24/02/2022 - 14u
Om te achterhalen op welke parlementsleden we kunnen rekenen om de wet op de loonmarge te wijzigen, hebben wij de politieke partijen om hun eerlijk standpunt gevraagd. Op dit moment is er duidelijk geen meerderheid om aan de sociale partners de vrijheid te geven om over de lonen te onderhandelen.
Aan vakbondszijde willen wij de wet van 1996 niet afschaffen maar wijzigen, en niet tegen elke prijs. Sommige parlementsleden zijn geneigd om de automatische indexering van de lonen op de helling te zetten. Er kan geen sprake van zijn dat geraakt wordt aan het beste instrument dat we hebben om de uitholling van de koopkracht van de bevolking
te beperken. Wat moet veranderd worden in de wet van 1996?
- De arbeidskost is niet de enige factor in het concurrentievermogen. Er moet ook rekening worden gehouden met innovatie en opleiding.
- Er is discriminatie tussen soorten inkomens. Waarom focussen op de lonen, als de wet ook voorziet in een matiging van de inkomsten uit kapitaal en vastgoed, wat geen enkele regering ooit heeft toegepast?
- België heeft Verdrag nr. 98 van de Internationale Arbeidsorganisatie ondertekend. Deze tekst waarborgt de vrijheid van collectieve onderhandelingen voor de sociale partners. De wet van ‘96 reduceert deze vrijheid echter tot bijna niets: 0,4% loonsverhoging voor 2021/2022.
- Bij de berekening van de marge wordt geen rekening gehouden met de verlagingen van de socialezekerheidsbijdragen in het kader van de taxshift, die worden toegekend zonder enige garantie qua jobcreatie, noch met de subsidies waarvan de ondernemingen genieten, noch met de hogere productiviteit van de Belgische werknemers.
- De marge moet indicatief zijn, niet dwingend.