lonen van de diensten voor onthaalouders
    • klik hier voor de lonen van de centra voor geestelijke gezondheidszorg
    • klik hier voor de lonen van de Vlaamse Gezondheidsinrichtingen en -diensten

    Premiestelsels

    Eindejaarspremie

    Het bedrag van de premie komt overeen met het geïndexeerd bruto-maandloon van de maand oktober, inclusief haard- of standplaatstoelage. Geen paniek indien je in oktober wegens omstandigheden niet je normale loon ontving. Dan wordt er gewoon van uitgegaan dat dit wel het geval was, het oktoberloon dient dus enkel ter referentie!

    Iedere maand effectieve of gelijkgestelde prestaties in de referteperiode van oktober tot en met september geeft recht op 1/12de van de 13de maand. Met de 15de van elke maand als kantelpunt om een maand al dan niet als volledig te beschouwen. De dagen, die voor de reglementering inzake jaarlijkse vakantie worden gelijkgesteld (bv. ziekte, ongeval, zwangerschapsverlof), worden voor de berekening van de eindejaarspremie eveneens gelijkgesteld.

    De bedragen worden pro rata vastgesteld :

    • bij in- of uitdiensttreding in de loop van de referentieperiode en
    • bij deeltijdse tewerkstelling.

    De eindejaarspremie wordt uitbetaald in de loop van de maand december.

    Er is geen eindejaarspremie verschuldigd:

    • bij ontslag om dringende reden;
    • bij beëindiging van de overeenkomst tijdens de proefperiode;
    • bij vervangingscontracten waarbij de vervangen werknemer de eindejaarspremie geheel of gedeeltelijk ontvangt;
    • bij een studentencontract;
    • voor de werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de eindejaarspremie.

    Je krijgt ook geen volwaardige 13de maand in de volgende gevallen :

    • onthaalouder of werknemer bij een kinderopvang zonder subsidie (trap 0) of met basissubsidie (trap 1).
    • werknemer bij een kinderopvang met subsidietrap 2B. Voor deze groep is een groeipad in fases voorzien voor de eindejaarspremie.
    • de kinderbegeleiders in de gezinsopvang met een werknemersstatuut en hun werkgevers
    • de werknemers en werkgevers van buitenschoolse opvang met uitzondering van
      • de werknemers en werkgevers van buitenschoolse opvang in een aparte binnenruimte (BOAB)
      • de werknemers en werkgevers van de erkende en gesubsidieerde initiatieven buitenschoolse opvang
      • de werknemers en werkgevers van de gemandateerde voorzieningen buitenschoolse opvang
      • de werkgevers en werknemers van de lokale diensten buitenschoolse opvang
      • FCUD-personeel en hun werkgevers

    Toeslagen voor onregelmatige prestaties

    Als je moet werken op onregelmatige uren, kijg je hiervoor een toeslag. Hieronder vind je een overzicht van de toeslagen van toepassing in de kinderopvang:

    -Zondagwerk: 100% (tot maximum 11 uren),

    -Feestdagen: 50% (valt de feestdag op een zondag? dan geldt de zondagtoeslag),

    -Zaterdagwerk: forfaitaire toeslag per uur,

    -Onderbroken diensten (enkel voor erkende kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen): werk je ‘s nachts of in onderbroken dienst (een dienst overdag die met minstens vier uur wordt onderbroken)? Dan krijg je een toeslag van 20%.

    Ook in de geestelijke gezondheidszorg krijg je voor het werken op onregelmatige uren een toeslag. De vergoeding voor onregelmatige prestaties verschilt.

    Wie bv. werkt in een centrum geestelijke gezondheidszorg krijgt 20% bij prestaties op zondag, nachtprestaties en onderbroken dienst.

    Vervoerskosten

    Woonwerkverkeer met openbaar vervoer

    Treinverkeer is gratis. Kom je met ander openbaar vervoer dan de trein, dan betaalt de werkgever je 75% van het sociaal abonnement terug. Iedere werkdag dat je niet presteert, wordt het maandbedrag verminderd met 1/25ste.

    Woonwerkverkeer met eigen vervoermiddel

    Fiets je naar je werk, dan heb je recht op een vergoeding per kilometer. Wanneer je werkgever daarentegen zorgt voor een fiets, dan heb je geen recht op een fietsvergoeding van 0,35 euro/km.

    Woonwerkverkeer met een ander vervoermiddel

    Dan krijg je vanaf km 3 een tussenkomst in je vervoerskosten.

    Verplaatsingen in opdracht van de werkgever

    De kilometers die je in opdracht van de werkgever rijdt, worden vergoed aan een bedrag per kilometer. Vanaf 01/07/2024 bedraagt de tussenkomst van de werkgever € 0,4297/km.

    Verlofstelsels

    Jaarlijkse vakantie

    Elke werknemer die dit wenst, heeft recht op 2 opeenvolgende weken vakantie, inclusief de 3 bijbehorende weekends. De werkgever kan dit enkel weigeren wegens organisatorische noodwendigheid (bijvoorbeeld minimumdienstverlening). De verdere uitwerking vormt het onderwerp van het lokaal sociaal overleg. Ook rond de verlofplanning moeten afspraken gemaakt worden in de overlegorganen of, bij gebrek daaraan, in het arbeidsreglement.

    Wettelijk verlof en conventioneel verlof

    Je hebt recht op 4 weken (= 20 dagen in een 5-dagenweek en 24 dagen in een 6-dagenweek) wettelijk verlof. Bovenop het wettelijk verlof, heb je ook recht op conventionele verlofdagen. Hieronder vinden jullie een overzicht van die dagen volgens leeftijd:

    • 3 maanden gewerkt in het jaar voordien:

    *jonger dan 45j: 0,5

    *tussen 45j en 49j: 0,5

    *ouder dan 50j: 1

    • 6 maanden gewerkt in het jaar voordien:

    *jonger dan 45j: 1

    *tussen 45j en 49j: 1,5

    *ouder dan 50j: 2

    • 9 maanden gewerkt in het jaar voordien:

    *jonger dan 45j: 1,5

    *tussen 45j en 49j: 2

    *ouder dan 50j: 3

    • 12 maanden gewerkt in het jaar voordien:

    *jonger dan 45j: 2

    *tussen 45j en 49j: 3

    *ouder dan 50j: 4

    Ben je tussen 35 en 44 jaar? Dan heb je jaarlijks ook nog eens recht op vijf extra verlofdagen.

    Vrijstelling van arbeidsprestaties

    Bovenop het wettelijk verlof en conventioneel verlof, heb je ook nog recht op vrijstelling van arbeidsprestaties:

    • 2 uur per week vanaf 45 jaar (voltijdse basis);
    • 4 uur per week vanaf 50 jaar (voltijdse basis);
    • 6 uur per week vanaf 55 jaar (voltijdse basis).

    Gewettigde afwezigheid om dwingende familiale redenen

    De werknemer heeft het recht op een niet-bezoldigde afwezigheid van maximum 10 dagen per jaar in de volgende gevallen:

    • ongeval, ziekte of overlijden van een afstammeling, van de echtgenoot of van een andere persoon die tot het gezin behoort;
    • ongeval, ziekte of overlijden van een alleen levende vader, moeder of afstammeling;
    • noodzakelijkheid van bewaking van de kinderen van de werknemer;
    • aanzienlijke materiële schade aan de woning van de werknemer.

    Deze dagen zijn, wat de sociale zekerheid betreft, gelijkgesteld met arbeidsdagen.
    De werknemer moet de werkgever hiervan vooraf op de hoogte brengen of, indien onmogelijk, hem onmiddellijk verwittigen.

    De reden van de afwezigheid moet door gepaste documenten worden bewezen of, bij gebreke hieraan, door om het even welk ander rechtsmiddel.

    De afwezigheid mag nooit minder bedragen dan één dag, tenzij de werknemer om één van hoger vermelde redenen zijn werk dringend moet verlaten.

    In dat laatste geval wordt elke afwezigheid van meer dan 4 uren gelijkgesteld met een afwezigheid van een dag en elke afwezigheid van minder dan 4 uren, met deze van een halve dag.

    Nochtans moeten de op die dag reeds gepresteerde uren arbeid vergoed worden.

    Tijdskrediet

    Tijdskrediet geeft de werknemer het recht om hetzij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst volledig te onderbreken, hetzij zijn arbeidsprestaties te verminderen tot 4/5-tijds of tot halftijds.

    De regering Michel 1 heeft zwaar ingegrepen  in de uitkeringen die de RVA betaalt voor tijdskrediet. Zo moet je steeds het onderscheid maken tussen de vraag : heb ik recht op tijdskrediet, en onder welke voorwaarden ? En de vraag : heb ik ook recht op een RVA vergoeding voor de compensatie van het loonverlies ? Dat laatste is niet meer altijd het geval.

    De Vivaldi-regering besliste bij de begrotingsopmaak 2023-2024 om te besparen op de uitkeringen bij tijdskrediet en thematische verloven. De nieuwe maatregelen gaan in op 1 februari 2023. Opnieuw loopt het recht op tijdskrediet en het verkrijgen van een uitkering niet meer gelijk.

    We geven hieronder een beknopt overzicht van de verschillende mogelijkheden om tijdskrediet op te nemen. Voor meer inlichtingen kan je terecht op de themapagina’s van tijdskrediet van de ACLVB: https://www.aclvb.be/nl/tijdskrediet of neem contact op met jouw ACLVB-secretariaat.

    Voor elk van de hieronder beschreven stelsels bestaan er eveneens organisatorische regels die moeten vermijden dat de normale werking van de ondernemingen wordt verstoord. Je kan hierover meer informatie bekomen in jouw ACLVB-secretariaat.

    Niet-gemotiveerd tijdskrediet :

    Om diverse redenen is het tijdskrediet zonder motief sinds 1 april 2017 afgeschaft. Dat wil zeggen dat verlengingsaanvragen voor dit tijdskrediet dan ook niet meer mogelijk zullen zijn. Wanneer een werknemer nog in tijdskrediet zonder motief zit, zal hij hiervoor geen aanvraag tot verlenging meer kunnen indienen. Hij kan zijn oorspronkelijk aangevraagde periode wel nog vervolledigen.

    Gemotiveerd tijdskrediet : Recht ja – Vergoeding RVA : ja (gedeeltelijk)

    Wat het openen van de rechten qua tijd betreft : het gemotiveerd tijdskrediet geeft de werknemer met 24 maanden anciënniteit de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties voltijds, halftijds of met 1/5e te onderbreken gedurende 36 maanden  voor het motief ‘opleiding’ , of gedurende 51 maanden voor de motieven : ‘zorg voor het kind jonger dan 8 jaar’ , ‘palliatieve verzorging’, ‘zwaar ziek kind of familielid’ of ‘gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar’. Opgelet: het recht op uitkeringen verschilt van deze bepalingen!

    De werknemer moet zijn gemotiveerde aanvraag kunnen bewijzen.

    Wijziging in het stelsel tijdskrediet met motief “zorg voor een kind jonger dan 8 jaar” :

    Vanaf 1 februari 2023 is de leeftijd, duurtijd en anciënniteitsvoorwaarde voor tijdskrediet met ‘motief zorg voor het kind’ gewijzigd. Opgelet! Het betreft enkel een wijziging voor het toekennen van de uitkeringen voor de voltijdse onderbreking :

    • De leeftijd voor het toekennen van uitkeringen voor deze voltijdse onderbrekingen verlaagt van 8 naar 5 jaar.
    • De duurtijd van de uitkeringen is teruggebracht van 51 tot 48 maanden, ongeacht de vorm (1/5e, halftijds of voltijds). De beperking van de maximumduur tot 48 maanden geldt ook voor tijdskrediet voor andere zorgdoeleinden die vóór 01/02/2023 zijn ingegaan voor werknemers die op 1/02/2023 minder dan 30 maanden tijdskrediet voor zorgdoeleinden hebben opgenomen. Voor degenen die op die datum meer dan 30 maanden tijdskrediet hebben opgenomen: zij blijven profiteren van 51 maanden van dit tijdskrediet met betaling van uitkeringen.

    Een andere verstrenging die vooral ten nadele van deeltijdse werknemers geldt, is de verstrenging van de tewerkstellingsvoorwaarde (tewerkstellingsbreuk), en dit voor het verkrijgen van uitkeringen voor alle vormen van tijdskrediet met motief :

    • Wie deeltijds tijdskrediet met motief wil opnemen met uitkering moet voortaan 12 maanden voorafgaand aan de schriftelijke aanvraag voltijds tewerkgesteld zijn geweest.
    • Wie voltijds tijdskrediet met motief wil opnemen met uitkering moet voortaan :
      • 12 maanden voltijds gewerkt hebben voorafgaand aan de aanvraag of
      • 24 maanden deeltijds gewerkt hebben voorafgaand aan de aanvraag.

    Voor het gemotiveerd tijdskrediet betaalt de RVA wel een vergoeding om het inkomensverlies te compenseren. De uitkeringen van de RVA zijn sinds 1 februari 2023 eveneens gewijzigd. Zo werden alle anciënniteitstoeslagen en leeftijdstoeslagen in de uitkeringsstelsels geschrapt, en dit voor alle vormen van tijdskrediet met motief aangevraagd na 31 januari 2023. De aangepaste uitkeringen kunnen geraadpleegd worden op de themapagina’s van tijdskrediet van de ACLVB: https://www.aclvb.be/nl/tijdskrediet.

    Tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbaan) :

    Algemeen stelsel : Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 60 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Ja

    De vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 60 jaar of ouder, biedt aan personen die dat willen de kans om hun arbeidsritme te verminderen, naar het einde van hun loopbaan toe, door over te stappen, hetzij 4/5-tijds , hetzij halftijds (voor personen die minstens 3/4-tijds zijn tewerkgesteld).  Er is geen maximale duur voorzien.  In dit geval is een bedrijfsanciënniteit van 24 maanden vereist (of minder indien de partijen dit overeenkomen) en moet men een beroepsloopbaan van 25 jaar kunnen aantonen.

    Instappen in dit algemeen systeem van tijdskrediet eindeloopbaan geeft wel recht op een RVA vergoeding om het inkomensverlies te compenseren.

    Sectoraal stelsel tijdskrediet eindeloopbaan (landingsbaan): Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 55 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Ja

    Het paritair comité 331 heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de leeftijd die toegang geeft tot de onderbrekingsuitkeringen te verlagen tot 55 jaar voor de werknemers die zich in een van de volgende situaties bevinden:

    1. ze zijn op de aanvangsdatum van hun vermindering van prestaties tewerkgesteld in een onderneming die is erkend als zijnde in herstructurering of in moeilijkheden;
    2. op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever kunnen ze 35 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen, in de zin van de reglementering ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’;
    3. op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever waren ze:
    • ofwel ten minste 5 jaar gedurende de 10 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
    • ofwel ten minste 7 jaar gedurende de 15 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;
    • ofwel ten minste 20 jaar tewerkgesteld in een stelsel van nachtarbeid.

    Onder ‘zwaar beroep’ wordt verstaan dat men heeft :

    • gewerkt heeft in ‘wisselende ploegen van 2 werknemers die zowel qua inhoud als qua omvang hetzelfde werk doen’,
    • ‘gewerkt hebben in uurrooster met onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder permanent verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld,
    • gewerkt in een arbeidsregime met nachtprestaties.

    Sectoraal stelsel tijdskrediet eindeloopbaan: Vermindering van arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar of ouder : Recht Ja – Vergoeding RVA : Nee

    In het PC 331 heeft de werknemer wel het recht om deze tijdskredietformule vanaf 50 jaar onder de volgende vormen, echter zonder dat de RVA hiervoor een vergoeding betaalt:

    • halftijds op voorwaarde dat de werknemer een zwaar beroep heeft uitgeoefend dat bovendien voorkomt in de lijst van de knelpuntberoepen;
    • 4/5-tijds als de werknemer een zwaar beroep heeft uitgeoefend of een 28-jarige loopbaan kan voorleggen;
    • halftijds of 4/5-tijds wanneer het bedrijf van de werknemer erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.

    Thematisch verlof

    Elke werknemer heeft recht op het nemen van een thematische verlof. Hiermee wordt de werknemer bedoeld die zijn/haar loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreekt in het kader van :

    • palliatief verlof;
    • verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid;
    • ouderschapsverlof.

    De werknemers, die één van deze thematische verloven opnemen, krijgen van de Federale Overheid een compenserende vergoeding in de vorm van een RVA-vergoeding met dien verstande dat alle anciënniteitstoeslagen en leeftijdstoeslagen in de uitkeringsstelsels zijn geschrapt, en dit voor alle vormen van thematische verloven aangevraagd na 31 januari 2023.

    Aanmoedigingspremie

    Werk je in de privésector of de social profit sector? En neem je tijdskrediet, ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor medische bijstand of mantelzorgverlof op? Dan kan je onder bepaalde voorwaarden een aanmoedigingspremie krijgen. Dat is een aanvullende uitkering die je van de Vlaamse overheid krijgt, bovenop de onderbrekingsuitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Meer info over de de toekenningsregels en de aanvraag van de Vlaamse aanmoedigingspremies kan je hier vinden : https://www.vlaanderen.be/vlaamse-aanmoedigingspremie

    Voor meer informatie kan je steeds terecht op onze site of in je ACLVB-secretariaat.

    Eindeloopbaan

    SWT : Bestaat het brugpensioen nog in mijn sector?

    Het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) is de laatste jaren grondig gewijzigd.

    Voor meer algemene informatie in verband met SWT kan je elders op onze website terecht.

    Wij kunnen op deze website niet altijd een “kant en klaar” antwoord bieden op je individuele vragen. Veel hangt af van jouw persoonlijke situatie. Voor specifieke vragen kan u steeds terecht in één van onze ACLVB-kantoren of bij onze medewerkers.

    Hieronder geven wij een schematisch overzicht van de specifieke stelsels die actueel van toepassing zijn voor alle werknemers van het PC 331 :

    REGIME SWT PC 331

    LEEFTIJD

    LOOPBAAN

    GELDIGHEIDSDUUR VOORWAARDEN (**)

       

    MAN

    VROUW

    BEGIN

    EINDE

    ALGEMEEN STELSEL

    62

    40

    40

    40

    40

    37

    38

    39

    40

    01/01/2021

    01/01/2022

    01/01/2023

    01/01/2024

    31/12/2021

    31/12/2022

    31/12/2023

    31/12/2024

    SWT ZWARE BEROEPEN

    60 (*)

    35, waarvan 5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    1/07/2021

    30/06/2023

    SWT NACHTARBEID, BOUW EN ZWARE BEROEPEN

    60 (*)

    33, waarvan 20 jaar nachtarbeid

    OF

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    1/07/2021

    30/06/2023

    SWT LANGE LOOPBAAN

    60 (*)

    40

    1/07/2021

    30/06/2023

    LANDINGSBAAN 1/2 | 1/5 - lange loopbaan, zwaar beroep

    55

    35

    OF

    5/7 jaar in de loop van de laatste 10/15 jaar in zwaar beroep

    OF

    20 jaar in regime nachtprestaties

    01/01/2021

    30/06/2023

    (*) De toegangsleeftijd voor de bijzondere stelsels SWT bedraagt sinds 1 juli 2021 60 jaar. De toegangsleeftijd voor het stelsel 'medische SWT' is vastgelegd op 58 jaar voor de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023.

    (**) De CAO’s zelf gelden tot 31/12/2024. De voorwaarden zijn onderwerp van het Interprofessioneel Akkoord 2023.

    Syndicale rechten

    De syndicale premie bedraagt € 86,76 voor leden die een voltijdse bijdrage betalen en € 43,38 voor wie een halftijdse bijdrage betaalt. Om de volledige premie te ontvangen, moet je ten laatste op 1 april lid zijn van de liberale vakbond.

    Wat moet je doen om je syndicale premie te krijgen? Je ontvangt een attest van je werkgever. Breng dit ingevulde attest binnen bij je ACLVB-secretariaat. Het attest moet voorzien zijn van jouw lidnummer en je rekeningnummer.

    Wanneer wordt de premie uitbetaald? Vanaf oktober tot eind december wordt je premie uitbetaald.

    Kies een ACLVB-secretariaat bij u in de buurt voor de beste service ::
    Of zoek uw secretariaat via de kaart